Direct naar artikelinhoud

‘Jongeren moeten leren weer leuk gaan vinden’

Voorts lijken de ordewoorden 'prettiger leren’ haar hele discours te typeren. ‘Ik wil zorgen dat jongeren leren leuk vinden en graag naar school komen. Het is ook plezierig. Ik leer al mijn hele leven.’Het kantoor van Verdyck, zes hoog aan de Brusselse Jacqmainlaan, is net opnieuw ingericht. Alleen op de muren moet nog een kleurtje. Het wordt knalgroen. “Het is toevallig dat die renovatie net nu komt”, zegt ze, “maar eigenlijk ook wel symbolisch: ik wil inzetten op innovatie en dan moet je eigen organisatie mee. Ik had hier echt nog zo’n oud, donker ambtenarenbureau. Dat kan niet, vind ik: als je administratie er zelf oubollig uitziet dan straal je niet uit waar je voor staat.”

Verdyck is binnen een paar dagen toe aan haar eerste eerste schooldag als hoofd van het gemeenschapsonderwijs. Dit is, sinds haar officiële start een goed half jaar geleden, haar eerste interview. “Het GO kende ik natuurlijk: ik heb er lesgegeven en ik ben er zelf naar school geweest maar ik wou de tijd nemen om de organisatie van binnenuit te leren kennen. Ik heb de afgelopen maanden alle scholengroepen bezocht en mij bekend gemaakt met de administratie. Nu kunnen we er echt aan beginnen.”Vernieuwen is het sleutelwoord. Verdyck en haar team stelden een tijd geleden een memorandum op voor de nieuwe Vlaamse regering. Daarin zet ze alles op alles voor de ‘school van 2020’. Een school waarin het vooral leuk moet zijn om te leren. Een school ook die, niet zoals nu, een immense ongekwalificeerde uitstroom genereert. Verdyck wil niet dat er ook in de volgende generatie een groep verloren gaat. “We mogen niet nog een generatie de kans op een hervormd secundair onderwijs ontnemen. Natuurlijk is het basisonderwijs en de taalproblematiek belangrijk en ik vind dat we op beide moeten inzetten maar als u mij vraagt wat prioritair is, dan is dat het secundair onderwijs.”De problemen zijn er dan ook legio. “De uitval in eerste instantie, die vaak veroorzaakt wordt door een verkeerde studiekeuze. Het is heel belangrijk dat er uitgebreid de tijd genomen wordt om de talenten van jonge mensen te ontdekken. We moeten ze niet te vroeg laten kiezen want dat resulteert vaak in een foute keuze.” Daarenboven loopt het mis bij de start van het middelbaar. “De overgang tussen basis en secundair moet voor veel jongeren comfortabeler worden”, zegt ze. De eerste aanzetten zaten al in de blauwdruk voor het secundair onderwijs die op het einde van de vorige legislatuur afgerond werd. “Wij denken er aan om in de eerste graad clusters te maken van bijvoorbeeld de taal- of wetenschapsvakken. Dat maakt de overgang voor leerlingen kleiner en op die manier krijg je ook teams van leerkrachten die veel multi-inzetbaarder zijn dan vandaag de dag het geval is. Wij vinden dat een belangrijk punt naar het beleid toe.”Zo’n multi-inzetbare teams zouden ook voordelen bieden voor de leerkrachten. Het GO pleit immers voor verplichte stages. “De uitdagingen die op leerkrachten afkomen worden complexer en je moet mensen de mogelijkheid bieden om daarmee te leren omgaan”, argumenteert Verdyck. Vandaag de dag bestaat er zo’n vrijwillig programma maar dat slaat niet aan. “Precies omdat het moeilijk is om vervangingen te regelen. Als je met zo’n team werkt waarbij mensen flexibeler kunnen ingezet worden en leerlingen nog steeds les krijgen op het moment dat een leerkracht op stage is, dan lukt dat wél.”

Hoofddoekenregel

Maar er is nog een problematiek die haar bezighoudt en die wat haar betreft bovenaan het to do-lijstje van de nieuwe onderwijsminister Pascal Smet (sp.a) mag staan: de gebouwen. De ‘school van 2020’ mag niet meer dezelfde zijn als die van twintig jaar eerder. Er is sinds de lente eindelijk een partner aangeduid, Fortis-BNP Paribas, die een miljard zal investeren in scholenbouw. “Dat is een heel positief initiatief, maar heel wat projecten zijn, in de periode die verstreken is tussen indienen en realisatie, alweer te klein. Wij hebben scholen waar geen plaats meer is voor een leraarskamer en waar de directeur zelfs geen behoorlijk bureau heeft. We zitten nu eenmaal met een groeiende populatie. De demografische prognoses geven aan dat die stijging zelfs tot na 2020 zal aanhouden. We moeten af van de wetgeving die voorziet in een bepaald aantal meters per leerling. Op die manier kun je immers nooit toekomstgericht bouwen en blijf je vast zitten in ad hoc-oplossingen.”“Het miljard is alweer te weinig, ja. Maar er zijn andere oplossingen: publiek private samenwerking, om er maar één te noemen. We hebben net een nota klaar waar de verschillende mogelijkheden naast elkaar gezet worden. Zo zijn er combinaties van wooneenheden met een school: school beneden met boven appartementen of serviceflats. Wij willen dat veel meer doen dan vandaag de dag gebeurt. We hebben een ploeg opgericht die scholen daarin zal ondersteunen en begeleiden.”Ze wil niet alleen grotere scholen, die beter ingebed zijn, maar ook mooiere en beter aangepaste. “Met een klas met vier vaste muren, zit je klem. Met mobiele wanden daarentegen kun je heel veel realiseren: je kunt met andere groepen werken, andere methodes gebruiken. Of nog zoiets, wij zetten sterk in op het gezondheidsbeleid. Wij willen dat kinderen bijvoorbeeld heel veel (water) drinken want dat is belangrijk. Tja, dan moet je ook toiletten voorzien. Nu zijn die kinderen vaak tien minuten kwijt door naar het toilet te gaan. In de toekomst zou er een toilet aan de klas moeten zijn. Zulke dingen maken scholen prettiger en aantrekkelijker.”Prettiger. Het lijkt een woord te zijn dat haar hele discours typeert. “Ik wil zorgen dat jongeren leren leuk vinden en graag naar school komen. Het is ook plezierig. Ik leer al mijn hele leven.” Straks, op 1 september, gaat ze naar een school in Waregem die een jubileum te vieren heeft. “En naar de Waregem Koerse. Mijn hoed is morgen klaar.” Daarna wacht haar een moeilijker debat: alle ogen zullen op de eerste schooldag gericht zijn op het Antwerpse atheneum. Het is afwachten hoe er gereageerd zal worden op het hoofddoekenverbod. “Gezien de actualiteit en ook de uitspraak van de Raad van State (die het ontslag van een islamlerares met hoofddoek ongedaan maakte, KH) zijn we genoodzaakt om de komende weken en maanden daar een debat over te voeren. We neigen er naar om één lijn uit te zetten voor alle scholen, ja. Wat die zal zijn, weet ik niet. Dit is een heel moeilijke kwestie: er zijn duidelijke pro’s en contra’s bij beide opties.”