Direct naar artikelinhoud

Allemaal honderdplus

Jarenlang verkende Dan Buettner de plekken waar de oudste mensen ter wereld wonen om het geheim van hun lange levensduur te doorgronden. In een nieuw boek legt hij uit hoe we onze omgeving kunnen veranderen om de kansen op een langer en gezonder leven te vergroten.

In de VS is het inmiddels een werkwoord geworden. 'Iowa was de eerste staat die 'ge-blue-zoned' werd.' 'Blue-zone jij je omgeving ook?' 'Wij blue-zonen momenteel de keuken.'

Met zijn boek The Blue Zones: Lessons for Living Longer from the People Who've Lived the Longest haalde Dan Buettner (°1960) in 2009 de bestsellerlijst van The New York Times. Intussen heeft hij nog drie boeken aan het onderwerp gewijd en reist hij de wereld rond om lezingen te geven, maar alles begon gewoon als een journalistieke opdracht.

Al negentien jaar stuurde Buettner reportagevoorstellen naar het prestigieuze National Geographic Magazine. Telkens ving hij bod, tot hij op een dag met het idee kwam op onderzoek te gaan naar de plaatsen op aarde waar de levensverwachting het hoogst is. Toen National Geographic Magazine enthousiast reageerde, ging Buettner helemaal voor het project. Hij trok naar het Japanse eiland Okinawa, waar de oudste vrouwen ter wereld leven, naar Sardinië, waar de oudste mannen ter wereld wonen, en naar Loma Linda in Californië, waar de levensduur tien jaar hoger ligt dan het Amerikaanse gemiddelde.

De gebieden stonden bekend als 'Blue Zones' - een naam die demografen ze hadden gegeven nadat onderzoekers de plekken op een landkaart met een blauwe pen hadden omcirkeld. Buettner verzamelde getuigenissen van honderdjarigen en bestudeerde hun leefgewoonten. In 2005 sierde zijn reportage The Secrets of Longevity de cover van National Geographic Magazine.

Samenhangend web

Het artikel bleek een opstapje naar een veel grootschaliger project. Buettner trommelde een schare experts op en breidde zijn onderzoeksgebied uit naar het Griekse eiland Ikaria en het schiereiland Nicoya in Costa Rica, ook bekend om hun grote populatie van honderdjarigen. Buettner en zijn team constateerden dat de bewoners van de Blue Zones vergelijkbare gewoonten en gebruiken handhaafden. Als hij de gemeenschappelijke karakteristieken van hun levenswijze kon blootleggen, had hij dan de sleutel tot een lang en gezond leven in handen?

Was het mogelijk om in de VS, waar het obesitasprobleem schrikbarende proporties aannam, een Blue Zones-beweging op te starten en de gezondheid en lifestyle van de Amerikanen op te schroeven?

Hoe hij dat aanpakte en voor welke problemen hij kwam te staan, onthult hij in De Blue Zones-methode, zijn vierde boek. 'Niets verklaart op zich waarom mensen in de Blue Zones zo oud worden', vertelt hij in het eerste deel, dat gewijd is aan zijn reizen en onderzoek in Ikaria, Okinawa, Sardinië, Loma Linda en Nicoya. 'Het is in feite een onderling samenhangend web van factoren - van onder meer wat we eten, ons sociale netwerk, dagelijkse rituelen, de fysieke omgeving en het gevoel een doel 
te hebben - dat ons vooruitstuwt en het leven betekenis geeft. Voeding vormt echter het middelpunt van dat ecosysteem en voeding zou weleens het beste vertrekpunt kunnen zijn voor iedereen die de gezondheid, hoge levensverwachting en het welbevinden die je in de Blue Zones op de wereld vindt, nastreeft.'

Vierkazenpizza

Voor wie leeft op een regime van vierkazenpizza, friet en cola, en zich alleen uit de sofa hijst om va-et-vients naar de ijs- of snoepkast te maken, klinkt dit misschien verrassend in de oren, maar voor wie er een gezonde levensstijl op nahoudt, geregeld aan sport doet en let op wat hij eet, is hier niets vernieuwends aan.

Het wordt interessanter als Buettner zich over de lokale leefgewoonten en eetcultuur buigt, en de topingrediënten en typische recepten in de Blue Zones uit de doeken doet. Hoewel de voedingsmiddelen van plaats tot plaats verschillen, afhankelijk van wat lokaal wordt verbouwd en gekweekt, blijkt het regime in de Blue Zones vergelijkbaar: de inwoners eten een laagcalorisch, vetarm dieet op plantaardige basis dat rijk is aan peulvruchten. Dat betekent niet dat vlees taboe is. In Okinawa zijn de mensen bijvoorbeeld verzot op varkensvlees, maar ze stoven het lang en scheppen het vet eraf, zodat alleen het eiwitrijke collageen overblijft.

Buettner vertelt op een aangename manier en zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Je krijgt zin om een Blue Zones-gerecht op tafel te toveren. De laatste honderd bladzijden van het boek zijn gewijd aan recepten, van zuurdesembrood op ikariaanse wijze, roerbak voor een lang leven (Okinawa) en quinoa-salade met zoete aardappel en peer (Loma Linda) tot engelenhaarpasta met pesto van walnoten en venkelgroen (Sardinië) of romige soep van pompoen en bonen (Nicoya).

Toxische vrienden

Buettner heeft het ook over de succesvolle Blue Zone-make-over van verschillende steden in de VS en licht toe hoe je zelf een Blue Zone kunt opzetten, zelfs in een omgeving die niet aanzet tot gezond eten. Hij reikt maaltijdplannen aan - niet alleen wat je eet telt, maar ook hoe en wanneer je eet - en legt uit hoe een slimme inrichting van je huis kan helpen, bijvoorbeeld door de indeling van oven, gootsteen en ijskast te herzien in de keuken (en het koken plezieriger te maken) en door schermen te bannen uit de slaapkamer.

Daarnaast is het koesteren van een Blue Zone-vriendenkring belangrijk. Een goed sociaal vangnet is een van de grote gemene delers in de Blue Zones-gemeenschappen, en Buettner geeft zelfs tips om toxische vrienden te identificeren. Je hoeft niet alles over te nemen, maar alle kleine beetjes helpen. En wie zegt nu nee tegen een paar maanden - of jaren - extra levensduur in prima fysieke en geestelijke gezondheid?

Wie een duwtje in de rug wil, kan alvast de app proberen: apps.bluezones.com/vitality/