Direct naar artikelinhoud

'Oe is't? Die vraag is bij ons overbodig'

Matthias M.R. Declercq en Jonas Lampens rijden voor deze rubriek lukraak door het land en klampen mensen aan met de simpele vraag: 'Meneer, mevrouw, oe is't?' Vandaag: gezonde blossen in Sint-Laureins.

"Ah, goeie dag. Ik ben Patrick. Patrick Haubourdin."

"En ik ben Frank. Frank Heyman."

"Wij zijn verbonden aan de provincie Oost-Vlaanderen, aan de technische dienst. Hoelang werken wij hier al samen in de Boerekreek, Frank? Achttien jaar?"

"Het zal zoiets zijn hè, Patrick."

"Ja, ik denk het ook."

"We zien elkaar meer dan we ons vrouw zien hè, Patrick."

"Inderdaad. Nog een geluk dat we goed overeenkomen hè, Frank."

"Haha. Jaat. Jaat."

"En voor wat is dat, zegt ge? De krant? Aaaah, we gaan in de gazette staan."

Veel gelukkiger kan een mens kennelijk niet zijn. Aan het provinciaal natuurpark Boerekreek, in het Meetjesland, vlak bij de Nederlandse grens, werken Frank en Patrick aan een nieuwe afspanning. De zon is voor het eerst warm en de wind blaast niet hard.

Frank en Patrick hebben een gezonde rode blos. Alsof ze net een goed glas dronken en toostten op 't schoon leven. Ze werken altijd buiten. Verzorgen de paarden van de kreek, spuiten de mountainbikes schoon, schuren het terras en blazen het blad. Altijd samen. Soms stilzwijgend, soms lachend, geeuwend.

"En zeggen dat ik Patrick al kende voor onze samenwerking. Van in de krant."

Patrick heeft nog gekoerst. Hij kon hard rijden en won een paar wedstrijden. In kleine koersen reed hij nog samen met Johan Museeuw, Eddy Planckaert en Eric Vanderaerden. Snel aan de meet, ho ja.

"Op de sportpagina's keek en kijk ik altijd naar de uitslagen. Ik ben een liefhebber. Fan van Barcelona in het voetbal, en tot voor kort van Frederik Willems in de koers. Die komt uit deze streek. Zijn hele carrière heb ik hem gevolgd.

"In de krant zag ik telkens die naam terugkeren: Haubourdin. En soms een foto. Die won in Sint- Kruis, in Maldegem, hier in Sint-Laureins. Ik herkende hem als hij ging trainen. Werden wij na zijn carrière plots collega's."

Frank: "Wij doen alles samen. En dat is best speciaal. Eigenlijk weet Patrick alles van mij, en omgekeerd. Als je zolang samenwerkt, creëert dat een band die maar moeilijk te breken is. Je weet op den duur perfect in te schatten hoe iemand zich voelt. Wat in zijn hoofd speelt. En of hij wil praten of niet. Die 'oe is't' van jullie is bij ons overbodig."

Patrick: "Wij maken hier ook wat mee, ho ho. Jaren geleden kreeg ik 's nachts telefoon van de politie. Een paar agenten waren in slaap gevallen in de combi, schoten wakker en zagen een pony naast hun wagen. Ze belden: 'Patrick, de pony's zijn uitgebroken. Je moet komen.'"

Frank: "Jaat jong, dat was speciaal. Geef toe, het is hier toch wel de moeite? Altijd buiten. Wij hebben hier een schoon leven. Ik ben een gelukkige mens. En jij ook hè, Patrick?"