Direct naar artikelinhoud

Verboden vruchten

AFSCHEID

Vandaag heb ik het uitgemaakt
Met mijn direct leidinggevende.
Ik vroeg hem even te gaan zitten,
Ademde in,
En trok de pin uit de handgranaat.
Ik zag eerst verbazing op zijn gezicht en toen,
Tot mijn verrassing, authentieke pijn.
Ik zag splinters in zijn ogen.
Ik zag hoe hij in een maand tijd
Zijn hele afdeling had verloren.

Ooit, na een afscheid in een kamer
Die veranderde in een graf,
Nam ik mij voor:
Ik verbreek nooit meer een relatie.
En nu zag ik dat ik het toch had gedaan, alweer.

Ik zag hoe hij alleen achterbleef.
Alleen met het kopieerapparaat.
De pijn, de authentieke pijn
In de ogen van mijn direct leidinggevende.

Ik begreep dat ook leidinggeven
Een ondergewaardeerde vorm van liefde is.

Uit: Alexis de Roode, Een steen openvouwen, Podium, 80 p., 17,50 euro, 2017.

it jaar is het thema van de Boekenweek 'verboden vruchten' en dat is een heerlijk breed onderwerp: de literatuur bestaat immers al eeuwen uit een oerwoud aan illegale fruitbomen. De grap is dat we bij dit soort vruchten direct aan seks denken, terwijl er in de literatuur ook nog andere onderwerpen zijn die ons rode oortjes kunnen bezorgen, van schaamte of van boosheid, zoals de dood, religie of de politiek. Daarom zou ik vandaag, in voorbereiding op de Boekenweek, me graag richten op déze verboden vruchten, omdat ik vrees dat we komende week zo hard zullen worden doodgegooid met erotische lectuur dat er een fust glijmiddel aan te pas moet komen om mij weer het bed in te krijgen.

Laten we eerst onze tanden zetten in de dood, een van de felst belichte taboes in de letteren: de literatuur kent talloze prachtige elegieën en flirts met het levenseinde. Het werk van Jotie T'Hooft kan hierbij niet onaanbevolen blijven. Neem zijn gedicht 'Een brief', dat begint met de prachtige strofe: 'Lieve dood, ik weet dat gij niet lief zijt/ maar als handwerkman uw dagen slijt./ Ik heb u geschreven om uw komst te vragen/ maar het lijkt enkel uw komst te vertragen.' Of hoe hij de aanwezigheid van levensvreugde in zichzelf verwoordt met 'ik ben de wereld, in mij is onstuitbaar de doodsbloem ontloken'.

Voor wie zich deze week wil inlezen in verboden religieuze vruchten, moet het werk van de 13de-eeuwse begijn Hadewych openslaan. Ze maakte zinderende gedichten over haar liefde voor God die soms zo sexy zijn dat je er opvliegers van krijgt. Zij omschreef haar verlangen als zoet en wreed en dat komt in talloze prikkelende gedichten naar voren: 'die fiere, die daer toe sijn ghedeghen/ datse onghecuster minnen pleghen,/ si selen in allen weghen daer jeghen/ stout sijn ende coene.' Prachtig en gevaarlijk: in haar tijd kon zo'n lustvolle knipoog naar de Heer natuurlijk genoeg zijn voor een enkeltje brandstapel.

Voor een interessant politiek stuk fruit kunnen we ten slotte niet om de kersverse bundel van dichter Alexis de Roode heen: Een steen openvouwen. Mijn Boeddha, ik heb sinds Van groot belang van Nachoem Wijnberg niet meer een verzameling gedichten gelezen die zo ingaat op de tijdgeest, op hoe de wereld in de fik staat en op de onverschilligheid van de bureaucratie. Er zijn talloze scherpe zinnen in te vinden, zoals 'omdat ik voor het goede ga werken, is mijn salaris enorm' of 'Ooit, op een zonnige dag/ zal de kritische massa bereikt worden./ Dan zal men wonderen zien in de wereld/ van vleesverwerking.' Of neem het gedicht hierboven, waarin leidinggeven op een zeer sarcastische wijze wordt gepresenteerd als een ondergewaardeerde vorm van liefde.

Wie na de Boekenweek even helemaal gaar is van de erotiek, verwijs ik graag naar bovenstaande dichters door. Gelukkig maar dat er anno 2017 nog steeds taboes zijn: liever geraakt dan onverschillig. Leve alle soorten verboden vruchten: ze zorgen ervoor dat we onze eetlust behouden.