Direct naar artikelinhoud

Zelfmoorddorp Remouchamps

De voorbije twintig jaar sprongen 160 mensen de dood tegemoet vanop het viaduct boven het Waalse dorp Remouchamps. Op iemands motorkap, in iemands slaapkamer, op de parking naast de frituur. Het dorp ondergaat z'n lot gelaten. 'Als ze het hier niet komen doen, doen ze het ergens anders.'

Een Franstalige krant had het op maandag over een tafereel digne de Hollywood. Een slotscène uit een voorspelbare actiefilm. De lokale politie had op vrijdagavond rond negen uur een oproep gekregen van een automobilist op het viaduct. Die had een man gezien die over de vangrail langs de E25 was geklommen. Klaar om als zoveelste in de rij de negentig meter diepe vallei in te springen. De twee jongste rekruten van zone Secova werden erop afgestuurd. Ervaring of iets als een opleiding voor dit soort situaties hadden ze niet.

"Er wordt van onze agenten verwacht dat ze een gesprek proberen aan te knopen", zegt burgemeester Philippe Dodrimont (MR). "Contact maken en op die persoon inpraten."

De man, een dertiger, had geen zin meer in een gesprek, totaal niet zelfs. Hij was helemaal vanuit Bastenaken gekomen met maar één doel. Hij sprong.

De agenten stonden al erg dicht bij hem. Een van de twee wist hem nog bij een broekspijp vast te grijpen, maar hangend in de lucht probeerde de man zich los te rukken. Hij probeerde de agent van zich weg te trappen, vloekend en smekend om hem met rust te laten. "Toen heeft de tweede agent iets geniaals gedaan", zegt de burgemeester. "Hij heeft zijn handboei gepakt en de pols van de man aan een stuk balustrade vastgeklonken, zodat zijn collega de greep kon lossen en ze rustig konden wachten op de hulpdiensten. De man moest wel even blijven hangen en hij had achteraf een verwrongen pols. Maar hij leefde nog."

Een plof

Het is beangstigend, een beetje gênant, met wat voor berusting en pragmatisme de inwoners van Remouchamps vanop de begane grond omhoog kijken en de toestand becommentariëren. Alsof het iets van dezelfde orde is als nachtlawaai of duivenstront. Het is in het dorp zo goed als vruchteloos zoeken naar iemand die nog nooit iemand zag springen. Of vallen.

"Mijn eerste was een jonge vrouw", zegt Olivier, verkoper in de Eldi. "Ik was zestien, we waren met enkele vrienden op weg naar een fuif en reden over het viaduct. De vrouw die uit haar auto stapte droeg enkel een zwart satijnen nachtkleedje en hoge hakken. Ze was erg mooi en wij staarden even. We wilden stoppen, want we dachten: ze heeft autopech, we gaan haar helpen. Nog voor we tot bij haar auto waren, zagen we haar over de vangrail klimmen en opeens was ze weg. Het heeft maar een paar seconden geduurd."

Zijn tweede miste hem op een paar meter. Olivier stond onder het viaduct, had zijn autootje geparkeerd aan frituur Le Ranch. "Ik hoorde een plof. Ik dacht eerst dat iemand een volle vuilniszak naar beneden had gegooid. Het was een man. Je eerste reflex is er naar toegaan en hulp proberen te bieden, maar je kunt helemaal niks doen. Voor een buitenstaander is dat misschien schokkend, dat de mensen in Remouchamps vooral begaan zijn met hun motorkap en hun dakpannen, maar dit is gewoon onze realiteit."

Het dubbele viaduct van Sécheval-Remouchamps is gebouwd tussen 1976 en 1982. Het dorp, zo'n 25 kilometer bezuiden Luik, had tot dan toe niet veel meer te betekenen dan een grot en een vermelding in een geschrift van Julius Caesar, 52 jaar voor Christus.

Nu kreeg het een afrit, een plek op de wegenkaart. Volgens Jean-Claude Fizaine, hoofd openbare werken bij de Waalse dienst SPW, is het probleem zich pas ergens midden jaren negentig beginnen stellen. "Er sprong iemand naar beneden. En even later weer iemand. Dat kwam dan in de krant en bracht anderen op ideeën."

De Hollywood-scène van afgelopen vrijdag bracht de SPW ertoe z'n statistieken te actualiseren. Op goed twintig jaar tijd zijn 160 mensen van het viaduct van Remouchamps afgesprongen. Acht zelfdodingen per jaar, gemiddeld. "Reken dan ook nog iets van een honderdzestig mensen die door onze politiediensten tijdig terug tot bij hun verstand zijn gepraat", zegt de burgemeester. "De mensen in het dorp zijn erg alert geworden. Als u daarboven op de pechstrook langer dan een minuut stilstaat en er komt iemand uit de regio langsgereden, dan belt die onmiddellijk de politie. Ook al staat u daar gewoon met motorpech."

Donkere dagen

Paul-Emile Lawarree runt met zijn zoon het enige pechverhelpingsbedrijf van Remouchamps. Het is hij die altijd wordt opgeroepen als daarboven op de E25 een achtergelaten auto moet worden getakeld.

"Laatst hadden we een Duitser", zegt hij. "Ik ga in die auto zitten en zie een oude wegenkaart op de passagierszit liggen met drie plaatsen die de man in balpen had omcirkeld. Het eerste was het viaduct van Barchon op de E40, het andere dat van Dinant op de N97. Dat zijn, na Remouchamps, de hoogste autosnelwegbruggen van Wallonië. Over de eerste twee cirkeltjes had die Duitser een kruis gezet. Blijkbaar was hij eerst daar naartoe gereden en was hij afgeschrikt door de hoge hekken die ze daar hebben geplaatst en de vangnetten. Dus was hij hier naartoe gereden."

In Remouchamps doen ze niet aan vangnetten. Er is ooit wel eens over vergaderd en de plaatselijke brandweercommandant heeft toen bezwaar gemaakt. Want dan hangt zo'n man daar, negentig meter hoog in de lucht, spartelend in zijn net, vermoedelijk nog steeds net zo vastbesloten om er een eind aan te maken. Moeten zijn manschappen dan werkelijk hun eigen leven op het spel zetten om hem uit dat net te bevrijden?

"Er was ook protest van de vogelbescherming", zegt Paul-Emile. "Anders dan in Barchon en Dinant gaat het viaduct hier gedeeltelijk over natuurgebied met een unieke vogelpopulatie. De groenen vrezen dat de vogels zich gaan vastvliegen in die netten, dus laat men het zo. Je moet rekenen: wie voor deze methode kiest, is erg vastbesloten. Die heeft hier over het algemeen over nagedacht, heeft een afgelijnd plan en is gekomen om te springen.

"Ik ben constant onderweg. Als ik iemand daarboven op de pechstrook zie uitstappen, wil ik niks liever dan stoppen en met die persoon praten. De ervaring leert dat als je dat probeert, de kans vergroot dat hij nog sneller springt, en jij ook nog eens naar huis kunt met het idee dat het jouw schuld was. Want dat is ook al gebeurd. Veel mensen in het dorp kunnen allang niet meer zonder psychologische bijstand. Als je iemand op de pechstrook ziet, kun je beter gewoon de politie bellen en maken dat je wegkomt."

Het is straks maart, de dagen worden weer langer, en volgens Paul-Emile breekt de rustigste periode van het jaar aan. "Vooral in de donkere maanden komen mensen naar hier om te springen. De dagen na Valentijn zijn ook altijd riskant. Daarna wordt het wat minder. Het is altijd wel raar, zo'n lichaam aantreffen. Ik woon in de vallei, ik was twee keer de eerste die iemand vond. Je zou verwachten dat een mens na een val van negentig meter moet worden bijeen geveegd, maar dat is helemaal niet zo. Ze zien er heel vredig uit, intact.

"Pas als iemand het lichaam tracht te verplaatsen, merk je dat vanbinnen alle botten gebroken zijn. Als een lappenpop. Heel af en toe gebeurt het dat iemand nog leeft. Dan zegt die persoon ook nog iets. Maar dat duurt nooit langer dan een paar seconden. Niemand heeft ooit een sprong van het viaduct overleefd."

Openbare weg

In 2010 zijn aan weerszijden hekken geplaatst op de acht locaties waar het viaduct huizen of straten overschaduwt. Aan elk hek, tweeënhalve meter hoog, hangt een wit bord: 'Le centre de prévention du suicide 0800 32123 vous écoute 24 /24.' De zelfmoordlijn luistert naar u.

Maar wie naar hier komt, luistert over het algemeen naar niks of niemand meer. Als je echt wilt, klim je vanop de vangrail zo voorbij de hekken. Of je springt gewoon vanaf een punt waar er geen hek staat. Dan kom je in een bos terecht, op een rots, of in de Amblève. "Erg vervelend", zegt Paul-Emile. "Mensen springen meestal 's avonds, in het donker. Dan is er wel een melding en een achtergelaten auto daarboven, maar dan kunnen de brandweer en de politie met zaklampen aan de slag in de bossen. Dat ene meisje, laatst, was in de rivier terecht gekomen. Ze hebben uren naar haar moeten zoeken. Het koude water in. Mensen die uit het leven stappen, staan er niet bij stil wat ze anderen aandoen."

De hekken zijn er gekomen nadat in 2008 op een week tijd vijf mensen na elkaar waren gesprongen. Na langdurig overleg tussen het gemeentebestuur en de SPW, die in de jaren daarvoor tot in het eindeloze waren blijven aanvoeren dat het niet hun verantwoordelijkheid was.

Voor de hekken er stonden, landden de springers altijd op of in de buurt van de kleine parking van frituur Le Ranch, bijna pal onder het viaduct. Nu de hekken er staan, springen er niet minder mensen, ze landen alleen niet meer op de openbare weg of in iemands slaapkamer.

"Altijd datzelfde geluid", zegt een oudere bewoonster in de Rue de Louveigné. "Die gil. Die plof. De mensen die naar buiten komen, niet goed wetend of ze dit wel willen zien. De kinderen die willen gaan kijken, de sirenes. Ze doen het altijd 's avonds, zo rond negen of tien uur. Je probeert dan te gaan slapen, maar je blijft die gil de hele nacht horen. En de nachten daarna."

Bloemen

Er lag ooit een plan ter tafel om het hele viaduct, twee kilometer lang, net als in Dinant en Barchon langs beide kanten te voorzien van hekken, maar volgens burgemeester Dodrimont heeft dat geen enkele zin. Het zou ooit enkele honderdduizenden euro moeten gaan kosten, minstens, en hij is van mening dat dat geld op een zinniger manier kan worden besteed.

"Wij hebben hier voor 2010 een man gehad die op het dak van een ouder koppel is geland", zegt hij. "Een andere kwam terecht op de motorkap van iemands pas gekochte auto. Eén man vond er niks beters op dan 's morgens vroeg te springen, midden in het zicht van moeders die hun kinderen naar de kleuterschool brachten. De zwaarst getroffene was de dame van de frituur, die daar al sinds 1987 staat en het van kwaad naar erger zag gaan.

"Onze eerste prioriteit bestaat erin de eigen inwoners te beschermen tegen vallende lichamen. De situatie zoals ze nu is, is niet perfect, dat besef ik, maar het is beter dan niets. Wij hebben het al tientallen keren meegemaakt dat onze agenten daar op dat viaduct met die mensen staan te argumenteren over de zin van het leven, en uiteindelijk springen ze toch. Er zit weinig anders op dan ermee te leren leven. Want als ze het niet in Remouchamps komen doen, doen ze het ergens anders."

De restanten van een wit-blauw politielint rondom een boom aan de overkant van de straat herinneren aan de sprong van een meisje van 21, dat weliswaar de openbare weg ontzag, maar te pletter stortte op een rotspunt. Soms komt iemand bloemen neerleggen of een kaarsje branden, maar de mensen in Remouchamps halen aandenkens zo snel als ze kunnen weer weg.

Als iemand kan worden behoed voor de dodensprong, blijkt de aanleiding volgens de politie achteraf altijd van een verbluffende trivialiteit. Een relatie die na drie weken is beëindigd, een verloren vechtpartij in een café, iemand die ladderzat in zijn auto is gestapt. Zoals de man uit Bastenaken, vorige vrijdag. Volgens wat de politie over hem weet, was hij ontslagen en had hij het op een vreselijk zuipen gezet.

"Aan de auto die ik takel kan ik zien waar die mens vandaan komt", zegt Paul-Emile, leunend tegen z'n takelwagen. "Uit de streek, meestal, omdat dat een begrip is geworden bij mensen die in een dip zitten: 'Wel, dan ga ik naar Remouchamps!' Sommige mensen komen helemaal vanuit Frankrijk of Nederland. Ze leggen honderden kilometers af, soms.

"Kennelijk is er nergens zo'n geschikte brug te vinden als deze. Er is wel moed voor nodig, denk ik soms. Daar staan, die laatste stap zetten. Het is best een lange val, je bent een seconde of tien onderweg. Je hoort dan die schreeuw, de vogels die in de vallei opgeschrikt wegvliegen. En dan weet ik: zo meteen gaat de politie me bellen."

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be.