Direct naar artikelinhoud

'De naam Focketyn kan voor en tegen mij werken'

Arne (26), de zoon van acteur Frank Focketyn, zet zijn eerste stappen als programmamaker. Zijn reeks Het eerste kwartaal gaat over beginnende ondernemers die hun weg zoeken.

Hij veroverde België al op zijn acht jaar met de legendarische uitspraak: "Bloemen scheiden het gras in de tuin. Pipi is geel en kaka is bruin." Het was in 1997 dat Arne Focketyn een televisiedebuut maakte in de Man bijt hond-rubriek, 'Vaneigens'. Daarna zagen we hem in het Ketnet-programma De vijfde boog en af en toe op de planken bij theaterproducties van FC Bergman. Maar vandaag maakt hij programma's voor onder andere het productiehuis Borgerhoff en Lamberigts, iets waar hij naar eigen zeggen meer voldoening uit haalt.

"We hebben gekozen voor startende ondernemers omdat die beginfase het meeste spannende en inspirerende stadium is van het ondernemen", vertelt Arne Focketyn. "Daarnaast geeft het programma ook een mooi beeld van de toekomst. Want de ondernemers van vandaag staan pas na vijf of zes jaar echt ergens. Misschien worden ze de grote bedrijven van de toekomst." In de reportagereeks Het eerste kwartaal volgt hij vier maanden lang 23 ondernemers.

In de aflevering van vanavond ontdekken ontwerpster Judith Van Herck, bakker Kenneth Van Hoesen en schoenmaker Antoon Van den Ecker of er een markt is voor hun producten. Allemaal stellen ze zichzelf de prangende vraag of ze eraan kunnen verdienen of snel weer in een financiële put zullen belanden.

"Sommige verhalen heb ik kunnen vertellen zoals ik het wilde. Maar je werkt daar met een ploeg aan, dus natuurlijk loopt niet alles zoals jij het wilt. Je werkt ook voor televisie dus je moet binnen de tijd monteren en je kunt niet alles vertellen. Ik heb geprobeerd de mensen die ik geïnterviewd heb zo authentiek mogelijk te brengen. Maar ik wil mijn aandeel daarin ook niet overschatten. Het zijn de ondernemers die een traject lopen en ik zit daar toevallig achter een camera. Als maker had ik niet zoveel invloed. Ik had gewoon geluk dat ik zoveel interessante personages gevonden heb."

'Het is maar televisie'

De 26-jarige programmamaker kan zelf ook in de reeks worden opgenomen: een jonge regisseur met grote dromen, die op zijn weg ook enkele offers moest brengen. "Het moeilijkste aan het proberen om regisseur te worden, is dat er heel veel staan te wachten op deze job. Voordat zenders je opmerken, moet je een super-origineel idee hebben, op het juiste moment komen én het geluk hebben dat het team dat je krijgt ook achter jouw idee staat. En dan pas krijg je de kans om iets te maken. Aan de andere kant, het is maar televisie, hé? Dat is gelukkig een van de minst belangrijke sectoren waarin je kan werken. Dat geldt voor media in het algemeen. Stel dat het slecht loopt, dan is dat niet het einde van de wereld."

Toch kon de naam Focketyn hem zeker helpen in zijn carrière, maar het draagt voor- en nadelen. "Ik merk dat ik beter onthaald wordt door de link met mijn vader, maar dat wil niet zeggen dat ik daarom met slechte dingen kan wegkomen. Het is een voordeel als je je werk goed doet, maar ook meteen een sterk nadeel als je het slecht doet. Het is ook niet dat mijn vader me deze job heeft gegeven. Ik heb stage gelopen bij de VRT-nieuwsdienst bij Kris Hoflack. Hij heeft me eigenlijk geholpen aan een baan bij Borgerhoff en Lamberigts."

Toch blijft hij nog even bij reportages, fictie is iets voor later. "Toen ik op de filmschool zat, had ik de neiging om fictie te maken, maar eens je met je beide voeten in de wereld staat merk je dat er zoveel gebeurt dat nog niet verteld is. Ik wil eerst de realistische verhalen brengen en mij pas over tien of twintig jaar aan fictie wagen. Het belangrijkste is dat je dingen blijft doen op je eigen manier. Dat klinkt misschien heel melig, maar ik geloof er wel in." (lacht)

Het eerste kwartaal, om 21.05 uur op Canvas