Direct naar artikelinhoud

Minder bootjes richting Italië

Het aantal migranten dat vanuit Libië oversteekt naar Italië is de afgelopen maand met bijna 70 procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. En terwijl er in juni nog 23.524 migranten aankwamen in Italië, waren dat er in augustus (tot en met zondag) nog maar 2.647. Daar zijn drie redenen voor.

1 Meer kustwacht, minder hulporganisaties

Sinds vorige week is het aantal hulporganisaties dat reddingen uitvoert op de Middellandse Zee gehalveerd: van acht naar vier. De hulporganisaties hebben zich teruggetrokken omdat de wateren voor Libië te onveilig zouden zijn geworden. De plaatselijke kustwacht opende al meer dan eens het vuur op schepen van ngo's en verordonneerde ze om weg te varen. Veel Italianen vinden dat een goede ontwikkeling.

Hulporganisaties voerden tot voor kort 30 tot 40 procent van alle reddingen uit en zouden de oversteek zo veel te makkelijk maken. Hulporganisaties zouden een soort taxidienst zijn voor migranten, volgens tegenstanders. Niet voor niets is het aantal migranten richting Italië flink afgenomen sinds zij zijn gestopt, stellen zij.

De daling zette echter al in toen de hulporganisaties nog actief waren. Volgens de Europese grensorganisatie Frontex wegen vooral de opgeschroefde patrouilles van de Libische kustwacht zwaar mee op de cijfers. De Libische kustwacht laat weten de afgelopen weken al duizenden migranten te hebben onderschept en teruggestuurd naar Libië.

De kustwacht wordt bijgestaan door de Italiaanse regering. Rome hoopt de migratiecrisis in eigen land zo te beteugelen. Er is al geld en materieel gestuurd, er werden manschappen getraind en sinds kort patrouilleren er Italiaanse marineschepen voor de Libische kust die samen met de lokale kustwacht vluchtelingenbootjes onderscheppen.

De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken zei vorige week in het dagblad La Stampa een duidelijk verband te zien tussen die hulp aan Libië en de dalende migratiecijfers. Zijn land heeft een 'hervonden evenwicht in de Middellandse Zee' bewerkstelligd en volgens zijn collega op Binnenlandse Zaken is er dankzij Italië eindelijk 'licht aan het einde van de tunnel' te zien.

2 Onrust in Libië

Een andere verklaring voor het dalende aantal migranten ligt niet op zee, maar in Libië: in de kustplaats Sabratha, zo'n 70 kilometer ten westen van hoofdstad Tripoli. Het is sinds 2015 de belangrijkste smokkelhaven van Noord-Afrika.

Sinds kort zijn daar volgens persbureau Reuters gewapende groepen actief die vluchtelingen verhinderen over te steken. De groepen zouden bestaan uit een paar honderd 'burgers, politieagenten en militairen', volgens een anonieme bron van Reuters, en zouden in opdracht van een voormalige maffiabaas proberen zo veel mogelijk migranten tegen te houden en op te sluiten. Dit, zegt het persbureau, om aanspraak te maken op Europese subsidies voor het bestrijden van mensensmokkel.

Dit strookt met wat op zee geredde migranten deze week vertelden aan de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). "Ze zeiden dat het heel moeilijk was vanaf Sabratha te vertrekken. Dat er mensen waren die hun bootjes al voor vertrek tegenhielden en dat veel van hen bij eerdere pogingen al waren teruggestuurd."

3 Smokkelaars kiezen andere routes

Een veelgebruikte metafoor om de vluchtelingencrisis te duiden, is die van het waterbed. Duw je op de ene plek, dan volgt een stijging elders. Zo kwam lange tijd het gros van de migranten Europa binnen via Griekenland, tot de EU in 2016 een deal sloot met Turkije, waarna smokkelaars hun routes verlegden naar Italië. Nu die route lastiger wordt, zoeken smokkelaars weer nieuwe.

Zo arriveerden dit jaar bijna vier keer zo veel migranten per boot in Spanje als in dezelfde periode vorig jaar, zegt de UNHCR. Tot zondag staken 9.738 migranten over, tegenover 2.500 een jaar eerder. Vooral de laatste maanden is een duidelijke toename te zien op de route vanuit Marokko en via de Straat van Gibraltar. De afgelopen week redde de Spaanse kustwacht ruim 600 migranten in 24 uur, een recordaantal.

Door de onrust in Sabratha zouden in Libië zelf de belangrijkste routes worden verlegd, zeggen reddingswerkers van hulporganisaties. Zo werden deze week opeens drie bootjes gesignaleerd die ten oosten van Tripoli waren vertrokken, een gebied vanwaar tot voor kort nauwelijks migranten vertrokken.