Direct naar artikelinhoud

Minder op kantoor, betere werknemers

En ineens ben je in geen tijd op je werk. Omdat het schoolvakantie is. Meer tijd en minder stress, zo kan het elke dag. Het toverwoord: thuiswerken. Waarom gebeurt het dan zo weinig?

Een snelweg zonder file. Een trein met zitplaatsen zowaar. Opvallend hoe het dagelijkse gedoe van woonkamer tot werkplek veel aangenamer wordt als het (krokus)vakantie is. Maar laat u niets wijsmaken: zo zou het vaker kunnen zijn. Glijdende uren en thuiswerken zouden het leven onderweg veel simpeler kunnen maken.

Daar zijn steeds meer mensen zich van bewust. Uit onderzoek van het Vlerick Reward Centre blijkt dat de mogelijkheid om thuis te werken een belangrijke factor is om van werkgever te veranderen, zelfs belangrijker dan loon. Niet alleen voor jonge werknemers, ook de generatie veertigers en vijftigers hecht steeds meer belang aan de combinatie van privéleven en werk.

Dat dit automatisch ook 'minder werken' betekent, is een misvatting. Het tegendeel is zelfs waar. Als werknemers het gevoel krijgen dat ze zelf kunnen beschikken over hun werktijd en -plaats, zijn ze gemotiveerder en productiever. Goed nieuws dus voor de werkgever. Komt daarbij: minder verkeer, minder uitstoot, minder tijdverlies, minder stress. Met andere woorden: anders, slim, of nieuw gaan werken kan een gigantische impact hebben op gezondheid, milieu en mobiliteit. Waarom gebeurt het dan zo weinig?

"Thuiswerken wordt een trend: dat hoor je al sinds de jaren tachtig. Maar de grote doorbraak is er in België nog altijd niet gekomen", zegt Frederik Anseel, professor arbeidspsychologie (UGent). "In Nederland is het wel veel meer ingeburgerd, en stilaan begint het nu toch ook bij ons door te sijpelen. De technologische mogelijkheden zijn er ondertussen: mensen werken thuis vaak met geavanceerdere computers dan op het werk. Wat nu nog nodig is, is een gigantische mentaliteitsverandering bij de werkgevers. Tot nu toe wordt werk vooral gemeten in hoeveelheid tijd, in het aantal uren dat je per dag fysiek aanwezig bent op je kantoor. Maar tijd is de slechtste indicator om werk te meten. Kwaliteit en productiviteit, daar gaat het om."

Grote revolutie

Dé vernieuwer op het vlak van anders werken is een ambtenaar. Geen grap. Frank Van Massenhove, topman bij de federale overheidsdienst Sociale Zaken, staat in België bekend om de revoluties die hij doorvoerde op zijn dienst. Zijn ambtenaren mogen werken waar en wanneer ze willen, daar komt het op neer. Iemand die 's namiddags wil gaan joggen, iemand die liever in zijn bed blijft liggen 's morgens vroeg en het best presteert op een terras: allemaal geen probleem. Zolang het werk maar gedaan is. Hoe of waar, dat maakt niet uit. En dat is iets wat aanslaat bij de medewerkers van Van Massenhove: 92 procent van de ambtenaren van Sociale Zaken kan van thuis uit werken, 70 procent gaat daarop in.

Werknemers van SC Worx en Telenet hebben ondertussen ook ontdekt wat anders werken is, en die van Sanoma Media doen dat binnenkort. De redacties van onder andere Feeling, Flair en Libelle gaan vanaf juni 'nieuw werken', zoals ze het zelf benoemen. Thuis werken of op kantoor? De keuze is aan hen, niet aan de baas.

Er zijn dus wel bedrijven die het anders werken hebben omarmd, maar op de grote revolutie is het nog altijd wachten. Waarom? Omdat werkgevers moeten afstappen van het idee dat managen controleren en beheersen is. Durven loslaten, dat is de basisfilosofie om zo'n systeem te doen werken.

Wil een werkgever écht anders werken in zijn bedrijf, dan moet hij flexibel zijn en vertrouwen hebben in zijn werknemers. Ook als uit schimmige onderzoekjes blijkt dat werknemers wel eens een en ander uitsteken als ze thuis werken. Seks hebben bijvoorbeeld, en tussen het kreunen door ook nog zakelijke telefoontjes beantwoorden. Telefoneren op het toilet en naakt achter de computer zitten zouden eveneens erg populair zijn. Allemaal zaken waar een werkgever zich dus niets van moet aantrekken.

Frederik Anseel: "Er zijn bedrijven die denken dat ze meestappen in anders werken, en die hun werknemers laten kiezen wanneer ze naar kantoor komen. Maar ze moeten wel nog altijd elektronisch inchecken. Of de baas belt hen thuis op om te controleren of ze wel aan het werken zijn. Zulke dingen gaan in tegen het basisprincipe van thuiswerken. En zo ondergraaf je het hele systeem. Het vertrouwen moet compleet zijn."

Carrièremogelijkheden

Laat dat nu net de angel zijn in dit verhaal. Het wantrouwen tiert nog altijd welig, zowel bij werknemers als bij werkgevers. "We moeten af van de idee dat er een tegenstelling bestaat tussen wat een personeelslid doet en wat een bedrijf wil. De juiste filosofie is dat je afspraken maakt met elkaar, en dat je elk in dezelfde richting wil evolueren.

"De gedachte dat een werkgever zijn personeel zo veel mogelijk wil uitbuiten, en de werknemer zo weinig mogelijk wil doen, klopt niet meer. Ik hoop dat men stilaan beseft dat we daar dringend vanaf moeten. Als we tenminste iets willen doen aan het hoge aantal mensen dat kampt met burn-out, stress, en een gebrek aan motivatie."

Nog iets waar anders werken goed voor is: het geeft vrouwen meer carrièremogelijkheden. "De deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt is de laatste decennia gestegen", zegt Maarten Goos, professor arbeidseconomie (KU Leuven). "Dat heeft geleid tot een toename in de welvaart. Maar het verschil tussen mannen en vrouwen blijft groot: de werkgelegenheidsgraad voor Belgische vrouwen is 62 procent, bij mannen is dat 73 procent. De deelname van vrouwen is dus een belangrijke uitdaging voor het behoud van onze welvaart.

"Daarbij moet je je afvragen: nemen Belgische vrouwen minder deel aan de arbeidsmarkt omdat ze het niet willen, of omdat ze wel graag een betaalde baan zouden hebben, maar het niet kunnen combineren met een gezin?"

Goos haalt gegevens aan uit de European Value Studies: grootschalige enquêtes die peilen naar voorkeuren, intenties en waarden van mensen, eerder dan naar feitelijkheden. "Van de Belgische huisvrouwen vindt 27 procent een baan waardevoller dan het huismoederschap. Daarnaast vindt 67 procent dat een baan de beste manier is om onafhankelijk te zijn. Tot slot vindt 83 procent dat mannen dezelfde verantwoordelijkheid zouden moeten nemen voor het huishouden en de kinderen. Die cijfers tonen aan dat anders werken veel van die huismoeders zou kunnen helpen om hun gezin te combineren met een baan. Wat dan weer goed is voor ons economische systeem en onze welvaart."

Kanttekeningen

Uiteraard zijn er kanttekeningen te maken bij dit verhaal van anders werken. Sommige werknemers zullen weerstand voelen bij systemen zoals deze. Frederik Anseel: "Geëvalueerd worden op resultaten in plaats van op aanwezigheid, kan bedreigend zijn voor sommigen. Je kunt je minder wegstoppen. De bazen zien je aanwezigheid niet meer, je zal je dus op andere vlakken moeten bewijzen."

Sommigen hebben misschien ook net die sociale controle nodig, omdat ze anders niet presteren, of zich snel eenzaam voelen. Het kantoor mag dus niet compleet verdwijnen. Het blijft een plek om te vergaderen, te overleggen met collega's, en de nodige sociale contacten te onderhouden.

Ook belangrijk: om dit alles te doen draaien, zijn goede afspraken nodig. Een minimumbezetting is noodzakelijk, net als gemeenschappelijke overlegmomenten. Niet iedereen kan constant zomaar zijn zin doen, agenda's samenleggen is vereist.

Tot slot: anders gaan werken is geen zaak van bedrijven en werknemers alleen. Ook de overheid kan daarin een rol spelen. Door bijvoorbeeld een wettelijk kader te scheppen dat duidelijke antwoorden biedt op vragen zoals deze: in hoeverre moet een bedrijf tussenkomen bij het inrichten van een werkplaats thuis? Moet de werkgever zorgen voor een bureau, een stoel, verlichting, een computer, papier en pennen? Wat als een thuiswerker zijn been breekt terwijl hij naar zijn bureau wandelt? En wat als hij dat been breekt terwijl hij even boodschappen deed?

Dat het water tussen overheid, bedrijven en vakbonden vaak erg diep is, bleek vorige week nog, toen het sociaal overleg - waar onder andere glijdende uren en overuren op het programma stonden - werd opgeschort.

Nochtans: anders werken is goed voor veel. Voor mobiliteit, milieu, stress, gezondheid, doorgroeimogelijkheden van vrouwen. Stel dat werkgevers en werknemers dit dan toch tot zich laten doordringen, en de 21ste eeuw er een van thuiswerken wordt, dan rest nog één probleem: wat met dure kantoorgebouwen, waar de leegstand zal lonken? "Verbouwen tot scholen en sociale woningen", zegt Frederik Anseel. "Daar is toch overal een groot tekort aan?"