Direct naar artikelinhoud

President van Gambia, met dank aan de buurlanden

In Gambia lijken de laatste uren aangebroken voor president Yahya Jammeh, de man die weigerde zich neer te leggen bij zijn verkiezingsnederlaag eind vorig jaar.

Kort nadat in de Senegalese hoofdstad Dakar zijn rivaal Adama Barrow was ingezworen, trokken de eerste troepen uit Nigeria en Senegal de grens over. Inwoners zagen gisteren op het einde van de middag pantserwagens van het Nigeriaanse en Senegalese leger op de Gambiaanse wegen. Zij zouden op weg naar de hoofdstad Banjul geen enkel verzet zijn tegengekomen. Volgens een woordvoerder zijn de militairen bedoeld om "de bevolking van Gambia te beschermen".

Het andere doel is uiteraard om Yahya Jammeh tot aftreden te dwingen. Gisteren nam de Veiligheidsraad van de VN unaniem een resolutie aan die Ecowas, een coalitie van West-Afrikaanse landen, toestemming geeft "alle nodige middelen" te gebruiken om ervoor te zorgen dat Adama Barrow zijn ambt als wettig gekozen president kan vervullen. Jammeh heeft zelf nog niet officieel gereageerd op de jongste ontwikkelingen. Hij zou nog steeds in Gambia verblijven. Maar gisteren werd ook duidelijk dat vertegenwoordigers van Ecowas, naast de militaire druk van een interventiemacht, proberen om Jammeh uit eigen beweging uit het land te laten vertrekken.

Snelle overgave

Barrow zelf is nog niet in het land. Hij werd eind van de middag, lokale tijd, geïnaugureerd in de Gambiaanse ambassade in Dakar en daarmee volgens de regels der diplomatie op Gambiaans grondgebied. Direct na zijn installatie als president en opperbevelhebber gaf hij de leden van de Gambiaanse krijgsmacht bevel in hun kazernes te blijven.

Of dat ook zal gebeuren en Gambia vredig zal blijven, is nu de grote vraag. De Gambiaanse krijgsmacht telt naar schatting slechts zo'n 2.500 soldaten. Zij zijn nauwelijks opgewassen tegen de troepenmacht die Ecowas paraat heeft, met soldaten en materiaal uit zowel Nigeria als Ghana, Togo, Mali en Senegal, het land dat Gambia aan drie kanten omsluit.

Het hoofd van de Gambiaanse krijgsmacht, Ousman Badjie, die zich eerder loyaal aan Yahya Jammeh had verklaard, liet woensdag weten niet bereid te zijn om zijn manschappen op te offeren in een "domme strijd" tegen de Ecowas-interventiemacht. Hij zinspeelde op een snelle overgave van de meeste Gambiaanse militairen.

Geen sneuvelbereidheid

Daarmee is Jammeh aangewezen op zijn even trouwe als kleine Nationale Garde, die voor een groot deel bestaat uit militairen die etnische verwant zijn met de man die Gambia de afgelopen 22 jaar op vaak wrede wijze heeft bestuurd. Jammeh heeft ook jonge huurlingen uit omringende landen geronseld, maar hun sneuvelbereidheid is waarschijnlijk miniem.

Het persbureau Bloomberg meldde gisteren dat Jammeh in gesprek zou zijn met vertegenwoordigers uit Mauretanië om daar in ballingschap te gaan.