Direct naar artikelinhoud

Column De vijand

Joachim Pohlmann is woordvoerder van Bart De Wever (N-VA) en schrijver van Een unie van het eigen. Zijn column verschijnt wekelijks.

Vorige week stelde ik dat links strijdt tegen onrecht en slachtoffers nodig heeft om dat te concretiseren. Het slachtoffer werd een ideologische constructie, beladen met (positieve) vooroordelen. Na het gepeuter naar uw splinter is het enkel fair om de balk in mijn blikveld te beroeren.

Het basisconcept van rechts - of het nu gaat over staatsinmenging, welvaart of het Avondland - is 'bescherming'. En wie bescherming biedt, beschermt altijd tegen iets. Er is een sluimerende, dan wel acute bedreiging . Anders gezegd: er moet een tegenstander zijn.

U ontwaart in die denktrant het wij-zij- discours waar u als rechtgeaarde progressief zo'n aanstoot aan neemt: "Het is weer de schuld van de socialisten/de Walen/wereldvreemde rechters/de vluchtelingen/de media ..."

Mensen van mijn slag zien die dialectische dynamiek als de motor van vooruitgang. Ik respecteer en waardeer mijn tegenstanders. Ik ben het alleen met hen oneens. Maar er is wel degelijk het gevaar van een ontsporing, met name als een tegenstander 'de vijand' wordt.

Zoals 'het slachtoffer' een rechtschapen onpersoonlijke categorie is die geholpen moet worden, is 'de vijand' een verwerpelijke onpersoonlijke categorie die uitgeschakeld moet worden. Ze zijn elkaars inverse. Al is er qua sentiment een belangrijk verschil.

Een gesacraliseerd slachtoffer is vanuit ethisch oogpunt immers te verkiezen boven een gedemoniseerde vijand. En ook de focus op onrecht oogt wenselijker. Het richt zich op de ander, terwijl bescherming een zweem van zelfzucht heeft: je beschermt iets omdat je er een belang in hebt.

Daaruit put de linkerzijde een morele superioriteit ten opzichte van haar pendant, met als ondertoon: wie zo denkt, bezondigt zich aan een afkeurenswaardige vorm van groepsegoïsme en moet wel een slecht mens zijn.

Beschermende cocon

Dat zwelgen in huichelachtige ongenaakbaarheid wekt ergernis op aan de rechterzijde, waar meewarig het hoofd wordt geschud bij zoveel goed menende naïviteit. Het wederzijdse onbegrip en onvermogen om elkaars denkwijze te doorgronden, leidt tot de welig tierende dovemansgesprekken op sociale media.

De realiteit is dat we elkaar nodig hebben. De West-Europese welvaartsstaat, met zijn sociaaldemocratische hardware en liberale software, is zeer kwetsbaar omdat er een zelfdestructiemodus in zit. Onze rechten en vrijheden kunnen gebruikt worden om ze af te schaffen.

Ik hoor graag dat u uw leven veil hebt om iemand anders recht op vrije meningsuiting - hoe onoorbaar ook - te verdedigen. Tot niemand zijn leven nog kan geven omdat allen onder het kapmes zijn beland van de aanhangers van die onoorbare mening.

Zonder beschermende cocon zijn wij zo goed als weerloos. Men kan geringschattend doen over 'kleinzielige' collectieve identiteiten, dure gevechtsvliegtuigen of gecontroleerde grenzen. Maar dergelijke beschermingsmechanismen zijn even cruciaal als eender welk verheven principe.

Mensenrechten verdedig je met vuur, maar je beschermt ze met vuurkracht. Net zoals dezelfde mensenrechten dienen om die vuurkracht te temperen en binnen het kader van het toelaatbare te houden. De strijd tegen onrecht en bescherming tegen dreiging moeten elkaar in evenwicht houden.

Ik noem dat realisme, u wellicht cynisme. Of misschien had Bob Terwilliger (Sideshow Bob uit The Simpsons) toch gelijk: uw knagende geweten zet u ertoe aan om links te stemmen, maar diep vanbinnen verlangt u naar een rechtse zak die belastingen verlaagt, criminaliteit keihard aanpakt en over u heerst als een koning.