Direct naar artikelinhoud

Skiën in sprookjesland

Best raar, dat er niet méér wintersportfanaten gaan skiën in de Italiaanse Dolomieten. Terwijl de bergen daar mooi zijn, het eten goed en de prijzen lager dan elders.

Telkens verschijnt-ie in je ooghoek: die imposante burcht van loodrecht kalksteen. Vanuit de skilift lijkt het Sella-gebergte in de Italiaanse Dolomieten soms op het decor van een griezelfilm: boven grijze rotswanden van honderden meters hoog cirkelen zwarte kraaien. Soms lijkt het een roze prinsessenkasteel in de avondzon, soms zie je in de rotsformaties gouden torens, die uitzicht bieden over half Europa. Hoe dan ook: skiërs kunnen hun ogen niet afhouden van de imposante rotsen die overal bovenuit steken.

Er zíjn praktische redenen om te gaan skiën in Noord-Italië: de pistes zijn er breed en goed onderhouden, de liften nieuw, de dorpen authentiek, de skipakken modieus, het eten verfijnd en de prijzen laag. Dus raar eigenlijk dat zo weinig Belgen doorrijden naar de zuidelijke Alpen. Maar het belangrijkste argument om voor de Dolomieten te kiezen is onmiskenbaar esthetisch: álle bergen in de Italiaanse Alpen zijn mooi.

Rondje lifthoppen

Wie arriveert in een dorpje als Canazei concludeert verrast: sommige bergketens zijn veel mooier dan andere. De Dolomieten zijn terecht Unesco-werelderfgoed. Een rondje skiën om het Sella-gebergte staat op het verlanglijstje van veel wintersporters. Met de klok mee is de dagtocht ruig en uitdagend; tegen de klok in is de reis fotogenieker en makkelijker. Volg de groene bordjes en je legt 42 kilometer af, met telkens dat befaamde uitzicht op de rotswanden die van kleur veranderen in de zon.

Hier geen vergezichten, met wat besneeuwde toppen aan de horizon: in de Dolomieten staan de Alpen pontificaal voor je neus. Leg je skihelm ver in de nek en dan pas zie je restaurant Maria aan het einde van een gondel op 2.950 meter hoogte.

De Sella Ronda is populair, jaarlijks maken ruim 600.000 skiërs het befaamde rondje. Twintig liften in en uit en 26 kilometer afdalen: het klinkt als een heel gedoe, maar de inwoners van de Noord-Italiaanse provincie Trentino lijken meer op Oostenrijkers. Ze investeren miljoenen in hun infrastructuur: snelle gondels voor honderd personen, zachte zespersoonsstoeltjesliften met windschermen en moderne stations met strakke architectuur. De Italianen die bekend zijn met het gebied, doen het rondje in tweeënhalf uur, een toerist heeft daar tenminste zes uur voor nodig - en dat is inclusief selfiestops en lunch op de berg.

Margarita en strudel

Verwacht daar trouwens geen hamburgers of crèpes met Nutella. In de Dolomieten bestel je roodlof met spek of spaghetti vongole met een glas gewürztraminer, gevolgd door - je bent toch aan het sporten - een strudel met appel en kaneel. De prijzen op de berg zijn scherp: 6,50 euro voor een pizza margarita, 1 euro voor een cappuccino. "Niet doorvertellen", fluistert een Nederlandse vakantieganger die zijn skischoenen weer dichtgespt. Hij moet haast maken, want wie de laatste lift om halfvier mist, moet met de bus naar huis.

Zoals overal in de Alpen merken de dorpelingen van de Fassa-vallei dat bezoekers meer willen doen tijdens hun wintersport. Ze bouwden voor 12 miljoen euro een groot watercentrum in Canazei. Met dampende binnen- en buitenbaden, bubbelbaden, glijbanen en een spa. Verderop in de vallei staat het Ladinisch Museum. De inwoners zijn trots op hun Ladinische taal en cultuur. Zij spreken het met elkaar in de skilift en in de winkel, en bijna iedereen heeft een traditioneel kostuum in de kast hangen voor de eindezomerfeesten in augustus.

Monti Pallidi, zo noemen de Italianen hun Dolomieten. De Bleke Bergen. Dat klinkt als een decor voor een hobbitfilm, maar de naam is misleidend. De wanden van kalksteen functioneren eerder als filmdoek. Ze veranderen van kleur als de zon stijgt en daalt. Soms lijken de bergtoppen wel te gloeien. 'Enrosadira' zeggen de bewoners dan in het Ladinisch. Het enige wat je als bezoeker hoeft te doen, is achteroverleunen en nog een bombardino bestellen, het winterdrankje van warme advocaat, brandy en slagroom. Wel op tijd wegwezen voor de laatste lift!

Praktisch

Bereikbaarheid: Canazei ligt op 1.000 kilometer van Brussel. Na Innsbruck moet je nog 2,5 uur doorrijden. Vliegen kan op Innsbruck, Venetië of Verona (plus 2,5 uur taxirit).

Ligging: Canazei ligt in het midden van het skigebied Dolomiti Superski. De Sella Ronda verbindt vier dorpen: Canazei, Val Gardena, Corvara en Arabba. Die hebben allemaal hun eigen (rustige) skigebieden, goed voor 500 kilometer piste op één skipas.

Logeren: de kwaliteit van hotels en skiverhuur loopt wat achter op de noordelijker skigebieden. Hotel Astoria biedt een goochelaar na het eten, en een mooi zwembad met spa in de kelder. hotel-astoria.net

Wellnessen kan in het chique dorpsbad: dolaondes.it

Meer informatie: fassa.com, visitdolomites.com