Krimpende zoogdieren door klimaatverandering
De opwarming van de aarde leidt er mogelijk toe dat zoogdieren krimpen. Prehistorische diersoorten zouden tot wel 15 procent kleiner zijn geworden tijdens warme periodes.
Ruim 50 miljoen jaar geleden krompen verscheidene diersoorten. Dat kwam door de snelle temperatuurstijging in die periode. Wetenschappers van de universiteit van New Hampshire trokken deze conclusie. "Als het voor bepaalde dieren ergens te warm wordt, moeten ze noodgedwongen verhuizen. Dat zorgt ervoor dat passieve, grotere dieren die last hebben van een te hoge temperatuur, eerder zullen sterven", vertelt de Belgische bioloog Dirk Draulans.
Kleine dieren hebben een grotere overlevingskans dan hun grotere soortgenoten, omdat ze in verhouding meer vacht dan gewicht hebben. Hierdoor koelen ze gemakkelijker af. Andersom geldt dan weer dat in periodes van koude grotere dieren zich beter warm kunnen houden en daardoor hun overlevingskansen zien toenemen.
Volgens Draulans zullen de gevolgen van de temperatuurstijging zich beperken tot dieren. "Mensen reageren anders op temperatuurverandering en zijn minder afhankelijk van hun omgeving. Als we het warm hebben, eten we een ijsje, en als we het koud hebben, zetten we de verwarming op." Daarnaast zou het voor de mens vele honderden jaren duren voor evolutionaire veranderingen zichtbaar worden.
De Engelse wetenschappers roepen op om een vervolgonderzoek uit te voeren. Dat zou moeten uitwijzen welke gevolgen dieren in de huidige klimaatverandering mogelijk zullen ondervinden.