Direct naar artikelinhoud

Voorloper mens viel dood uit de boom

Onze verre aapachtige voorouders daalden 3,2 miljoen jaar geleden af uit de boom, maar vraag niet hoe. De rechtop lopende 'Lucy' moet aan haar einde zijn gekomen door van een meter of 15 hoog uit een boom te vallen, zo blijkt uit een nieuwe analyse.

Dat is "ironisch", schrijft een onderzoeksteam van de Universiteit van Texas droogjes in Nature. Lucy, in 1974 gevonden in Ethiopië en vernoemd naar de Beatles-hit 'Lucy in the Sky with Diamonds', geldt immers als een van de vroegste menselijke voorouders die zich rechtop lopend in de savanne waagden. Maar kennelijk leefde het wezen ook deels in de bomen, wellicht om er net als chimpansees te slapen in een nest. Tot Lucy op een kwade dag naar beneden tuimelde, doen nieuwe gedetailleerde scans van haar botten vermoeden.

Zo is haar rechterbovenarm in elkaar gedrukt en gebroken op een manier die artsen kennen van slachtoffers die hun armen uitsteken om een botsing of val af te weren, schrijft het team onder leiding van de Texaanse antropologiehoogleraar John Kappelman. Bovendien zijn bij de breuken nog botsplintertjes zichtbaar. Een aanwijzing dat Lucy bij het breken nog weefsel op de botten had, dat de fragmentjes op hun plek hield.

Het skelet van het 1,1 meter kleine oermensje heeft nog ruim twintig andere breuken aan onder meer nek, kaak en bekken, die met wat verbeelding zijn toe te schrijven aan een val, schrijft Kappelman.

Bij het Nederlandse Laboratorium voor Osteoarcheologie in Leiden zijn Andrea Waters en Menno Hoogland onder de indruk. Met name de gebroken bovenarm kan eigenlijk niet missen: "Het bot heeft een plotse kracht ondergaan van boven naar beneden. Typische schade van een val. Het is niet de schade die je oploopt als een of ander groot beest op zo'n bot gaat staan." Minder overtuigd zijn de experts dat Lucy dus ál haar botten brak door dezelfde val. "Dat is me iets te simplistisch", vindt Hoogland.

Springplank

Lucy was een soort rechtop lopend aapje van het soort 'Australopithecus afarensis', dat tussen de 3 en 4 miljoen jaar geleden in Oost-Afrika leefde, toen bossen daar plaatsmaakten voor open terrein met hier en daar bomen. Experts nemen aan dat rechtop lopen een belangrijke springplank was naar meer menselijkere vormen, onder meer omdat het de handen vrijmaakte.