Direct naar artikelinhoud

Peuter speelt, zesjarige oefent

Oefening baart kunst, weet iedere volwassene. Maar rond welke leeftijd snappen kinderen wat oefenen precies inhoudt?

Australische onderzoekers van de Universiteit van Queensland legden aan 120 kinderen van 4 tot en met 7 jaar oud drie bewegingsspellen uit. Van één spel kregen ze te horen dat ze getest zouden worden . Daarna kregen de kinderen vijf minuten vrij in de ruimte met de drie spellen om te oefenen. Uiteindelijk volgde een bevraging en moesten kinderen uitleggen aan een pop wat 'oefenen' precies is.

De onderzoekers analyseerden met behulp van videobeelden het gedrag en de antwoorden van de kinderen. De vierjarigen bleken geen begrip te tonen in het belang van oefenen, kozen het testspel minder vaak en speelden het relatief kort. Een groot verschil met de zes- en zevenjarigen: zij speelden het testspel veel langer dan met de andere spellen en gaven aan dat ze dit deden om te oefenen voor de test.

Bij de helft van de kinderen gaven de onderzoekers vooraf ook de tip om zich specifiek voor te bereiden op het testspel. Dat had enkel invloed bij zesjarigen, die vaker het testspel gingen spelen. De vaardigheid 'doelmatig oefenen' groeit dus met leeftijd.