Direct naar artikelinhoud

Geen dokter? Word dan wielerarts

Zes maanden lang kon de Gentse goeroe Daniël De Martelaere bij Vacansoleil als arts werken zonder dokter te zijn. 'Hij was slechts actief als chemicus', minimaliseert de wielerploeg zijn bijdrage. 'Het wielrennen recycleert net zulke types', zeggen kenners.

"Een dokter die geen dokter is, dat heb ik nog nooit meegemaakt." Dopingexpert Hans Vandeweghe weet waarover hij spreekt. Afgelopen zomer al kaartte hij in de Nederlandse Tourtalkshow Avondetappe de dubieuze rol van 'dokter Daniël' aan binnen het Nederlandse Vacansoleil.

Toch haalde het nieuws pas gisteren de kranten. "Omdat mensen ongeduldig worden. Ze willen dat die man zijn straf krijgt."

"Daniël De Martelaere is een goeroe met als bekendste product 'de mosselsoep'", zegt Vandeweghe. "Dat is misschien geen doping, maar wel een cocktail van vijftien verschillende brolmedicamenten. Hij is de man van de overmedicalisering."

Toch vroeg Vacansoleil in 2011 een dokterslicentie aan voor de man die geen medisch diploma heeft. Dat De Martelaere de licentie toch kreeg, noemt de Belgische wielerbond "een administratieve fout". "We voelen ons gepakt, door De Martelaere, én door de ploeg", zegt bondsvoorzitter Tom Van Damme.

Vacansoleil houdt ondertussen voet bij stuk. "De Martelaere werkte bij ons als chemicus en niet als arts", zegt pr-manager Frank Kwanten. "Hij was altijd heel open over wat hij wel en niet kan."

Vuile dopingwas

Dopingjager Paul Van Eenoo erkent dat "soigneurs die massages geven of prepareurs die bidons bereiden, en geen medisch diploma hebben, rondlopen in het wielrennen. Maar een type als De Martelaere is toch een alleenstaand geval."

Vandeweghe betwijfelt dat: "Dit soort types is inherent aan het wielrennen. Dat gelooft meer in randfiguren dan in gelicentieerde trainers."

Dat net Vacansoleil met deze zaak zit, verbaast Vandeweghe niet. "Het is een team van de oude stempel. Met sportdirecteurs die naam niet waardig en een manager met weinig normbesef."

Ook ex-wielrenner en huidig journalist Thijs Zonneveld twijfelt of deze zaak een alleenstaand geval is: "Als je bekijkt hoeveel dokters met een duister verleden er nog werkzaam zijn in het wielermilieu, dan vraag ik me toch af: zijn die in dienst omdat ze goed schaafwonden verzorgen, of omdat ze goed zijn in iets anders?"

Als journalist haalde Zonneveld de vuile dopingwas van de Nederlandse Rabobankploeg naar boven. Als wielrenner was hij getuige van op de eerste rij. Dat de wielerwereld nog steeds met gure soigneurs werkt, wijt hij deels aan onprofessionalisme. "De spoeling aan goeie wielerartsen is dun. Wie is er nog bereid om met een hoop renners de wereld rond te reizen voor een schofterig klein loon? Maar deels gebeurt het ook moedwillig, en lopen sportdirecteurs bewust de kantjes ervan af."

Vandeweghe: "Zolang zulke types gerecycleerd worden, en de sport blijft weigeren zijn geschiedenis te laten onderzoeken, zal het zelfreinigende effect van het wielrennen klein blijven."

"Het is namelijk het bestuursniveau waar het mank loopt," stelt Zonneveld. "Dat gedraagt zich zoals de kopgroep in een koers: ze werken samen om te winnen, maar naaien elkaar op de streep. Zo zou het niet mogen zijn. Zeker omdat de renners zelf geen stem hebben in het wielrennen, en dat stoort me enorm."