Direct naar artikelinhoud

Siciliaanse maffioso met glazen oog had al langer iets met Luik

De Siciliaanse maffiabaas die woensdag in Luik werd gearresteerd, bracht justitie in 1994 op het spoor naar de moordenaars van PS-politicus André Cools. Ook al legde Gaetano Trainito in zijn leven 14 mensen om, toch ziet maffiakenner Johan Leman hem als iemand die 'geen vlieg meer kwaad zou doen'.

Gaetano 'Tanu' Trainito (49) deed helemaal niet vervelend toen hij woensdag bij een pintje in het café van Italiaans cultureel centrum in Bressoux op de schouders werd getikt door een politieagent. Hij had nog tien jaar gevangenisstraf uit te zitten in het Italiaanse Padua, maar kreeg in november penitentiair verlof om de begrafenis van zijn moeder bij te wonen. Hij keerde niet terug naar de gevangenis en leefde ondergedoken in Luik.

"Hij zal wel geweten hebben dat zijn uitstap van korte duur zou zijn", zegt Johan Leman van Le Foyer. Die schreef in 1982 zijn doctoraat over de Siciliaanse maffia en hij kende Trainito's voorganger, Giuseppe Di Cristina, nog persoonlijk. "Op Sicilië is Trainito een legende. Hij wordt er Tanu ucchiu u vitru genoemd, de man met het glazen oog. Hij mist zijn linkeroog. Toen ik op Sicilië verbleef, meer dan dertig jaar geleden intussen, woedde de grote clanoorlog tussen de ouderwetse, rurale maffia van Di Cristina en de Corleonesi. Die laatsten hebben in 1978 Di Cristina vermoord, waarna de oorlog pas echt losbarstte en zijn volgelingen een ster op hun borst lieten tatoeëren. Tenminste, dat zegt de mythe."

Trainito is afkomstig uit de Siciliaanse stad Caltanissetta, van waaruit na de Tweede Wereldoorlog duizenden gelukzoekers naar Frankrijk, Duitsland en België emigreerden. In elk nieuw land klitten de inwoners van Caltanissetta samen in dezelfde wijken en in Luik deden ze dat in deelgemeente Bressoux.

Oorlog met de Corleonesi

Trainito pleegde zijn 14 moorden (en ook nog 7 mislukte moordpogingen) allemaal in de late jaren tachtig op Sicilië, in de nadagen van de oorlog met de Corleonesi van de legendarische Totò Riina alias 'het beest'. De rurale maffia verweet Riina dat hij oude tradities overboord had gegooid door al te gratuit geweld te gebruiken. "Het wezen van de maffia is volgens een oud Siciliaans gezegde niet schieten", zegt Leman.

"De maffia moet er integendeel naar streven onzichtbaar te zijn. Een maffia die geweld pleegt is een gewond dier, en eigenlijk is dat het verhaal van Trainito. Zijn clan heeft de maffiaoorlog verloren. Zo'n man heeft misschien een indrukwekkend strafblad, maar moet worden beschouwd als een maffioso op emeritaat, compleet ongevaarlijk. Hij zou geen vlieg meer kwaad doen. Hij zal hebben genoten van een paar maanden vrijheid. Hij zal die wel gebruikt hebben om oude bekenden op te zoeken, maar hij moet altijd geweten hebben dat hij zou worden gevat. Zeker als je internationaal gesignaleerd bent als te herkennen aan een glazen oog. Een man als hij overleeft makkelijk in de gevangenis. Hij geniet een zeker prestige en ontvangt bezoek wanneer hij wil."

Trainito deed niet veel moeite om zich te verstoppen. Hij huurde onder een valse naam een kamer vlak bij het huis van zijn echtgenote en zijn kinderen, die altijd in Bressoux bleven wonen. Hij slenterde elke dag van het ene cafeetje naar het andere en belde naar het thuisfront. Een van de gesprekken, waarin hij aan zijn grootouders in Caltanissetta liet weten dat hij zich had herenigd met zijn gezin, werd onderschept door het Italiaanse gerecht.

De man met het glazen oog leefde tot begin jaren negentig al enkele jaren in Luik, bij een deel van zijn familie. Hij trad er in het huwelijk met de dochter van Filippo Core, een andere Siciliaan met een getatoeëerde ster op de borst. Hij zou begin jaren negentig in Duitsland samen met zijn schoonvader worden gearresteerd en uitgeleverd aan Italië. Hij werd niet alleen schuldig bevonden aan 14 moorden en 7 pogingen, maar ook aan drugshandel en ontvoering. Hij zou normaal pas op 24 oktober 2012 vrijkomen.

Nadat ze allebei in 1994 door Duitsland waren uitgeleverd, kregen Trainito en Core op 23 februari en 5 maart 1994 in de gevangenis van Catania het bezoek van de Luikse onderzoeksrechter Véronique Ancia. Zij was belast met het onderzoek naar de moord op PS-topman André Cools, op 18 juli 1991 in Luik. Het waren de jaren van operatie Schone Handen, een offensief van het Italiaanse gerecht tegen de maffia. Trainito en Core besloten de misdaad de rug toe te keren en als pentiti samen te werken met justitie en zo wraak te nemen op hun oude vijanden van de Corleonesi.

Trainito en Core noemden tegenover Ancia de naam van Calogero Todaro. Hij gold in de vroege jaren negentig in Luik als de specialist "schuldaflossing" onder de Siciliaanse maffiafamilies in Luik. Volgens wat zij hadden gehoord was het ronselen van de huurmoordenaars van Cools via hem gelopen. Ancia beoordeelde de informatie als waardeloos, maar moest die mening twee jaar later herzien toen de moord alsnog werd opgehelderd en twee Tunesische huurmoordenaars werden geklist. Zij bleken in café L'Enclos in Grâce-Hollogne instructies te hebben gekregen van Domenico Castellino, die op zijn beurt was benaderd door Todaro, de man die Trainito had genoemd.

Liquidatie op z'n Siciliaans

Aan het eind van de ketting zou de moord op Cools zijn bevolen door zijn vroegere poulain, ex-minister van Pensioenen Alain Van der Biest, die kort voor zijn proces zelfmoord zou plegen. "De moord op Cools droeg alle kenmerken van een liquidatie op z'n Siciliaans", zegt Leman. "In Caltanissetta zit een hele gemeenschap van arme Tunesiërs. Die zijn ook daar gerekruteerd."

Een maand nadat zijn naam tegenover Ancia was genoemd, werd Todaro op 15 april 1996 in het stadje Canicattì voor zijn woning neergeschoten. Trainito is, tot zijn ongenoegen, nooit beloond voor de gouden tip. Hij zit nu opgesloten in de gevangenis van Lantin en wordt straks uitgeleverd aan Italië.