Direct naar artikelinhoud

Als het twee graden kouder wordt

Aan de hand van 'verhalen over gewone mensen' schetst de Duitser Philipp Blom (°1970) de gevolgen van de klimaatverandering die vanaf de 16de eeuw de samenleving op z'n kop zette. Zal zo'n scenario zich vandaag herhalen?

Wat gebeurt er met onze samenleving nu het klimaat verandert? Naïeve optimisten ('De wetenschap zal wel een oplossing vinden') staan lijnrecht tegenover onheilsprofeten ('De mens wordt gestraft voor zijn domheid'). Afgaande op de politieke programma's ('Groei! Jobs!') en het stemgedrag van de burgers ligt het merendeel van ons daar niet wakker van. De onverschilligheid roept een toepasselijk beeld op: dat van de kikker in het bad waarvan de watertemperatuur langzaam oploopt tot het punt waarop het beest niet meer bij machte is eruit te springen en vervolgens gekookt wordt.

Als je het weer van morgen wilt kennen, dan is een voorspelling op basis van dat van gisteren vaak de meest juiste. Bij uitbreiding: als we de toekomst willen voorspellen, kan de studie van het verleden ons veel leren. En laat er in dat verleden ook een ingrijpende klimaatverandering geweest zijn, ietwat gechargeerd benoemd als 'de kleine ijstijd' en conventioneel gesitueerd tussen 1570 en 1700.

In zijn nieuwste boek De opstand van de natuur legt de Duitse historicus Philipp Blom de verbanden tussen die klimaatverandering en de sociale, intellectuele en economische revolutie van de 16de en de 17de eeuw. Kort samengevat: het verdwijnen van de feodale samenleving en de opkomst van onze moderne, op handel gebaseerde maatschappij hebben we te danken aan twee graden verschil. Eigenlijk vier, want tot 1350 lag de gemiddelde temperatuur twee graden hoger dan tegenwoordig. Tijdens de kleine ijstijd trad er een daling in met twee graden, weer in vergelijking met onze tijd. De oorzaken daarvan zijn tot op heden onbekend, de gevolgen waren immens.

In vogelvlucht

In het eerste deel van het boek schetst Blom de beginperiode van de klimaatverandering en de onmiddellijke gevolgen voor mens en natuur. De laat-middeleeuwse mens is analfabeet en diep gelovig, zit rotsvast in een driestandenmaatschappij en leeft van landbouw. Wanneer de temperatuur daalt, daalt de graanopbrengst spectaculair en dat verandert alles.

Het tweede deel van het boek beschrijft de agrarische en economische, sociale en culturele ontwikkelingen van de 17de eeuw. Die ontwikkelingen 'ingrijpend' noemen, is een understatement van formaat. Andere historici (Braudel, Le Roy Ladurie, Pfister, Parker, Diamond) hadden reeds het verband gelegd tussen die ontwikkelingen en de klimaatverandering, maar de manier waarop Blom dat doet, gaat een stap verder.

In het derde deel toont hij de effecten aan op het intellectuele klimaat en de daarbij aansluitende sociale metamorfose, waar wij tot vandaag de dag de vruchten van plukken.

Het laatste en kortste deel van het boek, de epiloog, is een aangekondigde klap in het gezicht van de lezer. Op minder dan dertig pagina's schetst de auteur de analogie met onze tijd, wat op zich nauwelijks verrassend is - wie nu nog twijfelt aan de klimaatverandering, is ofwel een idioot ofwel een lobbyist voor bepaalde belangengroepen. De klap komt er wanneer hij aantoont dat de oplossing die ons gered heeft bij de vorige verandering, vandaag de dag onze ondergang betekent.

Verhalen van gewone mensen

Blom is een meesterlijke verteller. Wie zijn uiteenzetting op 4 februari vorig jaar in Gent over hetzelfde onderwerp voor een bomvolle Minardschouwburg bijwoonde, weet wat ik bedoel. Dit boek brengt daarvan de uitgebreide versie, waarbij hij de verhalen van gewone mensen kunstig verweeft met de grote historische veranderingen.

De kapelaan Wouter Jacobsz, die vanaf 1572 met een groeiende wanhoop in zijn dagboek de misoogsten bijhoudt, de steeds stijgende graanprijzen, de kindersterfte, het aantal terechtstellingen, de stormen en overstromingen. Rebekka Lemp, die na martelingen bekent samen met de duivel de misoogst veroorzaakt te hebben: in september 1590 sterft ze als heks op de brandstapel omdat haar man haar niet op tijd het vergif kon bezorgen om zelfmoord te plegen. George Percy, een van de 104 eerste kolonisten in het Amerikaanse Jamestown, die twaalf maanden na hun aankomst noteert dat er nog 40 overlevenden zijn - 1607 was volgens de huidige berekeningen de droogste zomer in 770 jaar. De stichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en het oprichten van de eerste beurs, waar bijna onmiddellijk honderd miljoen euro (huidige waarde) geïnvesteerd werd. De Dertigjarige Oorlog, waarin nieuwe militaire technieken aan een derde tot de helft van de inwoners van de Habsburgse gebieden het leven kostte. Het ontstaan van de moderne wetenschap die dankzij de boekdrukkunst beetje bij beetje aan haar opmars begon.

De eerste gevolgen van de klimaatverandering werden zichtbaar in de landbouw. Een temperatuurdaling van twee graden betekent zes weken minder plantengroei, en dus veel lagere opbrengsten. Extreem natte of droge zomers deden de oogst vaak helemaal mislukken.

Het zou duren tot 1750 voor de graanoogst opnieuw het productievolume van 1570 bereikte. De subsistentie-economie van het feodale tijdperk - produceren wat je nodig hebt, en dus weinig tot geen handel - voldeed niet langer, met als onmiddellijk gevolg hongersnood en opstanden. Boeren werden van hun land verdreven, de steden kenden een sterke bevolkingstoename, zij het dan vooral met armen.

De migratie van het platteland naar de stad kende ook een ruimere versie, onder de vorm van volksverhuizingen. In hun wanhoop zochten veel mensen een oplossing in religie: boetedoeningen, processies, heiligenverering, heksenverbrandingen. Maar God antwoordde niet, dus kwamen er discussies over de juiste manier om Hem te eren, over de juiste interpretatie van de Bijbel, over wie God misnoegd had, met pogroms en godsdienstoorlogen tot gevolg.

Hongersnood, migratie, religieuze waanzin, dat is de schaduwzijde die het eerst zichtbaar werd. Blom besteedt evenveel aandacht aan de gunstige gevolgen die pas in een latere periode naar voren treden.

De grote transformatie

Binnen een tijdspanne van vier generaties ontstaat er in de 17de eeuw een totaal andere maatschappij gebaseerd op een nieuw economisch model, waarin groei centraal staat. Geïnspireerd op het werk van Karl Polanyi, beschrijft Blom deze verandering als de Grote Transformatie. De middeleeuwse driestandenmaatschappij werd uitgebreid met, en dus veranderd door ambachtslieden, burgers en handelaars.

Wat de Vikingen al op kleine schaal gedaan hadden - migratie wegens armoede, rijkere gebieden plunderen, de bewoners gebruiken als slaven, handelsvestigingen stichten - doen de Europeanen van de 17de eeuw op een veel grotere schaal. De eerste kolonisaties, een grotere productie op grond van slavenarbeid en internationale handel zorgen voor een overschot; overschot zorgt voor vrije tijd én geld, de twee samen leggen de basis voor een nieuw politiek denken in combinatie met de ontwikkeling van de moderne wetenschap.

De donkere middeleeuwen worden afgelost door het tijdperk van de verlichting, waarin ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid geleidelijk aan naar boven en naar buiten komen. Het is, op z'n zachtst uitgedrukt, een verrassing om te lezen dat we deze ideeën als een gevolg van een klimaatverandering kunnen begrijpen. Net zoals het pijnlijk is om te moeten lezen dat deze vooruitgang gebaseerd is op uitbuiting en slavenarbeid, en dus haaks staat op de grote verlichtingsideeën.

Uitbuiting en slavernij

In 1641 doet de eerste Earl of Clarendon zijn beklag dat 'dirty people of no name' zich verwaardigen een oordeel over de wereld te formuleren. De 'vuile mensen' waren succesvolle burgers, handelaars en ambachtslieden die politieke rechten opeisten. Daarvoor vonden ze steeds meer intellectuele steun bij de verlichtingsfilosofen die zowel verplichte (religieuze) waarheden als opgelegde (politieke) ongelijkheid weigerden en het recht opeisten om zelf te denken ('Je pense, donc je suis'), samen met een gelijkwaardige positie voor iedereen. (Dat 'iedereen' voor blanke westerse mannen staat, wordt pas in ons tijdperk duidelijk, als het bange blanke mannen geworden zijn.) Het is geen toeval dat veel grote denkers van de verlichting zonen zijn van ambachtslui en boeren. Zo was de vader van Kant een zadelmaker.

Het zal nog een paar eeuwen duren voordat de vrijheid en gelijkheid ook daadwerkelijk zichtbaar worden. Wat al veel vroeger effecten heeft, is de ontwikkeling van de moderne wetenschap en de toepassingen daarvan. Nieuwe landbouwmethodes zorgen voor een hogere opbrengst, de ontwikkeling van toegepaste wiskunde veroorzaakt een revolutie in de oorlogsvoering en maakt een betere navigatie op zee mogelijk.

Terzijde: Descartes was tot z'n 24ste een artillerieofficier die kogelbanen berekende. Handelsvloten zijn terzelfdertijd oorlogsvloten die zowel handel drijven als plunderen. Een vaak verhandeld 'goed' zijn slaven.

Blom confronteert ons met een ongemakkelijke waarheid: de groeiende welvaart en gelijkheid gaan hand in hand met het leegplunderen van de kolonies en het uitmoorden of tot slaven maken van de plaatselijke bevolking. Voltaire is daar het meest cynische voorbeeld van. Nog steeds beschouwen wij hem als de voorvechter van gelijkheid en vrijemeningsuiting, van verdraagzaamheid en mensenrechten. Wat we vergeten, is dat hij investeerde in suikerrietplantages die bewerkt werden door zwarte slaven, met als vergoelijking dat negers maar net boven apen stonden en dat rijken het recht hebben armen te commanderen. Atheïsme vond hij uiterst gevaarlijk, godsdienst was volgens hem nodig om het gepeupel in bedwang te houden.

Radicale verlichtingsfilosofen (het woordje 'radicaal' heeft vandaag de dag, net zoals toen, weer een negatieve betekenis) zoals Diderot reageerden wel tegen kolonialisme en slavernij en hielden een pleidooi voor atheïsme. Als alle mensen gelijkwaardig zijn, dan geldt dat voor alle mensen.

Liberale of autoritaire droom?

De lezer voelt ondertussen de bui al hangen. Wanneer wij een probleem hebben, dan grijpen we automatisch naar een oplossing die vroeger werkte. Voor de problemen van onze tijd - en dat zijn er nogal wat - kennen we maar één antwoord: groei.

Dat dit economisch model nog steeds gebaseerd is op uitbuiting, willen we niet weten. Dat er een verband is met de huidige klimaatverandering (of het een oorzakelijk verband is, laat ik in het midden), geven we schoorvoetend toe. Toch blijven we hardnekkig volhouden: groei, groei, groei, en dus nog meer CO2, nog meer fijnstof. Politici die het aandurven de auto te bannen, krijgen doodsbedreigingen. Wie voor een duurzame economie pleit, wordt voor intellectueel uitgescholden.

Bloms besluit is even nuchter en duidelijk: 'We lopen concreet gevaar de planeet zo te veranderen dat wij en andere soorten er niet meer op kunnen leven. Groei door uitbuiting, het antwoord op de laatste klimaatcrisis in onze samenlevingen, is een existentiële bedreiging geworden' (p. 261).

Hij onderscheidt twee dromen, een liberale en een autoritaire. De twee zijn gelijkaardig in die zin dat geen van beiden een correcte weergave is van de werkelijkheid. Het zijn, zo schrijft Blom, niet meer dan metaforen om greep te krijgen op onze samenleving. 'Ze hebben allen gemeen dat ze geen feiten beschrijven, maar een geloof, een ordeningsprincipe dat de wereld begrijpelijk maakt en handelingen zin geeft' (p. 263).

De liberale droom gaat uit van het idee dat alle mensen gelijkwaardig zijn, dat er geen eeuwige waarheid bestaat, alleen maar steeds verschuivende antwoorden op dezelfde vragen. Vrijheid én onveiligheid zijn het gevolg.

De autoritaire droom is een nachtmerrie die een pleidooi houdt voor sterke leiders, gebaseerd op de retoriek van de uitsluiting. Hun doel is niet een evolutie naar een nieuwe toekomst, wel het behoud van het heden dat daardoor ongemerkt een ommuurd museum wordt.

Ondertussen blijft de temperatuur stijgen. De kikker zal binnenkort moeten springen. Anders wordt hij een gekookte struisvogel.

Philipp Blom presenteert zijn boek op 10 mei in de Vooruit in Gent, met Dirk Holemans en Paul Verhaeghe. vooruit.be