Direct naar artikelinhoud

Trump krijgt klappen maar is nog niet knock-out

'The Donald' heeft een typisch 'trumpiaanse' week achter de rug. Uit de ene na de andere poll blijkt dat Donald Trump op zwaar verlies staat. Maar is hij daarmee onschadelijk?

Het was een triomfantelijke week voor progressief Amerika. Donald Trump, de Republikeinse presidentskandidaat, gooide vrijwillig zijn eigen ruiten in en stampte de scherven verder fijn. In een hele reeks blunders liet hij zich van zijn meest trumpiaanse kant zien: als een instabiele narcist met een xenofobe onderbuik en lange tenen, die slecht hoofd- van bijzaken kan onderscheiden, overal complotten ontwaart en graag kernraketten afschiet.

Ook de media beleefden de week van hun leven. Door Trump gek te verklaren komt Amerika weer bij zinnen. Maar dan moet je oppassen.

Natuurlijk is Trump deze week uitzinnig geweest. Zijn herhaalde aanvallen op de ouders van een gesneuvelde moslimsoldaat, zijn lange aarzeling om dan dit weekend uiteindelijk toch steun uit te spreken voor partijleider Paul Ryan, zijn aantijging dat er gesjoemeld gaat worden met de verkiezingen roepen meer dan ooit vragen op over zijn persoonlijkheid. Obama is niet de enige die vindt dat Trump ongeschikt is voor het presidentschap.

Dit komt een week nadat de Democraten op hun Conventie een slimme campagne begonnen, gericht op gematigde Republikeinen, met het argument dat Trump geen Republikein is. Deze week begonnen de eerste Republikeinse volksvertegenwoordigers zich voor Clinton uit te spreken.

En ook de kiezers hadden het in de gaten. Volgens de laatste peilingen staat Hillary Clinton nu zo'n 8 à 9 procent voor op Trump. Een week geleden lagen ze nog ongeveer gelijk. Volgens de veelgeroemde statisticus Nate Silver zijn Trumps kansen op de overwinning geslonken tot 18 procent. Vorige week stonden hij en Clinton nog op fifty-fifty. Het zijn grafieken die juichend worden rondgetwitterd door journalistiek Amerika.

Finale nadert

De Democratische overwinningsroes en bijbehorende neerbuigendheid doen denken aan vorig jaar, toen Trump net met zijn campagne begon en vooral de progressieve media dachten dat die hooguit een maand ging duren.

Peilingen en kansberekeningen zijn zeker interessant, maar niet als voorspelling. Kansberekeningen hebben alleen voorspellende waarde als alles verder gelijk blijft. Ze laten zien wat er gebeurd is, niet wat er nog gebeuren gaat.

Ook de cijfers van afgelopen week zijn op langere termijn bekeken niet zo heel opmerkelijk. Voor de golven van de twee conventies stond Trump zo'n 5 tot 10 procent achter op Clinton. Het tij van de Republikeinse conventie tilde Trump op, dat van de Democratische conventie dreef Clinton omhoog.

Toch zijn er verschillen met eerdere momenten in de verkiezingscampagne. Er is minder tijd tot de finale, kiezers zullen Trump minder vaak het voordeel van de twijfel geven en, het belangrijkste, het gaat nu om de échte verkiezingen. Trump heeft, meer dan tijdens de primary's, ook gematigde en conservatieve Republikeinen nodig om te winnen.

Schreeuwende gekken

De conservatieven komen vanzelf, wegens de dreiging van een progressief hooggerechtshof als Clinton wint. Maar de Kasich- en Bush-stemmers, plus de 'redelijke' onafhankelijke kiezers - samen goed voor 10 procent - gaan steeds meer twijfelen. Als Trump die van zich blijft afstoten, en ook andere subgroepen zoals de militairen en veteranen, dan houdt hij alleen de harde kern over die hem naar de nominatie heeft gebracht.

Daar gaat hij nooit mee winnen, zeker niet omdat de Republikeinen hoe dan ook al een demografische achterstand hebben met hun vrouwonvriendelijke, millennial-onvriendelijke en minderheden-onvriendelijke standpunten.

Dus heeft Trump het moeilijk. Maar er kan nog van alles gebeuren. Een aanslag, een beurskrach, nieuwe politiedoden. De Republikeinse nadruk op law and order is strategisch gezien zo gek nog niet in tijden van (ondervonden) onveiligheid, zoals bleek uit de gestegen peilingen van Trump na de conventie.

Onveiligheid baart veel Amerikanen zorgen. Met hun optimistische, patriottische conventie hadden de Democraten daaraan geen boodschap. Zij legden de nadruk op de toekomst die alleen maar beter gaat worden, zonder veel woorden vuil te maken aan terrorisme of criminaliteit, of zoiets als het begrotingstekort - een ander Republikeins zorgenkind. Sociaal-cultureel werd, mede door de invloed van Bernie Sanders, de hele progressieve agenda uitgespeeld, van het onbeperkte recht op abortus tot gratis universitair onderwijs en een uitbreiding van de sociale voorzieningen. Het past in de algehele teneur van Amerika, dat de laatste jaren op veel vlakken moderner is geworden. En juist dat is een van de redenen van de opkomst van Trump.

Het triomfalisme van de afgelopen week zal de anti-elitaire gevoelens in zijn achterban alleen maar aanwakkeren. De onvrede van Trump-stemmers is economisch, maar ook cultureel: zij voelen zich achtergelaten, voorbijgestreefd en genegeerd, soms zelfs vernederd door de progressieve bewoners van de kusten en de (studenten)steden, met de media als fanfare eromheen.

Kijk eens met hun ogen naar het filmpje van The New York Times deze week, die een compilatie had gemaakt van scheldende Trump-stemmers bij een verkiezingsbijeenkomst. Zó worden zij dus afgeschilderd. In zekere zin leek de krant weer bij af: bij een stereotypering van de white trash die jaren de krant niet heeft gehaald.

Ja, die schreeuwende gekken zijn echt, zoals elke voetbalclub een harde kern heeft van schreeuwende gekken. Maar het doet geen recht aan de meerderheid in het stadion, en vooral buiten het stadion, die meestal beleefd, vriendelijk en soms best geestig, heel goed kunnen uitleggen waarom ze achter deze man aan lopen.

De kans is groot dat Trump verliest. Maar zijn kiezers zijn daarmee nog niet verdwenen.