Direct naar artikelinhoud
Theater

Spaans-Brusselse coproductie ‘Mrs. Dalloway’ toont hoe ‘het theater de democratie moet verdedigen’

“We zijn de wereld aan het veranderen. Welkom in de 21ste eeuw.” Anna Moliner en Blanca Portillo in ‘Mrs Dalloway’, de tweede coproductie tussen KVS (Brussel) en Teatro Español (Madrid).Beeld Sergio parra

Twee Europese stadstheaters willen samen de uitdagingen van de 21ste eeuw aangaan. Mrs Dalloway, een bewerking van Virginia Woolfs beroemde roman, is de tweede coproductie tussen de Brusselse KVS en het Madrileense Teatro Español. ‘Overal zijn artiesten bezorgd om de richting die Europa uitgaat.’

“Yo me encargo de comprar las flores.” Vrij vertaald: ik zal de bloemen zelf kopen. Zo begint Mrs Dalloway, de nieuwe coproductie van het Teatro Español in Madrid en de KVS in Brussel. Een hedendaagse theaterbewerking van de beroemde roman van Virginia Woolf, die begint met het zinnetje “Mrs Dalloway said she would buy the flowers herself”.

Mrs Dalloway werd in 1925, bijna een eeuw geleden, uitgegeven, en in de bewerking van Michael De Cock en Carme Portaceli, artistiek leider van Teatro Español en regisseur van Mrs Dalloway, is er dus flink wat veranderd. De Clarissa Dalloway die Blanca Portillo – een van de grootste namen uit het Spaanse theater, en bij het buitenlandse publiek vooral bekend omwille van haar rol in Pedro Almodóvars Volver – is geen relict uit de vroege 20ste eeuw, maar een hedendaagse vrouw.

Toch is de essentie dezelfde gebleven. “Virginia Woolf raakt in haar werk heel veel verschillende thema’s aan”, legt Portaceli uit. “Ze heeft het over wat het betekent om mens te zijn, over de vrijheid die mensen zoeken en over de beperkingen die de samenleving oplegt, zeker voor vrouwen van haar leeftijd.”

Een kleine honderd jaar later zijn dat nog steeds thema’s die Portaceli, uitgesproken feminist, bezighouden. “Er is veel veranderd sinds Mrs Dalloway is uitgekomen. Hier in het Westen is de situatie voor vrouwen drastisch verbeterd. Maar daarmee verander je de geesten van de mensen nog niet.

“Ik weet hoe hard vrouwen moeten afzien. Mensen doen alsof je onzichtbaar bent. Hoeveel voorstellingen je ook maakt, je moet je telkens opnieuw bewijzen, alsof je elke keer opnieuw je eerste stuk maakt. Niemand bewondert je. Dat verandert nu langzaamaan, maar het gaat niet vanzelf. Ik vind dat ik daarbij ook een grote verantwoordelijkheid draag.”

De afgelopen seizoenen bewerkte Portaceli Euripides’ Trojaanse vrouwen en Jane Austens Jane Eyre, en ook naast de scène streeft ze gelijkwaardigheid na. “Sinds ik directeur ben, werken hier evenveel vrouwen als mannen, op elk vlak: regie, schrijven, techniek… Ik vind dat heel belangrijk. Het theater moet een spiegel van de realiteit zijn, en in de realiteit zijn er evenveel vrouwen als mannen. Als enkel mannen theater maken, doe je de werkelijkheid geweld aan.”

Theatertraditie

Het toont dat Portaceli, net als De Cock, niet van plan is om zich op te sluiten tussen de vier muren van het theater. Mrs Dalloway mag dan geen expliciet politieke voorstelling zijn, maar dat neemt niet weg dat zowel de KVS als Teatro Español wél expliciet een verbindende mijlpaal willen zijn in de hoofdsteden waar ze gelegen zijn. Die ambitie willen de twee directeurs, die beiden in 2016 aantraden, met Mrs Dalloway in vervulling zien gaan. Of toch met de samenwerking die erachter schuilgaat.

Gerardo Salinas, de Argentijnse stadsdramaturg van KVS, bracht de twee met elkaar in contact. “Hij had me op voorhand verteld: je zult met Michael goed overeenkomen”, herinnert Portaceli zich. “Hij had gelijk.” Een samenwerking drong zich op: l’Homme de La Mancha, de KVS-seizoensopener die De Cock samen met Junior Mthombeni regisseerde, was de eerste vrucht van hun ontmoeting: in mei staat de geüpdatete Jacques Brel-musical in Teatro Español.

Toepasselijker kan haast niet. Teatro Español, een van de oudste theaters van Europa, ligt in het hart van Madrid, in de Barrio de las Letras: de literatuurwijk, zeg maar. Op een steenworp van de Plaza de Santa Ana, waar de voordeur van Teatro Español op uitgeeft, ligt het huis van Miguel de Cervantes, uit wiens verbeelding Don Quijote, de beroemde man van La Mancha, ontsproot.

“Er is hier een grote theatertraditie”, zegt De Cock met een zekere vorm van bewondering, “en de mensen hebben hier een ongelooflijk diep respect voor het gesproken woord. Je voelt het aan de opwinding die in de lucht hangt wanneer het plein vlak voor een voorstelling helemaal volloopt.”

Mrs Dalloway wordt in Madrid ruim dertig keer opgevoerd, in een zaal die 735 stoelen telt. Nog voor de voorstelling in première is gegaan, is vrijwel de hele reeks uitverkocht. Dat zijn dik 22.000 verkochte tickets. Er zijn verschillende redenen voor dat succes, denkt Portaceli. “Omdat het Virginia Woolf is, omdat we Mrs Dalloway spelen. Omdat Blanca Portillo zo bekend is. Misschien ook een beetje omdat ik regisseer. Maar bovenal omdat de voorstelling in Teatro Español gespeeld wordt.”

Onder de leiding van Portaceli heeft Teatro Español de ‘stad’ immers terug in ‘stadstheater’ geplaatst. “Het publiek dat er nu zit, is helemaal anders dan enkele jaren geleden. Toen ik hier aankwam, was er een gemiddelde zaalbezetting van 28 procent. Dat is een verschrikkelijke ramp: de zaal was gewoon leeg.”

Vijf maanden na Portaceli’s aantreden was die bezetting gestegen tot ruim 70 procent. “Dat betekent, ten eerste, dat ik een verbinding heb kunnen maken met de stad en de samenleving; en ten tweede, dat de Madrilenen van theater houden. Dat ze wel willen komen, maar dat ze gewoon aan het wachten waren tot de deuren werden opengezet.” Er wordt korting aangeboden aan jongeren, en vanuit de visie dat theater niet alleen in de zaal, maar ook op straat wordt gespeeld, organiseerde Portaceli projecten met bewoners van de Madrileense buitenwijken. “Nu heeft het Español het jongste publiek van Madrid. Mensen uit alle wijken van de stad, ook in de rand, komen nu hier naar het theater.”

Het toont dat een theater nog steeds zijn plaats heeft in de stad en in de samenleving; dat het een stem kan bieden aan mensen die anders niet gehoord worden. Pal voor de ingang van het theater staat een standbeeld van dichter en toneelschrijver Federico García Lorca, als herinnering aan de manier waarop het theater de politiek kan uitdagen. 

“Lorca werkte hier in de vroege jaren 30”, vertelt Portaceli. “Hij moest hier weg toen Franco de macht greep. Maar hij wilde blijven, omdat hij verliefd was op een van de acteurs hier. Het heeft hem zijn leven gekost. De franquisten hebben hem doodgeschoten, niet enkel omdat hij homoseksueel was, maar ook omdat hij een linkse kunstenaar was.”

Michael De Cock, artistiek leider KVS: “Samen met KVS en belangrijke stadstheaters uit Zuid-Europese steden, plannen we een project rond democratie, waarbij schrijvers, regisseurs en acteurs betrokken zullen zijn.”Beeld Stefaan Temmerman

Bezorgdheid

Vandaag is de situatie niet veel anders. Portaceli spreekt met afschuw over Vox, de opkomende extreemrechtse partij die bij de nakende verkiezingen – eind april trekken de Spanjaarden naar de stembus – een doorbraak hoopt te forceren. “Algo terrible está a punto de ocurrir”, klinkt het in Mrs Dalloway - “er staat iets verschrikkelijks te gebeuren.” Van de Catalaanse independentistas lijkt Portaceli ook geen hoge pet op te hebben. Ze groeide op en werkte dan wel lange tijd in Barcelona, maar de laatste jaren heeft ze haar hart verpand aan de hoofdstad. “Ik keer er alleen terug om te werken.”

Net daarom slaat ze graag de handen in elkaar met haar Brusselse collega. “Overal zijn artiesten bezorgd om de richting die Europa uitgaat”, zegt De Cock, terwijl hij de aanstaande Europese verkiezingen en de opkomst van het rechtse populisme in Nederland en Italië in het achterhoofd heeft. “Het is belangrijk dat we die bezorgdheid samen uitdragen. Zo plannen we, samen met KVS en belangrijke stadstheaters uit Zuid-Europese steden, een project rond democratie, waarbij schrijvers, regisseurs en acteurs betrokken zullen zijn.” Langdurige internationale samenwerkingen tussen verschillende huizen moeten zulke debatten meer dan ooit mogelijk maken, en de nodige weerklank bieden.

“We leven in een moeilijke, ingewikkelde tijd voor Europa”, vervolgt Portaceli. “We werken samen met theaters in Portugal, Frankrijk en Italië. En met Brussel. Wij en de KVS delen dezelfde bezorgdheid. We willen dan ook écht samenwerken, op een langdurige, diepgravende manier. Op die manier staan we sterker om de cultuur, en dus ook de democratie, te verdedigen. Dat is ons doel, nu die waarden worden aangetast door de politieke machthebbers.”

Brussel is een dankbare partner, vindt de Spaanse theatermaker, want de stad biedt veel mogelijkheden. “Het is een stad waar verschillende gemeenschappen met elkaar moeten samenleven, en waar verschillende ideologieën gedeeld worden. Ik vind het heel interessant dat er zoveel verschillende talen worden gesproken: dat is nu eenmaal hoe de wereld er vandaag uitziet. En ik weet dat Michael de deuren van zijn theater zo wijd mogelijk openzet voor die wereld. Ik geloof in die ideologische positie.”

Die deuren worden opengezet met de hulp van heel wat Spaanstalige partners. Twee dagen voor Mrs Dalloway in première ging in Madrid, stond het Chileense Estado Vegetal nog op scène in Brussel. Eerder was er ook Mateluna, ook een Chileense voorstelling, te zien. “Natuurlijk nodigen we de Spaanstalige Brusselaars uit, maar het is niet de reden waarom we dit doen”, legt De Cock uit. “We maken geen specifiek theater voor de Marokkaanse gemeenschap, en evenmin voor de Spaanse gemeenschap. Maar het zijn belangrijke stappen in een inhoudelijk traject van internationale samenwerkingen.”

Het theater heeft nog een rol te vervullen, in Madrid, in Brussel, en ver daarbuiten, vinden de twee directeurs. Vandaag misschien wel meer dan ooit. Of, zoals het in Mrs Dalloway wordt gezegd: “Estamos cambiando el mundo. Bienvenidos al siglo veintiuno. We zijn de wereld aan het veranderen. Welkom in de eenentwintigste eeuw.”

Mrs. Dalloway speelt volgende lente in KVS, Brussel.