Direct naar artikelinhoud

Een droom wordt werkelijkheid

flamenco

terremoto en el pipa dansen in het zuiderpershuis

Antwerpen / Van onze medewerker

André Fonteyne

Jerez telt de meeste zigeuners en is niet toevallig het levendigste flamencocentrum van Andalusië. De toekomst wordt gewaarborgd door de vele jongeren die er hun tradities enthousiast uitdragen, en Terremoto (32) is hun erkende boegbeeld voor de cante. Voor de dans is leeftijdgenoot Antonio El Pipa de reus. Ze allebei op één affiche plaatsen was al moeilijk, ze naast en voor elkaar laten presteren een onmogelijke droom.

Wel zijn ze allebei gitano's, geboren en getogen in de meest authentieke zigeunerfamilies, waar de flamencokunst van generatie op generatie wordt overgedragen. En de waardering is wederzijds: voor Terremoto is El Pipa de beste danser, voor El Pipa is Terremoto de grootste zanger.

Vriendschap in plaats van artistieke jaloezie, het gebeurt niet elke dag. Wel in het Zuiderpershuis, donderdagavond. Om van het geheel geen gewoon dubbelconcert te maken, hadden ze er zelf voor gezorgd allebei naast elkaar de show te openen, zonder hun respectieve groepen. El Pipa, somber uitgedost, schemerig verlicht, liet de martinete ontstaan, de lyrische dans op de desolate tonen van de zigeunersmidse. In de zang van Terremoto lag de kracht van wanhoop, de echo van oeroude tragiek. Het was een reeks oude zangen, martinetes en tonás, waaronder een van de oudst bekende, uit Triana: 'Hasta el olivarito del valle'.

Terwijl El Pipa andere kleren ging aantrekken, ontvouwde Terremoto, met gitarist Antonio Higuero, een stukje van zijn repertoire. Eerst bulerías por soleá, om de sfeer wat op te vrolijken. Op het einde feestelijke bulerías, waar zijn ritmische gevoel, krachtige stem en volkse danskwaliteiten de zaal in lichterlaaie zetten. Tussen die twee vluggere genres in gaf hij staaltjes van twee typische facetten van zijn kunst: muzikaliteit in de malagueñas, de malagueña grande en de malagueña chica van El Mellizo, die alle zigeuners blijken te verkiezen boven die van Chacón, die geen gitano was, vol nuancering en melancholie. Prachtig bijgestaan door Higuero overigens, die veel poëzie stak in zijn falsetas (melodische sequensen). Vervolgens dat diep tragisch invoelen in de siguiriyas, pareltjes van ontroerde beknoptheid. Terremoto zong niet alleen klassieke siguiriyas, zoals de oeroude copla van Tomás El Nitri Por aquella ventana, maar ook eigen werk, waaronder een toespeling op de ogen van zijn dochtertje María. En met een drietal fandangos toonde hij aan dat ook de zigeuners dat Andalusische genre bij uitstek de baas kunnen.

Na de pauze bracht El Pipa twee lange improvisaties op de alegrías en de soleares, telkens met een andere, aangepaste outfit. Het valt op hoe de dansvreugde zijn mimiek bepaalt. Terwijl andere flamencodansers gefronste wenkbrauwen en een kwaad gezicht tonen, beweegt El Pipa zich lachend en zelfs extatisch over de planken, uiteraard meer in de alegrías dan in de ernstigere soleares. Wat geen afbreuk doet aan de spankracht die hij in al zijn armbewegingen legt. Noch aan de esthetiek van zijn attitudes. Hij is een elegante danser, en zijn voetenwerk is nooit zo overheersend als bij vele collega's. Dat geeft aan zijn kunst iets vrouwelijks, wat hem wel eens verweten wordt. Maar voor het publiek was dat zeker geen probleem, en de finale, met beide vedetten samen, groeide uit tot een apotheose.

WIE: Fernando Terremoto, zang, en Antonio El Pipa, dans WAAR EN WANNEER: Antwerpen, Zuiderpershuis, 18 aprilONS OORDEEL: Terremoto liet met kracht oeroude echo's van de authentiekste flamenco horen en El Pipa voegde er de sierlijkheid van de gitano aan toe.