Vier troeven voor gouden toekomst

1. Zeer concrete bouwplannen

Club Brugge lijkt klaar om de komende jaren ook qua infrastructuur een inhaalbeweging te doen op de concurrentie. Op de derde verdieping van het Jan Breydelstadion starten binnenkort verbouwingswerken die eind augustus een fonkelnieuwe vipzone met loges moeten opleveren. Club doet die investering omdat het de termijn wil overbruggen tot 2019, wanneer in principe een nieuwe voetbaltempel verrijst langs de Blankenbergse Steenweg. Het vergunningsproces is al opgestart en vooralsnog duiken weinig problemen op. Enkel rond de bereikbaarheid van het stadion zijn vragen gerezen. Zo zou de overheid fors moeten investeren in een aanpassing van de E40, anders dreigen verkeersproblemen op matchdagen.

Qua invulling rekent Club op een stadion met 40.000 zitjes. De tribunes moeten dicht op het veld aansluiten en achter het doel wil men een blauw-zwarte 'wand' creëren, naar analogie met de Gelbe Wand van Borussia Dortmund. Een jaar voor de constructie van het nieuwe stadion zou in Westkapelle ook het nieuwe oefencentrum af moeten zijn. Daarvoor trekt Club 10 miljoen euro uit. Slaagt blauw-zwart in al die projecten, dan kan het zijn budget tegen 2020 makkelijk met 15 miljoen euro verhogen.

2. Spelers zonder wilde transferdromen

Van alle spelers gaf tot dusver enkel Thomas Meunier al duidelijk aan dat hij wil vertrekken. Goudhaantjes als José Izquierdo, Abdoulay Diaby of Hans Vanaken bekijken deze zomer wellicht de aanbiedingen die hun richting uitkomen, maar als daar geen buitenkans tussen zit, dan is de kans groot dat Club hen kan houden. Mogelijk is daar voor Izquierdo en andere smaakmakers een verbeterd contract voor nodig.

Aan de inkomende kant heeft Club het voordeel dat het al geplaatst is voor de Champions League. Daardoor moet de kern pas eind augustus compleet zijn en is er - ook zonder uitgaande transfers - al geld om te investeren in nieuwe spelers.

3. Champions League-miljoenen

De makkelijkste sprong voorwaarts maakt Club Brugge dankzij de rechtstreekse kwalificatie voor de Champions League. Nog voor de spelers één druppel zweet hebben verspild, is blauw-zwart al 12 miljoen euro rijker. Dat is de startpremie voor een club in de groepsfase. Als de tweede Belgische Champions League-deelnemer - Anderlecht of AA Gent - zich bovendien niet door de voorrondes weet te worstelen, dan stijgt de bonus voor Club nog eens met ongeveer 3 miljoen euro. Dat bedrag is wat de UEFA België betaalt als winstdeling in de tv-rechten. In het slechtste geval moet Club de helft aan een concurrent afstaan, maar dan nog blijft er ruim 1,5 miljoen over.

Tot slot kan Club ook per match extra geld ophalen. Een gelijkspel levert 0,5 miljoen op, een zege zelfs 1,5 miljoen. Als u weet dat het werkingsbudget van Club 37 miljoen euro (zonder transfers en eenmalige inkomsten) bedraagt, dan zou een inkomstenstroom van meer dan 15 miljoen euro sowieso voor een enorme boost zorgen.

4. Organisatie staat er

Was Club in 2011 na de overname door Bart Verhaeghe nog een wankele constructie, dan is het bouwwerk vijf jaar later min of meer stabiel. Bovenaan is de hiërarchie met voorzitter Bart Verhaeghe en CEO Vincent Mannaert al een tijdje duidelijk. Maar ook de andere leden van de raad van bestuur - Jan Boone, Peter Vanhecke, Bart Coeman en Sam Sabbe - vormen een hecht team. Stuk voor stuk zijn het ondernemers van middelbare leeftijd met een solidaire visie op de toekomst van de club. Het bestuur is op dat vlak een pak dynamischer dan dat van concurrent Anderlecht, waar vooral zestigers en zeventigers de dienst uitmaken.

Ook op het commerciële departement is sinds vorige zomer met COO Jorgen Van Hellemont extra stabiliteit gekomen. Sinds de komst van Michel Preud'homme heeft het sportieve departement stevige fundamenten, maar daar loert nu het grootste gevaar. Beslist de coach om straks de deur achter zich dicht te doen, dan moet Club op zijn belangrijkste departement op zoek naar iemand die het succes kan bestendigen.