Direct naar artikelinhoud

'Hij is geen terrorist, hij was naïef'

Kwamen enkele Belgische ouders, waarvan de bekeerde zoon vertrokken was naar Syrië, al naar buiten met hun verhaal, dan hielden Marokkaanse ouders zich liever stil. De familie van Medhi, die ergens in Aleppo zit, wil nu wel praten. 'Sommigen denken dat moslims hun zonen aanmoedigen om naar Syrië te trekken. Maar wij zijn ook geschokt.' Ayfer Erkul en Kim Van De Perre

elkens als de telefoon gaat, sterft Samira een beetje. Ieder gerinkel kan de dood van haar broer Medhi aankondigen. Tot eergisteren was er hoop dat hij zou terugkeren uit Syrië. 'Mama,' had hij aan de telefoon gezegd, 'ik zit in Turkije, in een vluchtelingenkamp aan de Syrische grens'. Na maanden van amper goed nieuws, was dit de eerste keer dat zijn moeder opfleurde.

Totdat gisteren de gsm opnieuw rinkelde. "Een vriend van hem ginder belde, zei dat Medhi terug naar Syrië was, naar Aleppo", vertelt Samira, enkele uren na het telefoontje. Ze fluistert een beetje: "Mijn moeder is er helemaal kapot van, ligt nu opnieuw in bed. We weten niet waarom hij uit Syrië terugkeerde naar Turkije. Was hij gewond? Hebben ze hem later gedwongen terug naar Aleppo te gaan? Als ik vragen stel aan de telefoon, zegt hij dat hij niet kan antwoorden. Ik smeek hem telkens om terug te komen. Maar dat blokt hij af: 'Ik kan niet terugkeren', zegt hij dan kortaf."

Medhi (24) vertrok vijf maanden geleden. Hij was een gedreven voetballer en tegen zijn familie had hij gezegd dat hij een mooi contract had versierd in Dubai. Samira: "De dag dat mijn broer vertrok, voelde ik dat er iets niet klopte. Hij was zo gespannen, het leek wel alsof hij geen zin had om te vertrekken." Maar die dag stapte Medhi toch in het bestelbusje waarin enkele vrienden hem kwamen ophalen. Het was de laatste keer dat Samira haar broer zag.

Foto's op het tafeltje naast de fauteuil, in Medhi's ouderlijk huis in Ternat, tonen de jongen die hij was in zijn vroege pubertijd. Goedlachs, een beetje guitig zelfs, met donshaar op de bovenlip. Een goede leerling, nooit problemen met het gerecht, een gretig voetballer. Een doorsnee Marokkaanse jongen in België. Samira: "Hij was altijd wel geïnteresseerd in religie. Maar op zijn zeventiende begon hij langzaam te veranderen. Hij praatte niet meer met ons. Letterlijk. Hij meed ons. Want wij waren geen echte moslims. Hij had nieuwe vrienden: een groep die zei de ware islam in pacht te hebben. Hij vond het maar niets dat ik geen hoofddoek droeg en dat ik geen vijf keer per dag bad."

En toen verhuisde hij Medhi naar Molenbeek. Hij wilde alleen wonen, werk zoeken, zijn eigen leven opbouwen. Maar hij geraakte in een negatieve spiraal en begon steeds meer met zijn radicale vrienden in de Ribeaucourtwijk op te trekken. Was er thuis nog zijn stiefvader geweest die hem wat realiteit probeerde bij te brengen, dan had hij in Molenbeek de vrijheid om zich helemaal onder te dompelen in zijn radicale godsdienstbeleving. Hij keerde terug naar Ternat toen zijn moeder ziek werd en de familie financiële problemen kreeg. Samira: "Toen hij opnieuw hier kwam wonen, was Medhi onherkenbaar veranderd. Een trieste mens."

Weggaan was geen optie

Niet lang na Medhi's vertrek voelde zijn familie dat er iets niet pluis was met dat riante voetbalcontract. Het contactnummer dat hij had achtergelaten, klopte niet. Zijn moeder belde alle hotels in Dubai af, maar van haar zoon geen spoor. Op een dag, enkele weken later, belde een goede vriend van Medhi aan. Medhi, zo zei hij, zit helemaal niet in Dubai. Hij was naar Syrië gegaan om er te vechten. De emir (leider) van zijn groep had gezegd dat hij vooral zijn ouders niet mocht contacteren om te zeggen dat hij naar Syrië was gereisd. "Het was een slag in ons gezicht", vertelt Samira. Een tweede slag volgde toen Medhi eindelijk, na anderhalve maand, zelf belde. "Hij zei dat hij al die tijd in Turkije had getraind en dat hij nu in Syrië zat." In de volgende maanden zouden nog gelijkaardige telefoontjes volgen. De nummers waren altijd privé, de boodschap altijd dezelfde: hij bleef in Syrië, weggaan was geen optie.

Het is, na de families van bekeerlingen Jejoen Bontinck en Brian De Mulder, de eerste Marokkaanse familie die naar buiten treedt met haar verhaal. "Ik weet dat alle andere betrokken Marokkaanse families ook volledig van de kaart zijn", zegt Samira. "We durven niet naar de politie te gaan. We hebben nu het gevoel dat veel mensen denken dat wij onze zoons en broers aanmoedigden om in Syrië te gaan vechten. Niets is minder waar. We hebben het gevoel dat we, als Belgen, in ogen van de Belgische overheid buitenlanders zijn die hun eigen problemen zelf maar moeten oplossen."

Samira zegt dat de jongens die naar ginder werden gelokt, geen terroristen zijn. "Het zijn naïeve, onschuldige, kwetsbare gasten die in de val zijn gelokt. Marokkaans of niet, dat maakt niet uit. Vaak op een moment dat de ouders zelf in een kwetsbare situatie verkeerden en dat ze minder controle over hun kinderen hadden. Ik smeek dat de Belgische overheid iets doet om die jongens terug te halen. Zij zijn niet verantwoordelijk voor hun daden, wel de mensen die hen naar daar lokten."

Heel de familie lijdt onder het vertrek van Medhi. Samira, die 22 is en geneeskunde studeerde, moest haar jaar onderbreken. Op haar smalle schouders rust nu de verantwoordelijkheid om uit te zoeken waar haar broer zit en hem proberen te overtuigen terug te keren. IJdele hoop, zo beseft ze ergens wel. "Ik zou graag naar Syrië gaan om hem te zoeken, zoals de vader van Jejoen Bontinck. Maar waar moet ik beginnen? Strijders in Syrië krijgen ook een andere naam zodra ze daar beginnen te vechten. Die naam heeft Medhi ons nooit willen doorgeven. Maar als hij niet meer om ons gaf, als hij echt zo'n slechte jongen was, dan zou hij ons ook niet meer bellen? Toch?"

De schaamte is groot, zegt Samira. Vandaar ook de anonieme getuigenis van de familie. Vandaar ook de naam Medhi, die niet de echte naam is van haar broer. Enkel de naaste vrienden zijn op de hoogte. "De rest van de familie niet. Mijn grootmoeder zou een hartstilstand krijgen."

Het leven van de familie staat nu on hold. Samira was verloofd, maar ook dat werd geannuleerd. "Ons leven is volledig overhoop gegooid. We wachten, meer doen we niet. Ik slaap ook niet meer goed. Dan begin ik te denken aan wat daar allemaal kan gebeuren. En dat zijn alleen maar vreselijke dingen. Als hij daar sterft, worden we daar misschien zelfs niet van op de hoogte gebracht."