Direct naar artikelinhoud

De man achter Nafi Thiam

Achter elke sterke vrouw staat een sterke man. In het geval van Nafi Thiam is dat haar trainer Roger Lespagnard.

Al zes jaar is Roger Lespagnard burgemeester van de Luikse gemeente Fléron, 16.500 zielen groot. 'Ville à la campagne' is haar slogan. Een stadje op het platteland. Helemaal op maat gesneden van trainer Roger Lespagnard. Gemoedelijk. Of toch uiterlijk. Want toen Nafi Thiam in Rio aan het springen was, ging de tikker van de gewezen leraar hard tekeer.

Al acht jaar, van haar veertiende, traint de Naamse atlete bij hem. "Op een dag, tijdens een wedstrijd in Seraing, zag ik een jong meisje met lange benen springen. Plots stond haar mama Daniele Denisty, zelf een meerkampster, naast mij: of ik haar dochter niet wou trainen. Ze sprong heel natuurlijk en ik zag wat interessants in haar. Maar nooit had ik gedacht dat ze olympisch kampioene zou worden."

Lespagnard, zelf een tienkamper die op drie Spelen aantrad, tekende een trainingsplan uit. Nauwgezet en evenwichtig. Thiam voer er wel bij. "Zeggen dat ik goud in handen had, is veel gezegd, want Marjorie Lindemans was vroeger beter dan Nafi. Maar Nafi bleef altijd progressie maken en toen ze junior was, zag ik echt welk potentieel ze had."

Voor de Spelen van Rio - en ook voor haar blessure aan de elleboog - had Lespagnard de rekensom gemaakt en op papier gezet. Hij kwam ongeveer op haar score van 6.810 punten uit. "Ik vergis me zelden: ik wist dat ze een medaille waard was. Omdat ik weet wat ze op training kan. Het was de logica zelve. Net zoals ik nu weet dat ze over twee jaar in staat moet zijn om over 2,03 meter te springen en ooit over 2,05 meter." Hij zegt het zonder verpinken: "Volgens mij is in de zevenkamp het tijdperk van Nafi Thiam aangebroken. Op voorwaarde dat ze over drie jaar geen twee kinderen heeft. (schatert) En hopelijk heb ik het geluk om haar nog een paar jaar te kunnen coachen."

Niet te close

Dat het zo goed klikt met Thiam ondanks de generatiekloof, heeft alles met hun professionele relatie te maken. Lespagnard had haar vader of zelfs opa kunnen zijn, maar zo gedraagt hij zich niet, beklemtoont hij. "Ze heeft een vader en ik heb zelf kinderen en kleinkinderen. Wij zijn coach en atleet. Ik moei me niet met haar privéleven. Nafi leidt haar leven zoals zij dat wil. Zolang ze er maar staat op training. Ik kan niet te close zijn, want dan gaat het niet. Soms moet ik me boos maken als ze op haar smartphone zit te tokkelen: 'Nondedju Nafi, concentreer je eens een uur.' En zij haalt soms ook naar mij uit - 'Roger, dit is véél te moeilijk' - maar de sfeer blijft altijd goed."

En zo was zelfs Lespagnard tot tranen toe bewogen toen zijn pupil het goud won: "Omdat ik haar al zo lang begeleid. En vreselijk moe was. De spanning van twee dagen viel van me af. Drie dagen heb ik als een zombie in het olympisch dorp rondgelopen. Maar zodra we weer in België waren, ben ik weer gewoon aan het werk gegaan. Ik ben wat ouder, hé. Dan relativeer je de zaken meer."