Direct naar artikelinhoud

Macedonisch leger zet 'beslissend' grondoffensief in

Macedonische strijdkrachten zijn gisteren een hevig grondoffensief begonnen tegen de Albanese rebellen in de heuvels rond de stad Tetovo. Albanees-Kosovaarse leiders vrezen voor een uitbreiding van het conflict als de regering in Skopje de strijd niet staakt.

Tetovo / Pristina

Reuters / afp

Onder dekking van zwaar geschut vanuit tanks en helikopters openden honderden Macedonische soldaten gisteren een grondoffensief tegen de Albanese rebellen die vanuit de heuvels rond Tetovo nu al dagenlang de stad bestoken. De Macedonische strijdkrachten botsten op zwaar geweervuur, maar in het begin van de namiddag heroverde een eerste colonne van tanks en pantservoertuigen al een strategische heuvelrug. Vanuit de stad was te zien hoe rook opsteeg uit het Albanese bergdorp Gajre. Een Macedonisch pantservoertuig werd er geraakt door een granaat van de rebellen, die nog steeds een andere heuvelrug in handen hadden, van waaruit ze ook Tetovo beschoten. De Macedonische legerbasis aan de rand van de stad met zeventigduizend inwoners, die nu zo goed als verlaten is, werd ondertussen voortdurend onder vuur genomen door sluipschutters. Het Macedonische leger beantwoordde de aanvallen met mortiervuur. Er vielen in Tetovo al minstens vier gewonden. Een Macedonische soldaat werd per abuis door zijn collega's gedood.

De Macedonische premier Ljubco Georgievski verklaarde gisterenavond dat het leger alle sleutelposities in de bergen weer had ingenomen. "Al onze informatie toont aan dat we de strategische posities van de Albanese rebellen hebben ingenomen", zei hij op de televisie. "De operatie verloopt zoals gepland. De centra van waaruit ze opereerden zullen met de grond worden gelijkgemaakt."

De krijgslustige taal van Georgievski verontrust de Albanezen in het naburige Kosovo. De leiders van de drie grootste Albanese partijen in Kosovo verklaarden gisteren te vrezen dat de actie van het Macedonische leger tegen de Albanese rebellen een vreselijk conflict zal uitlokken.

"Indien Skopje blijft reageren met militaire middelen, gaat het geweld tot meer geweld leiden", reageerde vice-president Hajredin Kuqi van de PDK (Democratische partij van Kosovo) gisteren in een reactie op de operatie van het Macedonische leger. Zijn collega Ahmet Isufi van de AAK (Alliantie voor de toekomst van Kosovo), waarschuwde voor een uitbreiding van het conflict en riep de internationale gemeenschap op tussenbeide te komen voor de situatie aan alle controle zou ontsnappen. "Indien Skopje niet stopt, zal dat leiden tot een oorlog met vreselijke gevolgen voor de hele regio", zei ook Skender Hyseni, woordvoerder van de LDK (Democratische Liga van Kosovo).

De buitenlandcoördinator van de Europese Unie, Javier Solana, meent evenwel dat het conflict in Macedonië onder controle is. "Ik heb de indruk dat het hoogtepunt van de spanningen voorbij is", zei hij in een interview dat vandaag in de Duitse krant Die Welt verschijnt. Solana vindt vergelijkingen tussen de crisis in Macedonië en eerdere oorlogen op de Balkan overdreven: "We hebben het nu over driehonderd tot vierhonderd strijders. Dat is niets in vergelijking met wat we in de jaren negentig hebben gezien op de Balkan." Een woordvoerder van de rebellen zei vorige week echter dat zijn beweging tot zevenduizend man op de been kan brengen. De Albanese rebellen zijn erfgenamen van het Kosovaarse Bevrijdingsleger UCK. Ze eisen meer rechten voor de Albanese minderheid in Macedonië. Een andere fractie van hun guerrilla was sinds eind vorig jaar actief in de Presevo-vallei, een strategische vallei met Albanese dorpen in de bufferzone tussen Kosovo en Servië.

In die bufferzone, waar volgens de wapenstilstandsakkoorden tussen KFOR en Joegoslavië geen troepen in mochten, worden sinds kort weer Joegoslavische strijdkrachten gedoogd door de Navo. Een eerste voorhoede van meer dan duizend militairen trok gisteren de zone binnen. De maatregel is bedoeld om het vacuüm op te vullen dat de Albanese rebellen in staat stelde ongestraft gebieden in te nemen.