Direct naar artikelinhoud

'Steden worden wereldwijd belangrijker dan staten'

Staten gaan de grote problemen niet oplossen, stelt politicoloog Benjamin Barber. Steden hebben de toekomst.

Landen hebben afgedaan, de toekomst is aan steden. Dat is geen idealistisch betoog, maar de praktijk, aldus de invloedrijke Amerikaanse politicoloog en auteur Benjamin Barber (73). "Het zijn de steden en hun burgemeesters die de problemen van deze tijd het beste het hoofd kunnen bieden. Het antwoord op de vraag wat er gebeurt als burgemeesters de wereld zouden besturen, is simpel: ze doen het al. Neem New York: mijn stad heeft het roken en het overgewicht van kinderen doeltreffender aangepakt dan de staat. Niet voor niets zegt burgemeester Bloomberg geregeld: ik luister niet al te veel naar Washington."

De politieke denker is voor een bliksembezoek in het Nederlandse Utrecht, op uitnodiging van het debatcentrum House of Commons. Volgend jaar verschijnt zijn nieuwe boek met de prikkelende titel If mayors ruled the world. Barber, voormalig adviseur van Bill Clinton, schreef eerder bestsellers als Jihad vs. McWorld (1996) en Consumed (2007) over hoe globalisering en ongelimiteerd consumentisme de wereld hebben veranderd. Nu breekt hij een lans voor de steden, "de belangrijkste democratische pijlers in een globaliserende wereld". De helft van de wereldbevolking en zelfs 78 procent van de westerse wereld woont in een stad.

Huisvuil

Barber haalt vaak miljoenensteden aan als New York en Singapore, maar zijn ideeën zijn volgens hem wel degelijk ook van toepassing op België of Nederland, die elk minder inwoners tellen dan zijn woonplaats. Voor Barber telt een beetje stad zeker een half miljoen inwoners. Voor landen als België wil de New Yorker zijn criteria best wat versoepelen. "De helft kan ook." Zelfs dan heeft België slechts drie steden. "Oké, oké. Waar het om gaat, is dat je stedelijke voorzieningen hebt, dat je economisch en cultureel een centrum bent. Dat zijn de steden in de Benelux zonder meer. En jullie hebben niet eens buitenwijken op z'n Amerikaans."

Het belangrijkste voor Barber is dat burgemeesters, eenmaal gekozen of benoemd, zich pragmatisch opstellen en zich losmaken van hun politieke kleur. De New Yorkse burgmeester Bloomberg - eerst Republikein en Democraat, nu onafhankelijk - is daarvan een voorbeeld. Of de Londense burgemeester Boris Johnson, wars van conventies. "Een burgemeester weet dat hij het me-teen te horen krijgt van de inwoners van zijn stad als hij niet handelt naar het lokale belang. In steden draait het niet om abstracties als patriottisme. Het gaat erom dat het huisvuil wordt opgehaald en dat er geen mensen op straat leven. "Politiek draait niet om ideologieën, maar om het oplossen van problemen. Neem bijvoorbeeld de illegalen. De stad ziet: ze zijn er. Burgemeesters kunnen niet om de aanwezigheid van deze mensen heen."

Barber stelt voor dat steden aan illegalen een 'stadsvisum' aanbieden: door zich te registreren kunnen hun kinderen naar school en zijn ze te traceren als ze zich niet aan de wet houden. "Zulke oplossingen werken natuurlijk alleen als alle steden gezamenlijk het experiment aangaan, anders komen alle illegalen naar die ene stad waar stadsvisa worden uitgereikt."

Grensoverschrijdend

Maar wat is er mis met de natiestaat? In de ruim vijftig jaar dat hij politieke processen bestudeert, ziet Barber de staten falen. "Het lukt ze niet de grote problemen aan te pakken als armoede en klimaatverandering en nu de economische crisis."

Terrorisme, criminaliteit, milieuproblematiek en ziekten trekken zich steeds minder aan van de landsgrenzen. Belangrijke spelers als multinationals en banken opereren eveneens grensoverschrijdend. Maar landen, de VN of de EU kunnen dat amper het hoofd bieden. Dit is allemaal geen reden voor cynisme en pessimisme. De burgemeesters van grote steden komen namelijk wel met pragmatische oplossingen om bijvoorbeeld de luchtvervuiling te verminderen. Het zijn ten slotte vooral de stedelingen die de viezigheid inademen."

Barber geeft een voorbeeld: wereldwijd zijn er de laatste jaren honderdduizenden huurfietsen in steden gekomen. Chicago zag het in Spanje en was enthousiast. In Londen hebben ze de bijnaam Boris Bikes, naar de burgemeester. In Brussel is er Villo, in Antwerpen Velo. "Er is geen wet die de steden verplicht tot huurfietsen. Ze doen het gewoon zelf."

Barber pleit voor een parlement van steden: drie bijeenkomsten per jaar van telkens 300 steden, met als doel het uitwisselen van goede ideeën. "Dat klinkt misschien utopisch, maar veel grote steden zijn al met elkaar verbonden. De netwerken wisselen ervaringen uit en werken samen. Het is toch opmerkelijk dat steden wel de vervuiling weten terug te brengen, terwijl de grote internationale klimaatconferenties zijn verzand in louter symbolische afspraken."