Direct naar artikelinhoud

Waarom apen egoïstischer zijn dan mensen

Het lijkt misschien niet altijd zo, maar de mens is opmerkelijk altruïstisch. Althans, vergeleken met onze naaste familieleden, de primaten. Antropologen ontdekten dat de gezamenlijke zorg voor nakomelingen het altruïsme bij de mens deed ontstaan.

Het internationale team analyseerde het gedrag van vijftien verschillende primatensoorten en vergeleek dat met het gedrag van kinderen tussen vier en zeven. De apen kregen een lekkernij aangeboden op een bewegend plateau buiten hun kooi. Om erbij te kunnen, moesten de dieren aan een hendeltje trekken dat het dienblad met het voedsel dichterbij bracht. Maar de afstand tussen dat hendeltje en het plateau was zo groot, dat wie het initiatief nam niet als eerste bij het eten kon dat in de kooi viel. De aap die aan de hendel trok, hielp een ander daarmee aan voedsel en is dus een altruïst. Bij de kinderen werd een gelijkaardige test opgesteld.

Uit de tests blijkt dat de meeste primaten zo goed als nooit altruïstisch handelden. Ons meest verwante familielid, de chimpansee, deed het erg sporadisch. Mensenkinderen en welgeteld één primatensoort, het Latijns-Amerikaanse klauwaapje (Callitrichidae), handelden daarentegen bijna altijd altruïstisch als de gelegenheid zich voordeed. Nochtans hebben ook de andere primaten behoorlijk ontwikkelde cognitieve capaciteiten.

Tot nu verklaarden wetenschappers ons spontane altruïstische gedrag door onze grote cognitieve vaardigheden, grote hersenen, hoge sociale tolerantie, sterke sociale banden, vroegere gezamenlijke zoektochten naar voedsel. Maar het nieuwe onderzoek in Nature Communications toont aan dat geen van die kenmerken spontaan altruïsme verklaart.

Wel blijkt dat het enkel voorkomt bij soorten waar niet enkel de moeder maar meerderen, zoals vaders, broers en zussen, tantes, ooms en grootouders zorgen voor de nakomelingen. Dat 'coöperatief opvoeden' heeft onze voorouders op weg geholpen naar onze grotere cognitieve capaciteiten, want het is door de belangeloze inzet en zorg van ouders en van anderen dat een kleine mens zijn of haar cognitieve mogelijkheden ontwikkelt.

"Op het moment dat onze voorouders hun kinderen samen met anderen begonnen op te voeden, legden ze de basis voor zowel ons altruisme als ons uitzonderlijke kenvermogen", stelt hoofdonderzoekster Judith Burkart (universiteit van Zurich).