Direct naar artikelinhoud

Come as you are

Auteur-journalist (bekend van haar podcast Vuile lakens) en seksuoloog Wim Slabbinck (op 15/9 verschijnt zijn boek Waarom mannen geen seksboeken kopen), schrijven om de week over de geneugten van het vlees.

Bij de meeste nieuwsberichten die de revue passeren, vraag ik me af hoe de hoofdrolspelers zich in bed gedragen. Zou Trump zijn Melania ooit langdurig plezieren? Als vrouwen niet in het openbaar mogen lachen van Erdogan, is klaarkomen dan een halsmisdaad? Hoe zijn aanslagplegers seksueel volwassen geworden? Bedenkingen die frivool lijken in tijden van grote geo- politieke bevingen.

Toch moet je om een maatschappij te begrijpen tussen de lakens gaan loeren, vindt Shereen El Feki. Deze Egyptisch-Britse journaliste drong binnen in de Arabische slaapkamers van na de gefaalde Lente. Erg opwekkend is het daar niet, lezen we in Sex and the Citadel: Intimate Life in a Changing Arab World: het huwelijk is heilig, maar de hypocrisie is groot. Voorlichting is er nauwelijks, koppels praten zelden of nooit over seks. Mannen zijn bang voor de 'ongeremde vrouwelijke drift', die dus te allen prijze beteugeld moet worden.

Het is makkelijk om haar boek meewarig hoofdschuddend te lezen, de arme Arabische vrouwen beklagend omdat hun genot zo ingeperkt wordt door die door de islam verziekte mannen van hen. Wanneer dezelfde mannen hier aankomen als vluchteling, hoor je vaak in het debat, kunnen die hun onderdrukte driften natuurlijk niet onder controle houden en grijpen ze naar de borsten en billen van onze seksueel bevrijde vrouwen.

Maar zo eenvoudig is het niet, betoogt El Feki. Er is zeker een probleem: Arabische mannen gaan gebukt onder onbereikbare idealen van mannelijkheid. Ze moeten de zorg voor de familie dragen, maar vinden geen werk. Ze zijn nieuwsgierig naar seks, kijken porno en neuken voor het huwelijk, maar dat moet in het geniep.

Maar El Feki ziet hetzelfde bij de christelijke Arabische gemeenschappen. De verkrampte omgang met seks is dus meer een symptoom van een hyperstreng patriarchaal systeem dan van de islam. Een systeem dat we hier nog niet eens zo lang geleden van ons hebben afgeschud. Toen mijn overgrootmoeder zich in 1946 in een piepklein en oerkatholiek Waals dorpje voor de rechter liet scheiden van haar man, met de voor een paar hoogbejaarde dorpsgenoten nog steeds legendarische woorden "Il ne me suffit pas", werd ze ook uitgespuwd door de gemeenschap.

Nog altijd voelen we de echo's van dat patriarchaat: volgens onderzoek vinden Vlaamse jongeren dat het voor de reputatie van meisjes beter is om niet met Jan en alleman in de koffer te duiken.

In de Arabische wereld is de weg naar seksuele gelijkwaardigheid en vrijheid nog ontiegelijk veel langer, volgens El Feki. "Als man en vrouw geen gelijkwaardige verhouding hebben in bed, hoe kun je dan ooit een democratische samenleving krijgen?", vraagt ze zich vertwijfeld af.

Maar vanuit het Westen belerend naar de islam wijzen als de grote, preutse boosdoener, zal weinig frustraties verhelpen. Hoe kan emancipatie die wordt opgelegd, als echte emancipatie voelen? Ik zou dus graag nieuwsberichten lezen over die paar moedige islamitische feministes, die op hun manier op zoek gaan naar een vorm van seksuele ontvoogding. Want wat er tussen hun lakens gebeurt, kan een sprankeltje hoop zijn.

De verkrampte omgang met seks is meer een symptoom van

een hyperstreng patriarchaal systeem dan

van de islam