Direct naar artikelinhoud

'mijn huwelijk dat zo onaantastbaar leek, blijkt ineens even kwetsbaar als andere huwelijken'

Toen Babette (48) haar man leerde kennen, was die al getrouwd. En papa. Maar hun liefde voor elkaar was sterk genoeg om de hel te overleven. Net daarom worstelt ze met het besef dat er nu sleet komt op dit ijzersterke huwelijk.

Ik leerde mijn man kennen toen hij mijn baas was. We werden verliefd en na een tijdje verliet hij, ik kan wel zeggen een beetje argeloos, zijn gezin. Hij was eigenlijk altijd op weg en aan het werk. Hij dacht, als ik echt wegga, is dat voor hen nauwelijks een verschil. Maar daarin had hij zich natuurlijk vergist. Zijn tienerzoon die net op dat moment zijn eerste liefde had leren kennen, riep dat hij het nog liever uitmaakte met zijn vriendin, dan dat zijn ouders uit elkaar gingen. En toen dat toch gebeurde, heeft hij zijn vader heel lang niet willen zien. Mijn man en ik waren gelukkig samen, dat werd niet minder door die nare situatie rond zijn gezin, maar zijn verdriet, of misschien moet ik zeggen het verdriet van zijn hele gezin, hing meteen vanaf de eerste dag boven onze verhouding. Onze start was ongelijk, er stond veel druk op.

"Mijn man had het zeker niet slecht bij zijn vrouw. Ik ben me er altijd van bewust geweest dat, als hij mij niet was tegengekomen, hij misschien wel nooit was weggegaan. Ik weet nog dat ik vlak voor hij daar wegging, toespelingen maakte op de mogelijke reacties van zijn zoon, maar hij keek mij verbaasd aan en zei: de verhouding met mijn zoon kan gewoon niet stuk, wij zijn gek op elkaar. Dat die breuk toch heeft plaatsgevonden, heeft me op andere gedachten gebracht over scheidingen. Dat klinkt misschien gek, uit mijn mond, omdat ik in zekere zin de aanstichter was van de breuk - al is hij natuurlijk zelf in de eerste plaats verantwoordelijk. Maar het is net of ik via het verdriet van mijn man besef dat je in sommige gevallen beter getrouwd kunt blijven, dan dat je je hele omgeving meesleept in de misère van een scheiding. Ik heb mijn man een beetje zien sterven toen hij niet welkom bleek bij het afstuderen van zijn zoon. Daar moet bijna onmenselijk veel liefde tegenover staan om dat draaglijk te maken en te compenseren.

"Nog eens, ik weet dat ik niet de aangewezen persoon ben om geloofwaardig te pleiten tegen een overhaaste scheiding, maar ik ben wel de vrouw geweest die van zeer nabij de gevolgen, de pijn, heeft gezien. Zonder het uit te spreken, heb ik altijd het gevoel gehad dat ik iets moest compenseren, dat het tussen ons wel heel gelukkig moest zijn om zijn besluit te kunnen rechtvaardigen.

"Stap voor stap werd het contact tussen hem en zijn zoon hersteld. Toen die jongen zelf vader werd, voelde mijn man zich sterk genoeg om te zeggen dat hij voortaan ook af en toe zijn nieuwe vrouw zou meenemen op visites. En dat werd gedoogd. Vanaf dat moment vergezel ik hem soms op verjaarsvisites. Maar dat heeft wel tien moeizame jaren geduurd, en mijn contact met zijn zoon en schoondochter is soms best hartelijk, maar vaker nog koeltjes of beleefd. Ik heb altijd één voordeel gezien aan de strijd die onze verhouding moest rechtvaardigen: wij hebben zoveel ellende het hoofd geboden, ons huwelijk kon niet anders dan onverbrekelijk zijn. Op een of andere manier had ik het gevoel dat die barre omstandigheden zorgden voor een extra stevig fundament. Nooit zou ik het over mijn hart krijgen hem in de steek te laten. Maar een paar jaar geleden merkte ik ineens hoe betrekkelijk en naïef die veronderstelling was. Op mijn werk was er een man die belangstelling voor me had. Toen hij me probeerde te kussen, weerde ik hem af, maar raakte wel onmiddellijk geïntrigeerd. Heel kinderachtig, maar het was of mijn wereld groter werd, alleen maar omdat ik leuk gevonden werd. Deze man heb ik afgewezen, maar een half jaar geleden ontmoette ik opnieuw een man die mij zo van mijn stuk bracht, dat ik zelfs eens met hem heb afgesproken in een hotelkamer. Wat betreft seks is het bij die ene keer gebleven, maar daarna begonnen de berichten en de herinnering aan die ontmoeting bleef maar spoken.

"Zo vreemd, mijn huwelijk dat zo onaantastbaar leek, een baken, dat zo verankerd leek door de ontstaansgeschiedenis, blijkt ineens even kwetsbaar als alle andere huwelijken. Het valt me tegen dat ik zo ontvankelijk ben, dat ik ineens hoor bij dat grote percentage vreemdgangers op wie ik altijd een beetje neergekeken had. Ik heb wel eens gelezen dat vrouwen van rond de vijftig wel vaker nog een keer hun aantrekkingskracht willen toetsen, maar wat een teleurstelling dat ik een van hen was geworden en niet zo sterk en trouw en uniek was als ik altijd had gedacht. Het begeerd willen worden door die man is geen verliefdheid, maar wel zo hevig, dat ik mijn humeur ongewild laat afhangen van de frequentie van zijn berichtjes. Ik weet dat ik niet weg wil bij mijn man, daar heeft het allemaal niks mee te maken. En toch ben ik zo gehecht geraakt aan de spanning van deze aandacht dat ik maar blijf denken aan die andere man. En erger nog, ik vecht er niet eens tegen.

"Toen mijn man mij twee weken geleden zei dat ik me de laatste tijd zo afwezig gedroeg, dat het leek of ik ongeduldiger was geworden en minder geïnteresseerd, schrok ik. Haarfijn wist hij het overgangsmoment te benoemen. En ik dacht nog wel dat ik het zo goed verborgen had gehouden. Daarop heb ik een time-out met de andere man afgesproken. Want dit heeft mijn man niet verdiend. Mijn verlangen vloeit, maar mijn wil heeft maar één focus. Ik mis die ander, het schrijnt vanbinnen. Maar sterker nog is het verdrietige besef dat zelfs ons zwaar bevochten huwelijk niet immuun is voor slijtage. Alles gaat kraken en piepen op den duur, ook dat wat voorbestemd leek voor eeuwig te zijn."