Direct naar artikelinhoud

'Moslims kunnen homo's niet blijven negeren'

Hij kwam uit de kast en verdween meteen. 'Ik brak niet alleen met mijn familie, maar met een hele gemeenschap.' Vandaag, op de dag van de Pride, blikt Jaouad Alloul terug. 'Het schuldgevoel na seks is pas na jaren overgegaan.'

"Ik was zes jaar oud. We bouwden een fort onder de picknicktafel op de speelplaats. Daar, met die zes jongens zo dicht bij elkaar, voelde ik prikkels die er niet waren in het gezelschap van meisjes. Ik zat meestal bij de meisjes."

"Pas in de puberteit begon ik die prikkels te associëren met iets slechts, iets verkeerd. We worden allemaal groot met het Adam-en-Eva-verhaal: man en vrouw maken een kind. Zo hoort het. Mijn gevoelens pasten daar niet in. Toen ik ouder werd en die worsteling bij anderen herkende, werd ik bang. Bang dat zij het ook bij mij zouden zien.

"In mijn jeugd heb ik mij constant bekeken gevoeld. Ik zat in zo veel vakjes: een mollig kind, moslim, een Marokkaan van het Kiel. Homo's staarden mij na op straat, in de krantenwinkel werd ik in het oog gehouden uit vrees dat ik snoep zou pikken. Door mijn overgewicht en mijn verwijfde maniertjes werd ik op school gepest. Mijn moeder nam me in bescherming. Je bent bijzonder, zei ze tegen mij. Ze stierf onverwacht toen ik vijftien was. Het voelde alsof ik elke connectie met de wereld verloor. Opeens was ik alleen.

"Ik kom uit een traditioneel islamitisch gezin dat veel aanzien had in de buurt: gerespecteerde ouders, geslaagde kinderen. Ik was de jongste van acht. Ik paste niet in het plaatje. Rond mij hingen slingers en confetti. Sommige mensen houden niet van confetti.

"Ik was een braaf kind. Ik hing wel rond op straat, maar 's avonds zat ik liever voor de tv. Tot mijn zestiende heb ik Koranles gevolgd. Al die tijd heb ik geweten: er komt een dag dat ik een bom op deze familie drop. Tot dat moment kan ik mij best zo goed mogelijk gedragen.

"Als iets niet bestaat, kun je er niet over praten. En is er dus geen probleem. Veel moslims zullen zeggen: 'Homo's, dat hebben wij niet.' Het is in niemands belang om het te benoemen. Dan erken je dat het bestaat. Op grapjes over homo's wordt afkeurend gereageerd. Maar er wordt wel mee gelachen. Er leeft walging, een zekere angst voor besmetting zelfs.

"Het is zo ironisch. Mijn eerste seksuele ervaringen had ik in Marokko tijdens de jaarlijkse familievakantie. Ik was zeventien. Het gebeurde altijd stiekem, vluchtig, in een garage. Heel onschuldig, eigenlijk. De jongens met wie ik experimenteerde waren waarschijnlijk niet eens homoseksueel. Ze voelden zich gewoon tot mij aangetrokken. Of omdat ze, wat ook typisch is voor deze gemeenschap - vergeef mij mijn woorden - met een volle zak zaten en nergens naartoe konden. Zij deden er achteraf erg luchtig over, alsof er niets was gebeurd. Voor mij was het juist heel heftig. Ik besefte: zo werkt het bij mij niet. Een dubbelleven, dat is niets voor mij.

"Het schuldgevoel na seks is pas jaren later overgegaan. Zo werkt indoctrinatie: je ideeën aanpraten over wat vies is, wat niet mag. Mannen die van mannen houden, zo zei een Marokkaanse mij, dat is geen liefde. Dat is lust. Zo wordt het gezien: als een dierlijke impuls die je moet controleren. Wie dat niet kan, begaat de grootste zonde.

"Ik zie het soms nog in de blikken van de moslims die weten dat ik homo ben. Zij doen iets wat niet mag - een glas drinken of zo - maar dat stelt niets voor vergeleken met het leven dat ik leid. Dat maken ze zichzelf wijs. Ze denken: 'Misschien beland ik wel in het vagevuur, maar hij zal vanuit de hel de vlammen aanwakkeren.' Dat is het probleem met het geloof in het hiernamaals: je leven hier telt enkel om te werken voor wat later komt.

Uit de kast gesleurd

"Op mijn achttiende kreeg ik de kans om een jaar in Parijs te werken. Eindelijk, een uitweg! Het is in deze gemeenschap niet vanzelfsprekend om alleen te gaan wonen: je blijft thuis tot je trouwt. Dan koop je een huis, een vrouw, een kind. Een auto. En nog een auto voor je vrouw, en een huis in Marokko. Dan zullen ze zeggen: je bent geslaagd. Het is wat mijn vader vroeg toen we elkaar na tien jaar terugzagen: 'Wat heb je hiermee bereikt? Waar sta je in dit leven?' Dat was erg confronterend. Ik heb mezelf de vraag ook oprecht gesteld. Ik zing, ik acteer en ik schrijf. Ik heb een studio van 35 vierkante meter in Antwerpen. Nu voel ik me onnoemelijk rijk.

"In Parijs kreeg ik voor het eerst een relatie, ik keerde terug naar huis als een ander mens. Dertig kilogram lichter, ander uiterlijk, volwassen. Voor het eerst in mijn leven dook ik in het Antwerpse nachtleven. Ik leerde mensen kennen, werd opnieuw verliefd. Het duurde niet lang voor geruchten het Kiel bereikten. Dat heb je met het dorp dat Antwerpen uiteindelijk is: sociale controle, geroddel en mensen die zich daaraan laven.

"Om de kastmetafoor te gebruiken: ik ben er uit gesleurd. Mijn zus - ik heb er vijf, ze waren er allemaal - vroeg het vlakaf: 'Zijde gij nen homo?' Ik kon kiezen: nog een paar jaar liegen of het onvermijdelijke ondergaan. Ik hoorde mezelf de woorden luidop zeggen en ik besefte heel goed: ik weet niet hoe dit eindigt. Ze reageerden geschokt, gekwetst en verdrietig. Er is gehuild.

"Ik ben naar mijn vriend vertrokken en pas vier dagen later teruggekeerd. Maar het ging niet meer. Eens alles bezonken was, reageerden mijn zussen uit machteloosheid, woede en onwetendheid. Ik moest er weg. Als je uit de kast komt, wil je enkel liefde voelen. Iemand die zegt: 'Je bent nog altijd dezelfde.' Geen suggesties om het 'op te lossen'. Ik heb geen afscheid genomen. Ik ben bij mijn vriend ingetrokken en heb mijn zussen sindsdien niet meer gezien.

Vandaag nog lastiger

"De ontnuchtering kwam snel: ik was weg, ik kon niet terug. Nooit meer, dacht ik. Ik ontwikkelde een afkeer tegen alles wat religieus was, of Marokkaans. Ik ben niet bijzonder trots op die periode, ik was boos en bang. Ondertussen weet ik beter: ik ken een katholieke jongen die naar de pastoor is gestuurd. De moeder van een andere Vlaamse homoseksuele vriend zei: 'We hadden het toch liever anders gezien.' Hoe kwetsend is dat? Ik geloof niet dat het zinvol is om één gemeenschap, één geloof met de vinger te wijzen. De wereld is grotendeels conservatief. Ik heb geleerd: begrip werkt alleen wederzijds. Je kunt mensen niet dwingen om jou te accepteren als je hen zelf niet aanvaardt. Dat stoort mij soms aan de LGBT-gemeenschap (lesbian, gay, bisexual and transgender, SVL): dat dwingende discours. 'Kom uit de kast! Aanvaard mij! Neem mij zoals ik ben!' Maar ook daar lopen mensen rond met onwrikbare vooroordelen.

"Ik had niet alleen met mijn familie gebroken, maar met een hele gemeenschap. Ik ben heel intensief in het gay milieu gedoken. Daar voelde ik me veilig. Ik trad op als dragqueen, liep voorop in de Pride. Voor het eerst in mijn leven kwam niemand me vertellen wat ik moest doen. In feite was het één lange schreeuw om aandacht.

"Ik ben getrouwd op 8 augustus 2008, 08-08-08. Ik hoopte dat we in de krant zouden komen, dat mijn familie het zou lezen: kijk naar mij, erken mij. Ik ben weg, maar ik besta. Ik heb nooit op meer dan 5 kilometer van mijn familie gewoond, maar ik bevond me in een heel andere wereld. En ik had geen wortels meer.

"In de gayscene was ik een nieuwkomer. Voor het eerst voelde ik me geen moslim of Marokkaan. Maar elke subcultuur heeft haar regels, beperkingen, sociale controle. Na een tijd besefte ik dat ik ook daar een label droeg. Dat van exotisch diertje. Het is een kleine wereld, heel blank ook, fel gericht op uiterlijk. Ik voelde me opnieuw bekeken. Ik heb geen spijt van die tijd - ik heb er enorm veel plezier aan beleefd - maar ik wilde ook uit dat vakje. En ik wou mijn vader terugzien. Hij ging toen naar de tachtig. Ik zou het mezelf niet vergeven als hij nooit van mij had gehoord waarom ik ben vertrokken.

"Ik schreef een brief en ik kreeg een antwoord. Ik zocht hem op en we hebben gepraat. Na alles wat er was gebeurd, had ik geen behoefte om nog te liegen. We zien elkaar af en toe. Hij is een wijs man. Ik praat met hem over religie en over het leven. Als ik hem opzoek, bedek ik mijn tattoos. Een teken van respect, zo ben ik opgevoed. Er wordt niet over homoseksualiteit gepraat. Maar er wordt me ook niet gevraagd wanneer ik ga trouwen. Ik hoef niet te doen alsof.

"Of ik mij moslim voel? Ik ben in een islamitisch gezin geboren. Ik ben besneden, hoeveel bewijs heb je nodig? Er wordt mij nooit gevraagd of ik mij homo 'voel'. Ik ben het. Ik bid geen vijf keer per dag, maar ik geloof wel. Een gelovige die allerlei regels nodig heeft, iemand die de wereld opdeelt in goed en slecht, is volgens mij een onzekere gelovige. En dan wordt geloof gevaarlijk.

"Ik twijfel niet meer over mijn seksualiteit. Ik voel geen haat of angst meer tegenover de islam of mijn gemeenschap. Ik voel me evenveel op mijn gemak bij mijn broers in een vzw op het Kiel als op de Pride. Mijn twee broers zijn meer dan vijftien jaar ouder, ze hebben mijn woelige periode niet bewust meegemaakt. Onze relatie is niet zo gecompliceerd als die met mijn zussen. En ondertussen ben ik ook in het reine met mezelf. Ik hoef niet langer te schreeuwen dat mensen me moeten accepteren. Beschimpingen op straat raken me niet meer.

"Ik vrees dat het voor jonge moslimhomo's vandaag nog lastiger is. Via sociale media is de sociale controle nog opgedreven, het internet biedt nog meer kansen op allerlei stiekeme contacten. Mensen zijn bang, religie biedt houvast. Ik zie niet meer openheid, integendeel. Juist daarom wil ik er over praten: dat moet gewoon veranderen. De LGBT-community is juist heel zichtbaar. Marokkanen in Borgerhout hebben nu blanke homokoppels als buren. Je kunt niet meer doen alsof je het niet ziet.

"Homoseksualiteit is heel individualistisch, het is in feite enkel een strijd met jezelf. Dat jouw zijn, jouw leven, wordt afgekeurd door verschillende godsdiensten kan ik gewoon niet aanvaarden. Je doet toch niemand kwaad omdat je niet in hun wereldbeeld past?"