Draghi begint verbale oorlog tegen deflatie
De ECB verlaagt haar basis-rente niet. Er komen geen bijkomende stimulusmaat-regelen. Maar voorzitter Mario Draghi 'bevestigt' niet alleen dat het monetair beleid nog lang erg soepel blijft, hij legt er zelfs 'sterk de nadruk' op. Vooral de lage inflatie blijft zorgen baren.
Zoals verwacht wijzigde Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), gisteren zijn beleid niet. De basisrente blijft op haar historisch dieptepunt van 0,25 procent. Er komen niet meteen maatregelen om de economie meer zuurstof te geven, zoals een derde rondje goedkope kredieten aan de banken of een negatieve depositorente.
De Italiaan versterkte wel zijn forward guidance, de belofte om de geldkraan "zo lang als nodig" open te laten staan. In de toelichting bij het rentebesluit wordt die belofte niet langer louter bevestigd, maar zelfs "sterk benadrukt". Slechts twee woordjes verschil, maar daarmee dreef de voorzitter wel duidelijk de verbale retoriek op.
Op de markt was het verschil tussen sterk benadrukken en bevestigen onmiddellijk zichtbaar. De euro nam een stevige duik naar 1,3549 dollar. Kort daarvoor was de eenheidsmunt nog gestegen naar 1,3633 dollar als reactie op het uitblijven van een verdere versoepeling.
"Ja, we gebruiken sterkere woorden", bevestigde Draghi tijdens de aansluitende persconferentie. "Het moet onze vastberadenheid tonen dat we indien nodig extra maatregelen zullen nemen."
Duidelijk mandaat
In november verlaagde de ECB de basisrente van 0,50 naar 0,25 procent, omdat "de inflatievooruitzichten substantieel veranderd waren". Veel zoden bracht de lagere rente vooralsnog niet aan de dijk. Volgens een eerste raming van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, daalde de inflatie in december zelfs verder van 0,9 procent naar 0,8 procent. Dat is ruim onder de officiële doelstelling van de ECB voor een inflatie van "dichtbij, maar onder 2 procent op middellange termijn".
Volgens Draghi was de terugval van de inflatie verwacht. De ECB denkt trouwens niet dat de inflatie de komende maanden zal aantrekken. "We kunnen een langere periode van lage inflatie verwachten, maar daarna evolueren we wel in de richting van de doelstelling", zei Draghi.
Maar de ECB zal de evolutie van de levensduurte de komende maanden scherp in de gaten houden. "We hebben een duidelijk mandaat", zei de voorzitter. "We zullen alle toegelaten instrumenten gebruiken om dat uit te voeren."
Draghi zag de voorbije maanden wel beterschap optreden in het economisch plaatje van de eurozone. "Het monetaire beleid begint eindelijk zijn weg te vinden naar de reële economie, het vertrouwen bij de bevolking komt terug, de besparingen wegen minder zwaar door en de lage inflatie steunt het beschikbare inkomen."
De crisis voorbij verklaren, zoals sommige politici deden, is dan weer een stap te ver. "Ik zie nog veel risico's die het herstel in het gedrang kunnen brengen. Ook de werkloosheid is nog onaanvaardbaar hoog, al lijkt die eindelijk wel te stabiliseren. Ik blijf dus zeer voorzichtig met uitspraken over het einde van de crisis."