Direct naar artikelinhoud

De omhelzing voor het gordijn, de chantage erachter

Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom bij Itinera Institute, executive professor aan de Antwerp Management School en auteur van het boek Roekeloos, over banken en politiek

Sinds de nieuwe Griekse regering ten tonele is verschenen, komt er elke dag wel nieuws over het land en zijn armworstelen met de Europese instellingen. De nieuwe minister van Financiën in de Syriza-regering liet prompt weten niet meer te willen samenwerken met de zogenaamde trojka.

Gisteren kwam alles in een stroomversnelling omdat de Europese Centrale Bank (ECB) aankondigde geen Griekse staatsobligaties meer te aanvaarden voor liquiditeitssteun aan de banken van het Zuid-Europese land. De reden daartoe is het voornemen van het land om af te stappen van het hervormingsprogramma dat eerder afgesproken was met de Europese Commissie, het IMF en de ECB.

Terwijl op het podium beleefdheden worden uitgewisseld - we noteren de hartelijke omhelzing van commissievoorzitter Juncker en de Griekse premier Tsipras - zijn we feitelijk aanbeland in een spel van wederzijdse chantage.

Bij de vorige verkiezingen maakten de Europese instellingen de Griekse kiezer duidelijk dat hij beter niet op de linksradicale partij Syriza kon stemmen. Deze strategie was bij verkiezingen van 25 januari niet meer haalbaar gezien het ongenoegen over de oude politieke klasse van Néa Dimokratía maar vooral de linkse PASOK met de diepe economische crisis ontplofte.

In tegenstelling tot 2010 heeft de nieuwe Griekse regering heel wat minder achter de hand. Toen was de Europese politiek immers doodsbang voor de gevolgen van een Griekse wanbetaling voor de Europese banken. Herinner hoe Dexia voor vele miljarden Griekse obligaties op haar balans had staan.

Ondertussen zijn deze beleggingen echter overgenomen door de Europese instellingen (en dus de Europese belastingbetaler).

Het Griekse bankstelsel is voor overleven evenwel nog altijd compleet afhankelijk van het Europees monetair systeem. Omdat burgers in aanloop naar de Griekse verkiezingen talloze miljarden extra van de spaarboekjes hebben afgehaald, nog meer dan voorheen. Het infuus van de Griekse banken bij het eurosysteem bedraagt vandaag zo'n 56 miljard euro maar dit kan snel omhoog. In 2012 liep het zelfs op tot de formidabele som van 158 miljard euro.

De Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis lijkt zichzelf als een redder van het vaderland te positioneren. Hij blijft zelfs actief op Twitter terwijl hij op dit moment niet meer dezelfde vrijblijvendheid kan koesteren dan voorheen als blogger. Ook zijn ontmoetingen met zijn Europese collega's druipen van de theatraliteit van zijn kant. Flamboyant of niet, de harde cijfers liegen niet. In juli en augustus komt er samen een aflossing van 3,3 miljard euro waaraan Griekenland moet voldoen.

Zowel de Griekse regering als de Europese instellingen gedragen zich alsof ze steeds hogere posities innemen in een pokerspel. Terwijl de Grieken, Varoufakis op kop, regelmatig hun hand lijken te overspelen, zijn ook de handelingen van de Europese geldschieters niet altijd even doordacht. In plaats van het afsluiten van de geldkraan achter de hand te houden als drukkingsmiddel heeft de ECB dat kruit al verschoten.

Erg fraai is het allemaal niet maar ook de Griekse minister van Financiën kan maar beter inschatten of hij ondertussen geen rol heeft in een bijzonder slecht theaterstuk.

De bewegingsruimte om tot een oplossing te komen die finaal in het belang van alle Europeanen is, krimpt met de dag.