Direct naar artikelinhoud

'Na tien jaar hoofdredacteurschap was ik helemaal leeg' Juni 2011 Na het zoveelste incident met een journalist neemt Béatrice Delvaux ontslag als hoofdredacteur van de krant Le Soir.

as het 9 juni?", vraagt Béatrice Delvaux (1960) als wij haar aanspreken over haar keerpunt in 2011. "De juiste datum ben ik vergeten - of ik heb hem verdrongen", lacht ze ontspannen. "Ik weet wel dat het in juni was, de examenperiode van mijn zoon. Een vreselijke periode. Ik was na tien jaar hoofdredacteurschap helemaal leeg. Mijn creativiteit was op. Ik had het nooit zo lang mogen doen, want die job eist zoveel van je." Sinds haar ontslag is Delvaux hoofdcommentator van Le Soir en schrijft ze politieke interviews. De dag voor wij haar spraken, deed ze een nog een groot interview met vicepremier Laurette Onkelinx.

Delvaux studeerde sociale en economische wetenschappen aan de Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix in Namen. Sinds 1984 werkt ze bij Le Soir. In 1990 werd ze chef van de economieredactie. Ze was er de bankenspecialist en schreef samen met Stefaan Michielsen het boeiende boek Zes huwelijken en een begrafenis, over de uitverkoop van enkele Belgische topbedrijven aan het buitenland op het einde van de jaren negentig.

In 2001 werd ze hoofdredacteur. "Het was een eer om het te mogen doen", zegt ze tien jaar later. Al moest ze er strijden tegen vastgeroeste gewoonten op de redactie en tegen een permanent dalende verkoop. Terwijl de Nederlandstalige kranten redelijk goed standhouden, gaan bijna alle Franstalige kranten er al jaren op achteruit.

De directe aanleiding voor haar vertrek als hoofdredacteur was het zoveelste incident met een journalist van haar redactie. Ditmaal over de vraag hoe de vervroegde vrijlating van Michelle Martin, de vrouw van Marc Dutroux, in de krant moest. "Het was de spreekwoordelijke druppel." De redactie verweet haar dat ze soms te hard of te bemoederend was. "Goh, daar ben ik het niet mee eens en mijn stijl is wat hij is."

Verdwaald

"Aan de andere kant denk ik dat de redactie nood had aan een nieuwe aanpak en dat gebeurt het best door een nieuwe hoofdredacteur." Toch is zij wel trots op haar werk en op de modernisering van de redactie. Hoewel de papieren oplage tijdens haar hoofdredacteurschap fors daalde, steeg het aantal onlinelezers fors tot 150.000 unieke bezoekers per dag. "Ik heb natuurlijk ook dingen verkeerd gedaan. Ik denk daar nog geregeld aan en heb het gevoel dat ik mezelf moest terugvinden. Ik was een beetje verdwaald, als mens en als journalist."

Haar echtgenoot had er wel op gerekend dat ze wat vroeger en vaker thuis zou zijn, lacht ze. "Maar ik werk even lang als vroeger. Ik schrijf hoofdartikels en doe politieke interviews zoals met Guy Spitaels." In dat gesprek bleek dat Dieu tot de mensheid was neergedaald. Hij vertelde voor het eerst over zijn hersentumor, maar kon het toch ook niet laten om hard uit te halen naar de huidige politieke generatie.

Béatrice Delvaux was en is een van de weinige Franstaligen die echt bekend zijn in Vlaanderen. Ze is een echte BW, een bekende Waal. Dat komt omdat ze behoorlijk Nederlands spreekt, in Dilbeek woont en de pen hield van vele commentaar- en opiniestukken over communautaire zaken en zeker ook over Bart De Wever.

Ze is het niet eens met de beschuldiging dat zij mede oorzaak is van de diabolisering van De Wever in Wallonië. "Ik beschouw me integendeel als een bruggenbouwer." Delvaux werkte mee aan het programma Bruggenbouwers van Luc Janssens op Canvas. "Ik word veel uitgenodigd in Vlaanderen om te spreken en schrijf elke donderdag een column over Vlaanderen. Over Tom Lanoye, die ik erg bewonder, over het West-Vlaams dialect in Het goddeloze monster, over het Groot Dictee." Le Soir publiceert ook buiten Delvaux opvallend veel over Vlaanderen. Ook David Van Reybroeck en Geert Buelens hebben er een column. "Ik ben verliefd op de Vlaamse cultuur."

Geen idee of Bart De Wever het daar mee eens is. Wel zeker is dat De Wever Delvaux kan missen als kiespijn. Hoogte- of dieptepunt van de straatruzie was een column dit jaar in Le Soir van auteur Pierre Mertens waarin hij Bart De Wever beschuldigde van negationisme. De Wever steigerde, wilde van geen verzoening weten, zeker niet nadat even later het stuk 'Nous sommes tous des Pierre Mertens' in Le Soir was verschenen.

Collaboratie

De Wever sloeg keihard terug in zijn column in De Standaard, waarin hij de krant Le Soir beschuldigde van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. "Dat klopt niet", zucht Delvaux. "Le Soir was toen een 'gestolen' krant, overgenomen door mensen die wel met de Duitsers wilden samenwerken, in tegenstelling tot de echte mensen van Le Soir. Bart De Wever is een historicus. Hij moest dat weten. Ik heb dan ook een harde repliek geschreven. Misschien te hard, ik weet het niet. Ik ben zo. Vurig. Weet je dat we een hele dag geprobeerd hebben om die column over te nemen en te publiceren in Le Soir? Zonder toestemming mochten we maar een deel publiceren vanwege copyrights. De N-VA reageerde niet op onze telefoontjes, mails en sms'jes. Ik heb dan maar beslist om het stuk toch integraal te publiceren, zonder toestemming. Een week later ontving ik een factuur voor 250 euro vanwege de N-VA voor die column. Wat kinderachtig, neen? Ik had graag open gesproken met Bart De Wever, zelfs off the record. Maar hij wil niet, terwijl we wel interviews doen met Siegfried Bracke en Jan Jambon. Ik ben kennelijk een te groot symbool."

Béatrice Delvaux wil het hele gesprek lang overtuigen, overhalen, argumenteren. Dat ze niet alleen hard was voor de N-VA en Bart De Wever, maar ook voor de Franstaligen. "Ik heb in Le Soir ook geschreven dat België een grote staatshervorming nodig had. Dat Walen meer moeite moeten doen om Nederlands te leren. Vorig jaar in augustus hebben we nog geschreven dat Brussel-Halle-Vilvoorde wel degelijk gesplitst moest worden. Dat is allemaal niet in dank aanvaard door al onze lezers of door Franstalige politici. Ik ben dus zeker geen Vlamingenhater, zoals Bart De Wever beweert."

"Meteen na de verkiezingsuitslag was het standpunt van Le Soir dat Elio Di Rupo en Bart De Wever samen de regering moesten maken. Zij waren de winnaars van de verkiezingen. Zij hadden een mandaat gekregen, de ene in Wallonië, de andere in Vlaanderen. De verkiezingsdag was volgens mij geen zwarte dag voor België, integendeel. Het was een historische dag."

Bijna 600 dagen na de verkiezingen zijn er volgens Delvaux twee winnaars. Di Rupo, omdat hij eindelijk een regering heeft gevormd en na vele jaren nog eens de Franstalige premier van dit surrealistische land is geworden. De Wever is de andere winnaar volgens haar. "Zijn macht en kracht hebben ervoor gezorgd dat de andere partijen heel wat van zijn eisen opgenomen hebben in het huidige regeerprogramma. Het moet hem wel pijn doen dat anderen een deel van zijn agenda uitvoeren."

En misschien is heel Franstalig België ook een winnaar... dankzij de N-VA. "Er is de afgelopen tijd veel veranderd in de mindset van de Walen. Herinner je je nog de roemruchte uitzending van de RTBf Bye Bye Belgium? In een fictief nieuwsprogramma werd plots aangekondigd dat de Vlamingen hun onafhankelijkheid hadden uitgeroepen. Een golf van paniek stroomde door Wallonië. Ik denk dat de Franstaligen sindsdien veel aan zelfvertrouwen hebben gewonnen. Ze zijn gekrenkt in hun ziel door sommige neerbuigende opmerkingen vanuit het noorden."

Béatrice Delvaux zegt dat Franstalig België in 2005 of 2007 niet klaar was om een plan B te overwegen. "Het heeft wel het Marshallplan op de rails gezet. Sindsdien zie je hier en daar jonge Waalse ondernemers opstaan die het heft in eigen handen nemen. Ik denk dat het Marshallplan aan het lukken is, dankzij het mislukken van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde in 2007. Vlamingen blijven onze beste vrienden, maar als er over enkele jaren weer een communautaire opstoot komt, zullen vermoedelijk nog veel meer Franstaligen het lot in eigen handen willen nemen."

Hoewel Béatrice Delvaux goed Nederlands spreekt, vroeg ze toch om dit gesprek in het Frans te voeren. "Omdat het zo'n persoonlijk gesprek is en het gaat over het einde van mijn hoofdredacteurschap." Toch vindt ze dat België veel meer een tweetalig land moet zijn en dat Franstaligen meer moeite moeten doen om Nederlands te leren. "Dat is niet even makkelijk. Hoe kan het ook? Zelfs mijn leraar Nederlands sprak geen goed Nederlands."

En wat vindt ze van het Nederlands van Di Rupo? "Niet goed genoeg natuurlijk. Wel jammer dat hij zo weinig tijd krijgt. Gun hem dat en het zal beteren." Toch zal zijn Nederlands nooit echt goed worden. "Di Rupo is een perfectionist en dus wil hij perfect Nederlands spreken. Dat kan niet. Hij moet fouten durven maken. Bovendien is Di Rupo geen man van talen. Zelfs zijn eigen moedertaal Italiaans is maar zozo. Ik hoor dat zelfs Italianen hem moeilijk begrijpen."

Juli 2011 - Eskil Pedersen

De leider van de sociaaldemocratische jongerenbeweging in Noorwegen kon nipt ontsnappen aan de kogels van Anders Breivik. De schietpartij op Utoya kostte hem wel zijn onschuld.