Direct naar artikelinhoud

'Ook links pakt kinderarmoede verkeerd aan'

Links of rechts, aan beide kanten van het politieke spectrum wordt te eenzijdig en stigmatiserend naar kinderarmoede gekeken. Dat blijkt uit een onderzoek van de KU Leuven in opdracht van de Koning Boudewijnstichting.

Kinderen die in armoede opgroeien? "Ze zouden beter naar de kinderopvang gaan, in plaats van thuis te zitten of meegenomen te worden op café." Vlaams minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) bruuskeerde begin dit jaar de goegemeente. Hoewel ze nu spijt heeft van de uitspraak, legde ze eenzijdig de schuld voor kinderarmoede bij de ouders. "Stigmatiserend", klonk het overal.

Maar ook de 'linkse visie' is problematisch, stelt Baldwin Van Gorp (KU Leuven). Hij onderzocht in opdracht van de Koning Boudewijnstichting hoe kinderarmoede gepercipieerd wordt in de media en werkte zo twaalf 'frames' uit (zie kader). Belangrijk, want op basis van hoe het probleem wordt bekeken, stippelt de politiek ook haar beleid uit, stellen de onderzoekers. De studie werd bezorgd aan alle partijvoorzitters.

Zowat 420.000 kinderen leven in armoede. Een nijpend maatschappelijk probleem. Maar wie is verantwoordelijk? Terwijl links steevast kijkt naar de maatschappelijke omstandigheden ('Ze kunnen er niet aan doen'), legt rechts eerder de bal bij de mensen in armoede zelf ('Zij en hun ouders moeten maar wat beter hun best doen').

Kinderen enkel als slachtoffer voorstellen, als zwak en afhankelijk van hulp van buitenaf, is niet de juiste aanpak. Dat fatalistische uitgangspunt is even goed stigmatiserend. Zo worden ze telkens in hetzelfde hoekje gedrumd, krijgen ze telkens te horen dat hun situatie uitzichtloos is.

"Het kind wordt gebruikt om armoede bespreekbaar te maken", legt Van Gorp uit. "Maar dat heeft een pervers effect. Als het kind dan toch compleet onschuldig is, ga je onbewust toch naar een verantwoordelijke zoeken. En dan kom je weer bij de ouders uit." Ouders en kinderen moeten daarom als volwaardige gesprekspartners in het debat betrokken worden.

Positieve benadering

Maar Homans sloeg met haar uitspraken over de kinderen op café evenzeer de bal mis. Zulke beeldvorming is "zonder meer autoritair en paternalistisch", weet Van Gorp. Die invalshoek "zal voor bepaalde politieke groeperingen ook een middel zijn om een conservatieve agenda door te voeren", stelt hij in zijn onderzoek.

Beter is te kiezen voor een positieve benadering. Zo kan opgroeien in armoede ook voorgesteld worden als een 'harde leerschool', waar kinderen beter gewapend voor het volwassen leven uitkomen. Daar scoort Homans dan wel goede punten. Ze is het levende voorbeeld hoe je kan opklimmen uit een zwak sociaal milieu. Alleen, waarschuwt Van Gorp, "vaak zijn zij die in armoede geleefd hebben, het hardst tegen hen die zijn achtergebleven."

Nog een pluim voor Homans? Participatie. "Samen kunnen we armoede achter ons laten", is een veel gehoord argument. Ook de minister wil kansarme jongeren stimuleren om naar de jeugdbeweging, de sportclub of muziekacademie tegaan. "Prima idee", vindt Van Gorp. "Achter het beleid zit wel degelijk een strategie."

Wat Van Gorp in de eerste plaats wil aantonen met zijn studie, is dat een eenzijdige visie op een complex probleem als kinderarmoede weinig bijdraagt. Met zijn studie hoopt hij dat de politici hun blik verruimen om tot een evenwichtiger beleid te komen.

Homans benadrukt nu dat het wegwerken van stigma's rond kinderarmoede een van de prioriteiten is in haar beleid. "We moeten durven ingaan tegen het heersende maar foutieve schuldmodel. Armoede kan immers iedereen overkomen."

'Foute visies'

Het kind is slachtoffer van de omstandigheden

Kinderarmoede is een last voor de maatschappij

De ouders treffen in eerste plaats schuld

Kinderarmoede hypothekeert volgende generaties

Geld gaat naar organisaties, niet naar kinderen

'Betere visies'

In elk kind zit potentieel

Wie in armoede opgroeit, is later beter gewapend

Participatie en samenwerking tillen kind op

Ook arme ouders offeren alles op voor hun kind

Armoede kan iedereen overkomen

Beelden van arme kinderen zetten mensen aan tot sociale actie

Armoede moet niet per se geproblematiseerd worden, in andere landen is het erger