Direct naar artikelinhoud

Luchtvervuiling is stille moordenaar

In één jaar stierven 12.580 Belgen door luchtverontreiniging. Daar hebben de vervuilende auto's op onze wegen veel mee te maken. Dat blijkt uit een rapport van het Europees Milieuagentschap, waar de Belg Hans Bruyninckx aan het hoofd staat.

Luchtvervuiling is een stille moordenaar. Fijn stof, stikstof en ozon veroorzaken meer ademhalingsproblemen, kankergevallen, hart- en vaatziekten en een verminderde conditie van het hart. Vooral bij wie al kwetsbaar is, kinderen en ouderen in het bijzonder, vormt de vervuiling die extra bepalende factor die leidt tot een vroegtijdig overlijden.

"Hoeveel 'vroegtijdiger' dat dan is, is niet te vatten in een cijfer", vertelt Hans Bruyninckx, de Belgische directeur van het Europees Milieuagentschap. "Maar het is wel bewezen dat wie dichter bij een broeihaard van vervuiling woont, minder lang leeft én minder kwaliteitsvolle levensjaren heeft. Die mensen zijn vaker ziek, vaker afwezig op het werk... Stel dat duizend mensen die rond de Antwerpse ring wonen op een bepaalde leeftijd sterven, dan kunnen we met zekerheid zeggen dat dat er een stuk minder zouden zijn als diezelfde groep in de stille Kempen had gewoond. Of nog: mensen die een orgaantransplantatie achter de rug hebben, leven daarna langer naarmate ze verder van een drukke snelweg wonen. Dat blijkt uit een heel recente studie van de KU Leuven."

Het aantal slachtoffers van vervuilde lucht gaat jaar na jaar de hoogte in. Liefst 555.000 in heel Europa in 2013, tegenover 524.000 in 2012 en 475.472 het jaar daarvoor. Niet per se omdat we slecht bezig zijn, wel omdat er steeds meer mensen in een stad en dus dichter bij drukke wegen en industrie wonen. 85 procent leeft in een stad die de norm overschrijdt. Bovendien vergrijst de bevolking en is die dus vatbaarder voor de impact van luchtvervuiling.

Concrete tips

Om de luchtvervuiling eindelijk ten gronde aan te pakken, moet er nog veel gebeuren, weet Bruyninckx. "De basisoorzaken moeten worden aangepast en dat kan al met heel concrete tips. Vermijd houtkachels en open haarden, bijvoorbeeld. Vervang verouderde verwarmings- en stookketels door nieuwe, zuinige exemplaren. Maar vooral: kies voor duurzame mobiliteit. Koop niet langer een wagen op diesel of brandstof, maar schaf een elektrisch exemplaar aan. En ga te voet, met de bus, trein, of fiets..."

Vele kleintjes maken uiteindelijk één groot, al is het wegwerken van dat fijnstof volgens Bruyninckx zeker niet alleen een individuele verantwoordelijkheid. Een systeemverandering dringt zich op. "Het is de overheid die het heft in handen moet nemen, want met mobiliteit hebben we een serieus probleem. Een smogalarm helpt, maar het is slechts een pleister op de wonde. De overheid moet zorgen voor beter openbaar vervoer, een goede fietsinfrastructuur, lage-emissiezones in de stad... Het is niet de vraag óf we elektrisch moeten gaan rijden, maar wel wannéér. Noorwegen deed het al: vanaf 2025 komen daar geen diesel- en benzinewagens meer binnen. Hoog tijd dat er ook bij ons op dat vlak een doorbraak komt."

Strengere plafonds

Gisteren gaf het Europees Parlement nog zijn fiat voor de invoering van strengere uitstootplafonds voor vervuilende stoffen zoals stikstofdioxide, fijnstof en ammoniak. Die maatregelen worden echter pas vanaf 2030 bindend. Bedoeling is om de impact van luchtvervuiling op de volksgezondheid te halveren.

In 2013 - de meest recente cijfers van het Europees Milieuagentschap (EEA) - was verontreinigde lucht dus verantwoordelijk voor 555.000 vroegtijdige overlijdens in 41 landen van Europa. In België waren dat er 12.580. Daarmee zijn we niet de slechtste leerling van de klas: Oost-Europese landen zijn er slechter aan toe, maar er is toch veel ruimte voor beterschap.