Direct naar artikelinhoud

In de grond toch anoniem

Het was een parkeerterrein in Leicester dat het skelet van koning Richard III verborg. Nu die zoektocht achter de rug is, kunnen historici zich weer op andere beroemde doden concentreren. Cleopatra bijvoorbeeld. Alexander de Grote natuurlijk. Maar ook René Descartes. Of de schilder Velázquez. 'Maar bij elke zogenaamde vondst blijf je toch best voorzichtig.'

"Body lost or destroyed". Wie op de website findagrave.com de naam van Diego Rodríguez de Silva y Velázquez intikt, krijgt dat intrigerende zinnetje als antwoord. En nog een verwijzing naar de plek in Madrid waar de 17de-eeuwse schilder van onder meer Las Meninas ooit was begraven: dat was in de San Juan Bautista-kerk in de Spaanse hoofdstad. Maar de kerk werd rond 1812 met de grond gelijkgemaakt, in opdracht van de oudere broer van Napoleon (die koning van Spanje was geworden). De kerk verstoorde immers het uitzicht vanuit zijn paleis. Vandaag lopen toeristen in het centrum van de stad op het Plaza de Ramales, waar ooit de kerk stond. Toen het plein meer dan tien jaar geleden werd heraangelegd en er een parkeerplaats werd voorzien, hield de verantwoordelijke voor het culturele erfgoed van de Spaanse regering de werkzaamheden tegen. Eerst moest archeologisch onderzoek gedaan worden. Op zoek naar de resten van Velázquez.

Tevergeefs. Het skelet van de schilder blijft nog wel even onvindbaar en hij is lang niet de enige historische figuur die dat lot beschoren is. Wie wat rondbelt naar historici en archeologen, krijgt niet zo makkelijk een lijstje van namen, eenvoudigweg omdat zo'n lijstje niet bestaat. Wegens te lang wellicht, de spreekwoordelijke speld in de hooiberg, ook wel wegens: we zóéken niet zomaar. "Archeologen gaan toch vooral naar de mens in het algemeen op zoek", zegt professor Marc Lodewijckx van de KU Leuven. "Het zijn de collega's van geschiedenis die eerder onderzoek naar historische figuren zullen doen."

Toch zit het in de combinatie van beiden, ongetwijfeld. Erg bekende voorbeelden zijn de zoektochten naar de begraafplaatsen (en dus de lichamen) van mensen als Alexander de Grote en de Egyptische koningin Cleopatra en haar geliefde Marcus Antonius. Alexander de Grote stierf volgens de legende op 32-jarige leeftijd in Babylon, bedoeling was zijn lijk over te brengen naar Macedonië.

"Maar de meest aanvaarde theorie is dat hij naar Alexandrië werd overgebracht", zegt historicus Mark Depauw van de KU Leuven. De koning van Macedonië zou daar van Ptolemaeus een indrukwekkend mausoleum hebben gekregen, maar later werd dat verwoest en wat een toeristentrekpleister kon zijn, is een lege doos. Niks is zeker over de stoffelijke resten van Alexander de Grote. "Er is immers ook nog de Siwa-connectie", aldus professor Depauw. Een paar jaar geleden werd inderdaad gemeld dat in die oase, zo'n 80 kilometer ten oosten van de grens met Libië, het graf van Alexander de Grote zou liggen. Volgens Depauws collega Koen Verboven van de UGent een bericht zoals er regelmatig opduiken. "Je moet die altijd met een korrel zout nemen", vindt Verboven.

Is het een droom van elke historicus, elke archeoloog, om iemand van dat kaliber terug te vinden? Depauw denkt van wel. "Het is twijfelachtig, maar het zou altijd kunnen dat je door de resten van Alexander de Grote te vinden, nog iets te weten kunt komen over zijn doodsoorzaak. Toen Howard Carter op zoek ging naar Toetanchamon, werd hij ook uitgelachen. Tot hij hem uiteindelijk vond."

Nog zo'n legendarische onvindbare dode is Cleopatra. Al haalde de Egyptische archeoloog Zahi Hawass bijna vier jaar geleden het wereldnieuws door te melden dat hij het graf van de Egyptische koningin had gelokaliseerd bij de tempel Taposiris Magna, ten westen van Alexandrië. Hawass was zeker omdat naast een marmeren kop van Cleopatra ook nog 22 gouden munten en een masker van Marcus Antonius gevonden zouden zijn. Hawass vergeleek zijn eigen vondst met die van Toetanchamon. Maar ook die theorie werd al snel in twijfel getrokken. Maarten Raven, hoofd van de Egyptische collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, zei dat Cleopatra zeker een staatsbegrafenis had gekregen in Alexandrië en dat die tempel toen in een provinciestadje stond. "Het nieuws van zo'n vondst krijgt meteen veel mediabelangstelling", zegt Mark Depauw. "Je moet het een beetje vergelijken met de geruchten die regelmatig opduiken over het ontcijferen van tot dan niet-ontcijferde oude geschriften. Op het internet kan iedereen vrij zijn theorieën verkondigen, maar op den duur verslapt je aandacht daar toch voor. Al is het natuurlijk niet onmogelijk dat Cleopatra ooit teruggevonden wordt."

Dom van Aken

Hoe ouder, hoe moeilijker: dat zal zeker. Maar ook het graf van Karel de Grote, waarvan aangenomen is dat het zich in de dom van Aken bevindt, blijft onvindbaar. Dat hij er 'ergens' ligt, is wel zeker. Maar het precieze graf?

Archeologen gaan ervan uit dat ze dat nooit zeker zullen weten. Dan had Caravaggio, voluit Michelangelo Merisi da Caravaggio, meer geluk. De resten van de Italiaanse schilder, die in 1610 overleed, waren lange tijd onvindbaar. Tot in juni 2010 bekendraakte dat archeologen ze hadden teruggevonden in het Toscaanse plaatsje Porto Ercole. De bijna veertig jaar eerder overleden schilder Pieter Bruegel de Oude zou dan weer begraven liggen in de Brusselse Kapellekerk, maar in het Radio 1-programma Hautekiet bleek gisteren dat niemand echt kon zeggen waar het lichaam van de schilder gelegd werd.

Zo'n controverse zie je wel vaker. Christoffel Columbus, de in Genua geboren ontdekker van Amerika, stierf in 1506 in het Spaanse Valladolid. Aanvankelijk lag zijn lichaam in een klooster, maar drie jaar later werd het overgebracht naar Sevilla. Wie daar de Catedral de Santa Maria de la Sede bezoekt, kan er zijn praalgraf bewonderen. Alleen: nog altijd wordt beweerd dat Columbus zelf er niet in ligt, maar dat zijn stoffelijk overschot in een mausoleum in Santo Domingo in de Dominicaanse Republiek te vinden is. Daar was hij na de dood van zijn zoon Diego immers naartoe gebracht. Ook daar kun je hem nog altijd bezoeken. DNA-onderzoek uit 2006 bracht wel aan het licht dat de resten in Sevilla van een Columbus zijn. Alleen is niet zeker van welke: Christoffel of zijn zoon Diego. In de grond werden ze toch weer anoniem.

We missen nog doden. Bij ons: Ambiorix, die zal allicht nooit worden gevonden. Het is zelfs niet helemaal zeker of hij ooit leefde. Maar als hij het deed, verdween hij in de bossen. Of in de Maas. Jan Breydel? Sterfdatum onbekend, begraafplaats ook. Robrecht van Bethune, alias 'de Leeuw van Vlaanderen', leek onvindbaar maar hij is begraven in de Sint-Maartenskathedraal in Ieper.

En verder blijft het zoeken naar bijvoorbeeld de Franse filosoof René Descartes (1596-1650), waarvan de schedel op vijf verschillende plaatsen terug te vinden zou zijn. De schedel van Adolf Hitler ligt in het Russisch staatsarchief in Moskou, maar DNA-analyses trekken dat weer in twijfel. Jimmy Hoffa, Amerikaans vakbondsleider, werd vermist op 30 juli 1975 en officieel dood verklaard op 30 juli 1982. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden, wat de mythe vergrootte: hij zou in de plaats van Elvis Presley op Graceland begraven liggen. Wellicht werd dat bericht weer gevoed door de legende dat Elvis zelf nog leeft.

Mogen we besluiten met een kleine voorspelling? Ooit, over enkele jaren, enkele decennia, een paar eeuwen, verschijnt online een verhaal over de vondst van Muammar Mohammed al-Qadhafi, beter bekend als de Libische kolonel Kadhafi. In 2011 na een bloedige opstand gestorven voor de camera's van de wereld en vijf dagen later door de nieuwe autoriteiten 'op een geheime locatie in de Libische woestijn' begraven. Als dat niet intrigerend is.