Direct naar artikelinhoud

Column Het allerallerste

Saskia de Coster is schrijver. Haar column verschijnt wekelijks.

Een super-de-luxe muziekfestival op de Bahamas bood in ruil voor amper 1.500 dollar per dagticket een vip-ervaring aan met de chillste optredens op het strand, de vetste muziek, de kerngezondste culinaire hemel door sterrenchefs gecreëerd en het meest ecologisch verantwoorde onderdak in domes onder de sterren. Concreet werd het een ramp. Online begon een foto van de luxecatering te circuleren, twee plakjes boerengezond brood met lijkbleke kaas in een broodtrommeltje - en toen van de domes, tenten geleend van een vluchtelingenopvang. Dadelijk werd het Fyre festival op Twitter uitgeroepen tot het allerslechtste festival ter wereld. Een eretitel die je moet verdienen, met dank aan aanwezige influencers en hun enorme aantallen Twitter-volgers.

Vrijdag debuteerde Bibi H, de populairste YouTubester van Duitsland, met 4,5 miljoen abonnees, als zangeres op YouTube. Binnen enkele uren kreeg ze het meest aantal neerwaartse duimen ooit voor een Duitse YouTube-film. Nu bestormt ze de wereldwijde top van meest gehate YouTube-hits ooit, waar Justin Bieber op één schittert. Het gaat haar kortom voor de wind.

In veel uithoeken van het internet staat kwaliteit gelijk aan reikwijdte en extremiteit. Goed en slecht zijn inwisselbaar in de online arena, maar aantal volgers niet.

Ik beken, ik volg ubercelebrity en vrouw van rapper Kanye, Kim Kardashian-West, en verbaas me over de kille hangars van interieurs vol lelies en gesponsorde sofa's, de zich-van-geen-kwaad-bewuste obscene foto's en de foto's van haar kinderen die naar fotoreeksen van zichzelf in tijdschriften zitten kijken. Hoe dan ook behoor ik tot haar community van 99,4 miljoen Instagram-volgers - en ik tel dus ook mee in haar rekening voor haar adverteerders. Per reclamepost vangt ze meer dan een half miljoen dollar, gisteren toch, toen ik het checkte, vandaag allicht nog meer.

De massa bepaalt. Via grillige bewegingen, gestuwd door het kleinste detail soms, als een meute op een festivalterrein, doopt de massa iets tot het allerinteressantste of allerallerste, en dat wordt het in die performatieve geste dan ook voor even, tot er iets anders dat anderser of beter nog alleranderst is, voorbijkomt en met de aandacht en de aantallen aan de haal gaat.

Mega, vet, super, keigraaf, te sick: de taal holt erachteraan maar kan niet volgen in het opbod van extremen. We komen zonder superlatieven voor de superlatieven te zitten binnen het beperkte register van de taal zelf. Onze taal barst uit haar voegen want ze is niet gemaakt voor het exponentiële kaliber van de overdrijving in de onlinewereld.

Ik krijg een tekstbericht met een hele resem emoticons, willekeurig ingevoerd door kaboutervingers, het zijn paraplu's, lachgezichtjes, een haarspeld, een brekend hart, een bal sushi. Wat ze betekenen maakt niks uit, het zijn er veel. Er rolt nog een berichtje binnen, ik oogst nog meer emoticons van mijn zoontje. Betekenisloze taal, in overdrive, zonder verhaal, is soms het allerallerst.