Direct naar artikelinhoud

Radicale islamitische groepen winnen aan invloed bij Syrische rebellen

Radicale islamitische groepen krijgen steeds meer invloed op de Syrische rebellenbeweging. Daar groeit de frustratie over een uitzichtloze strijd die steeds meer een religieus karakter krijgt. Remco Andersen

De ontwikkeling van de Farouq Brigade is exemplarisch. De invloedrijke strijdgroep in Homs, die vanaf het begin waarden als democratie en vooruitgang propageert, veranderde eind vorig jaar plotseling haar logo in gekruiste zwaarden op een zwarte achtergrond. De leider van de brigade en zijn officieren lieten de snorloze baard staan die conservatieve salafisten prefereren, en Farouqs rebellen gingen de strijd in met bandana's voorzien van islamitische teksten.

Ook elders nemen uitingen van radicale islam toe onder rebellen. Spandoeken die vragen om vrijheid en democratie, concurreren tijdens demonstraties steeds meer met leuzen om invoering van islamitische wetgeving. In Aleppo, Idlib en andere brandhaarden groeit de invloed van islamistische strijdgroepen gestaag. Buitenlandse jihadisten druppelen het land in en de ultraradicale Jabhat al-Nusra, volgens sommige westerse inlichtingenfunctionarissen gelieerd aan Al Qaida, vecht tegenwoordig openlijk naast de reguliere rebellen in Aleppo.

Salafisme

De islamistische strijders in Syrië behoren over het algemeen tot het 'salafisme', een zeer conservatieve stroming binnen islam waarvan het ultieme doel een staat is waarin rigide islamitische wetgeving het leven richting geeft.

Nu zijn Syriërs van nature conservatief en veel van de rebellen komen van het platteland, waar liberale interpretaties van islam nog dunner gezaaid zijn dan in de steden. Daarbij grijpt men in tijden van oorlog over het algemeen terug op religie: een goede gelovige maakt kans op een gang naar het paradijs en dat is een fijne gedachte wanneer de dood op de loer ligt.

Maar in Syrië, waar rebellen voor hun strijd afhankelijk zijn van hulp van buitenaf, speelt ook besluiteloosheid van de internationale gemeenschap de radicale islam in de kaart, zeggen verschillende analisten.

"De Syrische rebellen krijgen nauwelijks steun van het Westen of hun bondgenoten", zegt Thomas Pierret, politicoloog verbonden aan de Universiteit van Edinburgh en auteur van Religie en Staat in Syrië, dat binnenkort verschijnt. "Saoedi-Arabië en Qatar geven wat kogels en machinegeweren, maar beperken onder druk van Amerika hun hulp. De rebellen willen geleide antitankraketten en luchtafweer, maar de Amerikanen willen niet dat ze die krijgen, uit angst dat ze in handen van radicale moslims vallen. Maar dat beleid creëert nou net de situatie die ze proberen te voorkomen: oppositiestrijders richten zich tot islamisten."

Hand op de knip

Terwijl Amerika haar hulp beperkt tot 'niet-dodelijke' steun en haar Arabische bondgenoten dwingt de hand op de knip te houden, schieten in de conservatieve Arabische Golf allerlei private netwerken uit de grond die rebellen proberen bij te staan. Via de televisie vinden inzamelingsacties plaats, rijke zakenmensen sturen om religieuze redenen geld, Syrische expats financieren wapentransporten.

De beweging naar radicalere islam voedt ook het almaar sektarischer karakter van de burgeroorlog in Syrië, een trend die door het regime in gang is gezet. Vanaf het begin heeft het regime de oppositie geprobeerd af te schilderen als een bende radicale islamisten die iedere andersdenkende in het land een kopje kleiner zou maken als het regime zou vallen. Daardoor hebben veel religieuze minderheden zich aan de kant van het regime geschaard, terwijl bijna de gehele rebellenbeweging inmiddels uit soennitische moslims bestaat.

Het salafistische gedachtegoed is nog een minderheid onder die rebellen, en voeren voorvechters van een nationalistische beweging die geen religieus onderscheid maakt nog altijd de boventoon. Maar hoe langer gematigde rebellen lijdzaam toe moeten zien hoe kogels en dollars naar hun radicalere collega's stromen, hoe radicaler de Syrische islam zal worden.