Direct naar artikelinhoud

Is Oussama Atar brein achter aanslagen 22 maart?

In de commissie rond de aanslagen van 22 maart zouden nieuwe aanwijzingen zijn opgedoken. Die zouden klaarheid scheppen over de rol van Oussama Atar.

Normaal stond vandaag de publieke getuigenis van verbindingsofficier Sébastien Joris op het programma van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. Maar de commissie besliste dat het belangrijker is om eerst Guy Rapaille te horen, het hoofd van Comité I.

De reden ervoor zouden aanwijzingen zijn dat Oussama Atar nauw betrokken zou zijn bij de aanslagen in Zaventem en Brussel. In bepaalde kringen wordt hij al langer als de leider van de terreurcel genoemd, maar nu zouden er nieuwe bewijzen kunnen zijn.

Oussama Atar (32) is een neef van de broers El Bakraoui, die omkwamen bij de aanslagen. Hij trok in 2003 naar Irak. In september 2012 werd hij, na acht jaar in het strafkamp van Abu Ghraib, vrijgelaten door de VS en keerde kortstondig naar België terug. Begin november 2016 raakte bekend dat Atar door de Algerijnse IS-strijder Adel Haddadi op een foto was herkend. Haddadi was opgepakt voor betrokkenheid bij de aanslagen in Parijs.

Hij stelde dat Atar, onder de naam Abu Ahmad, de aanslagen had gecoördineerd. Hij zou de man zijn die Haddadi ruim een jaar geleden in Raqqa de instructies gaf om met enkele anderen naar Parijs te reizen en zich op te blazen voor het Stade de France. Abu Ahmad, door Haddadi dus herkend als Oussama Atar, rekruteerde, zorgde voor de boekhouding en gaf de vier terroristen een gsm waarop enkele nummers op voorhand stonden ingesteld.

In het openbaar

De hoorzitting met Sébastien Joris is uitgesteld naar een latere datum. Hij zal dan voor het eerst in het openbaar getuigen, want de vorige keer was achter gesloten deuren. Bovendien kan Joris worden geconfronteerd met nieuwe elementen die sindsdien zijn opgedoken.