Direct naar artikelinhoud

'Ik krijg rode pukkels van al die politieke correctheid'

De eerste homo of transgender in een Vlaamse familiestrip? De eerste hoofddoekjes in het straatbeeld? Pedofiele bisschoppen? De Kiekeboes is dit jaar 40 jaar oud. Een commerciële reeks, maar evenzeer progressief.

Een sigarenrokende struisvogel met een hoed op. Het scheelde geen haar of dat vreemdsoortige karakter - Winston genaamd - maakte veertig jaar geleden deel uit van de vaste kern van De Kiekeboes. Toen hij de reeks in 1977 opstartte, dacht hij in eerste instantie "aan iets tussen Suske en Wiske en Jommeke". In die context paste Winston wel. Maar Merho (68) mist het dier niet, "want het zou de reeks wellicht hebben kleingehouden".

Toegegeven, in eerste instantie bleef het allemaal nogal flauw, met een eerste album waarin wollebollen en heksen de plak zwaaiden. Het duurde enkele jaren voor de auteur zijn eigenheid vond. Maar dan, langzaamaan, introduceerde hij progressieve scènes, figuranten of thema's. In 1981 verscheen zo voor het eerst een homo in een Vlaamse familiereeks, in 1992 een eerste transseksueel. Vrouwen kregen een sleutelrol, met Fanny, met de vrijgevochten dochter van Kiekeboe, op kop. Haar motto: in ieder verhaal een nieuw vriendje. En zo nu en dan liet ze een borst zien.

De Kiekeboes was ook de eerste reeks waarin de hoofdrolspelers volledig uit de kleuren gingen - zij het bedekt met takken, twijgen en alles wat in hun buurt stond. Dat gebeurde in 1983 in De pili-pili pillen.

Is Merho dan de meest progressieve Vlaamse (dagblad)striptekenaar? "Goh, Misschien ben ik de meest progressieve van de Vlaamse mainstreamstrips, maar als je naar het totale huidige striplandschap kijkt, vind ik mezelf nog vrij braaf. De Kiekeboes ontstonden toen de Vlaamse strip geheel in handen was van de katholieke pers. Ik publiceerde in Het Laatste Nieuws, toen nog een liberale, saaie maar ook vrijzinnige krant. De vernieuwende wind uit de jaren 60 was nog voelbaar. Een blote borst, wat toen in een katholieke krant ondenkbaar was, kon daar dus wel. Al vlug liet ik een homostel opduiken.

"Het was een spel: hoe ver kon ik gaan? Ver, zo bleek. De enige kritiek die ik er ooit kreeg kwam er op de zin 'L'état c'est moi'. Een Frans citaat in een Vlaamse krant? Dat kon dan weer nièt.

"Hm, en een paar jaar geleden schrok mijn uitgever behoorlijk toen ik vertelde over een nieuw nevenpersonage: Tomboy, de vriendin van Fanny die aan de kost komt als prostituee. Het nieuws haalde zelfs het directiecomité. Tot de toenmalige CEO zei: 'Ach, Merho dat in zijn kop heeft, doet hij het toch.'"

Vanwaar komt die noodzaak om dat soort elementen in een - nota bene - familiereeks te brengen?

"Als kind was ik allesbehalve progressief. Ik was een nakomertje in een modaal Vlaams katholiek gezin. Niet conservatief, wel gezagsgetrouw. De gulden middenweg. Contesteren zat niet in mijn karakter. Ook niet in de bewogen jaren 60. Provoceren was ook nooit mijn bedoeling. Maar voor mijn lezers kon alles wat ik deed. Het was toen mijn bedoeling - en nu nog steeds - om een beeld te geven van de maatschappij van het moment. Ik denk dat iedereen blij was dat ik daarin een beetje verder ging dan de gevestigde strips.

"Veel hangt ook af van de manier waarop je de dingen aanbrengt. Ik voel me op de eerste plaats een entertainer op papier. Ik wil een lekker verhaal vertellen en er moet veel gelachen worden. Overgoten met veel humor kun je haast elk thema brengen. Ik begon via het personage Fanny te voelen dat ik een een steeds volwassenere weg uitging. Ik was dol op cabaret. Bij ons zette alleen Urbanus zijn eerste schuchtere stappen, maar in Nederland bedreven cabaretiers in die tijd humor met een maatschappelijk kantje. Dat beviel me. Het derde De Kiekeboes-album De dorpstiran van Boeloe Boeloe draaide rond Idi Amin Dada. Het is daar waar ik mijn eigen vorm vond."

Hij is niet de enige politicus die je beschimpte.

"Dictators en potentaten te kakken zetten: heerlijk. Chaplin deed het al in The great Dictator. Amin en Berlusconi waren uitermate geschikt voor parodie. Eigenlijk zijn het boosaardige stripfiguren. Ik plaats ze alleen terug in hun natuurlijke biotoop. Trump en Erdogan passen ook in dit rijtje. Misschien doe ik daar ooit wel eens iets mee."

Nochtans verviel ook jij ten prooi aan clichés. Ik denk nu meteen aan je eerste papieren homo: een erg verwijfd type.

"Het zal wel te maken hebben met een gebrek aan maturiteit en tijd. Vandaag kan ik me meer bezinnen over wat ik ga doen. Er is een wereld van verschil tussen de homo's uit de eerste albums en het homokoppel in het recente Gebroken zwart."

Binnenkort verschijnt de spin-off Fanny K. Ook daar heel wat extremere verhaallijnen. Zo gaat Fanny gebukt onder partnergeweld en koketteert Tomboy met haar escortbusiness. Kun je dat zo expliciet overhevelen naar De Kiekeboes?

"De moederreeks kan sowieso heel wat thema's aan, maar in Fanny K. wordt het op een andere manier gebracht. Gewoon al de gespannen relatie tussen Fanny en haar twee vriendinnen. Alanis die niet weet dat Tomboy een prostituee is en met haar vrouwelijke intuïtie haarscherp aanvoelt dat Tomboy een geheim deelt met Fanny. In De Kiekeboes wordt dit behandeld als comedy, in Fanny K. wordt het veel subtieler en genuanceerder behandeld. Scenarist Toni Coppers waakt zeer sterk over de karakters, maar geeft ze tegelijkertijd een volwassenere invulling."

Tot slot: welke thema's heb je de afgelopen veertig jaar ei zo na niét in je De Kiekeboes kunnen integreren, maar wilde je in eerste instantie wel?

"Er is geen enkel thema dat ik niet kon behandelen. Transgenders, echtscheidingen, ontrouw, incest... Het kon allemaal, al lag pedofilie moeilijk. Het was voor mij geen taboe, maar ik vond geen verteerbare vorm. Tot de zaak-Vangheluwe losbarstte. Het werd een verhaal rond mijn vaste klik vampiers met een ondergedoken bisschop die aan het eind zelf in een vampier verandert. Opnieuw: met humor viel alles op zijn plaats en kon het wel."