Direct naar artikelinhoud

'Door Iran rolt protestgolf die nooit meer stopt'

In Iran dijde het protest tegen het economisch wanbeheer van de religieuze elite deze week uit. Kan de volkswoede tot een revolutie leiden? 'Ja, ons volk is de Islamitische Republiek beu.' Anderen vrezen repressie. 'Het risico bestaat dat de Revolutionaire Garde een zachte staatsgreep pleegt.'

Armin Sadeghi was nog maar 13. Hij stierf op 1 januari in de stad Khomeini, ooit vernoemd naar de religieuze leider die in 1979 de islamitische staat Iran stichtte na een bloedige revolutie tegen de seculiere monarchie van de sjah. Armin werd op de achterbank van hun gezinswagen geraakt toen veiligheidsdiensten op een betoging schoten die gericht was tegen ayatollah Ali Khamenei. Hij is als Khomeini's opvolger en hoogste geestelijke leider vandaag als échte machthebber van het land kop van Jut.

De symboliek van Armins dood is groot. Hij is de jonge onschuld die werd vermoord door agenten die hem hoorden te beschermen. De foto van zijn lachende jongensgezicht is op sociale media te zien naast vernielde foto's van Khamenei en president Hassan Rouhani. Hij is vorig jaar voor een tweede ambtstermijn nipt herkozen als 'hervormer' maar wordt nu door de betogers verguisd voor economisch wanbeheer.

Samen met Armins moeder rouwen vele families. Er zijn de voorbije dagen al minstens 22 demonstranten doodgeschoten in het hele land, van de vroegere Perzische hoofdstad Isfahan tot de kleinere steden Izeh, Tuyserkan en Doroud.

De economische protesten sluimerden al vele weken. Er werd gemeld dat in de begroting geen geld meer was voor brandstof- en voedselsubsidies, waardoor prijzen van basisproducten zoals eieren stijgen. Tegelijk lekte uit dat de geldstromen naar de ayatollahs en hun machtige militaire pijler, de Revolutionaire Garde, vele miljarden euro's bedraagt. Ook westerse sancties beginnen de staatskas pijn te doen.

Enkele banken gingen al failliet, waardoor veel mensen hun spaargeld verloren. Sommige arbeiders worden al maanden niet meer betaald, terwijl ze in penibele omstandigheden moeten werken. Zo komen er regelmatig mijnwerkers om door een gebrek aan investeringen in veiligheid. De werkloosheid onder jonge mannen bedraagt intussen 40 procent. Tegelijk vloeien vele miljarden dollars naar de regionale oorlogen waarin Iran betrokken is, in Syrië, Irak, Jemen, en naar bevriende bewegingen zoals Hezbollah in Libanon en Hamas in Palestina.

Een mens zou voor minder op straat komen.

"Achter deze protesten gaat een enorme frustratie met de regerende elite schuil", zegt Hadi Ghaemi, een gewezen topprofessor nanofysica die met zijn Center for Human Rights in Iran in New York mensenrechtenadviezen geeft aan de Verenigde Naties. "Een treffend voorbeeld is hoe een jonge twintiger met twee diploma's tijdens een betoging vertelde dat hij door zijn werkloosheid honger lijdt."

De protesten zijn deze keer vooral betekenisvol omdat ze verspreid zijn over het hele land. De laatste grote betogingen in Iran die de wereldmedia haalden, waren die van de Groene Beweging tegen vermeende verkiezingsfraude van proreligieuze kandidaten in 2009. Ze vonden plaats in Teheran en Isfahan, grootsteden waar studentenprotesten niet ongewoon zijn en de middenklasse door haar economische positie liberalere ideeën sneller durft uit te spreken. Deze keer gromt vooral de stem van de gewone man en vrouw, en dat in brave provinciesteden waar de religieuzen normaal hun machtsbasis hebben. Voor het eerst werd er zelfs geprotesteerd in de heilige stad Qom, waar het leven in het teken staat van religieuze studies en dat door seculiere Iraniërs gemeden wordt.

Het straatprotest toont dan ook barsten in de pijlers van het religieuze regime. De eerste betoging, op 28 december in de stad Mashad, werd zelfs geleid door een religieuze voorganger die geldt als aanhanger van Rouhani's religieus-populistische voorganger Ahmadinejad. Er werden slogans geroepen als 'dood aan Rouhani'. Het leek een poging, denkt Ghaemi, om de hervormingsgezinde president in diskrediet te brengen.

Nieuwe omwenteling?

Het protest vloog als een boemerang in hun gezicht. Het nieuws over betogingen verspreidde zich als een lopend vuurtje via sociale media zoals het Russische Telegram, waarvan de communicatie-app populair is bij de 48 miljoen Iraniërs die (op een bevolking van 80 miljoen) een smartphone bezitten. Ter vergelijking: in 2009 hadden nog maar 2 tot 3 miljoen Iraniërs een mobieltje, waardoor het langer duurde voor onrust zich kon verspreiden. Uiteindelijk zou de voorbije week in zestig provinciesteden betoogd worden. Pas later sloten ook in de hoofdstad Teheran studenten zich aan. In alle lagen van de bevolking lijken zich nu mensen tegen het regime te keren, zonder meer een historisch feit.

Is dit dan het begin van een nieuwe omwenteling? De meningen zijn even verdeeld als het land zelf.

"Ja, ons volk is het beu om na bijna veertig jaar Islamitische Republiek geleid te worden door clerici, die hen hun economische, sociale en politieke opportuniteiten ontnamen", vertelt de Iraanse vrouwenrechtenactiviste Masih Alinejad, ook al in de VS in ballingschap gedwongen. "De mensen vragen zich af hoe het mogelijk is dat een land met rijke energievoorraden als Iran er niet in slaagt zijn eigen volk te voeden en in de greep is van hoge inflatie en werkloosheid."

De Iraans-Belgische vrouwenrechtenactiviste Darya Safai (42) ziet ook een corrupt systeem dat wankelt omdat het religieuze invloed boven economie verkiest. "Op Iraanse sociale media hoor je de betogers scanderen dat ze geen geld willen zien vloeien naar buitenlandse terreurbewegingen maar naar de bevolking. Velen verlangen naar een seculiere democratie, met vrijheid en gelijkheid als kernwaarden."

Safai, vandaag succesvol tandarts in Antwerpen en door N-VA gepolst om in de gemeentepolitiek te stappen, voelt zich nauw verbonden met het protest dat herinneringen oproept aan de reden voor haar eigen ballingschap. "Ik denk nu terug aan 1999, toen ik als laatstejaarsstudent mee protesteerde tegen het regime. De vonk die de protesten toen in gang stak, was de intrekking van een krantenlicentie. Het was de eerste keer sinds de Islamitische Revolutie dat jongeren er 'weg met de dictatuur' durfden te roepen. Wat we toen voelden, herken ik nu ook in de betogers. Na vier dagen heeft ayatollah Ali Khamenei toen, net zoals vandaag, het bevel gegeven aan de paramilitaire Basij-militie om de demonstraties bloedig te onderdrukken. Veel mensen werden opgepakt, onder wie ikzelf. Ik werd op borgtocht vrijgelaten en ben dan als 23-jarige via Turkije naar België gevlucht."

Net zoals toen is de repressie nu in volle hevigheid begonnen. De revolutionaire gardisten hebben in drie provincies straten bezet. In het hele land zijn al meer dan 1.000 mensen opgepakt, van wie meer dan 450 in Teheran en meer dan 100 in Isfahan.

De grote vraag is nu wat er gaat gebeuren. Zal het spontane, leiderloze protest zich organiseren tot een revolutie tegen de ayatollahs? Experts waarschuwen voor al te veel wishful thinking in het Westen. "Voor veel mensen met antiregimegevoelens is een nieuwe revolutie geen populair idee. De vorige revolutie verliep zeer gewelddadig en werd gevolgd door acht jaar oorlog met Irak, en daarom zal een meerderheid van de Iraniërs stapsgewijze verandering verkiezen", zegt een Iraanse academica die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven.

Ook Ghaemi ziet vooralsnog geen georganiseerde revolutie ontstaan bij gebrek aan verenigde oppositie maar gelooft in aanhoudende, kleine protesten. Mogelijk evolueert dit volgens hem naar een bredere beweging, maar op korte termijn zal het regime alle militaire middelen inzetten om betogingen de kop in te drukken. Safai deelt zijn vrees voor een gewelddadige repressie. "Tegelijk ben ik er wel van overtuigd dat er iets heel belangrijks begonnen is. Door Iran rolt een protestgolf die nooit meer stopt."

Opmerkelijk, in sommige steden werden ook nostalgische slogans geroepen over de laatste sjahs van Iran - de autocratische Pahlavi-dynastie waarvan de laatste erfgenaam eind jaren 70 door Khomeini werd verjaagd. Safai is niet verwonderd. "Natuurlijk, Reza Sjah en zijn zoon Mohammad waren in hun tijd verlichte despoten, maar de welvaart van de bevolking was beter en vrouwen hadden liberale vrijheden. De sjah bracht moderniteit, en daar snakt de Iraanse bevolking vandaag terug naar."

Vrouwen mee op de barricades

Vrouwenrechtenactiviste Alinejad denkt dat de huidige betogingen ook als vliegwiel kunnen dienen voor de stille revolutie van de Iraanse vrouwen, die de voorbije jaren steeds mondiger werden in het opeisen van gelijke rechten.

Alinejad, in Iran bekend met haar Twitter-naam @masihpooyan, is op sociale media de drijfveer achter de krachtige #WhiteWednesdays-campagne. Die roept individuele Iraanse vrouwen op om elke woensdag een video van zichzelf te posten waarop ze zonder hoofddoek maar met witte vlag demonstreren. De vrouwen filmen en mailen hun acties dan naar Alinejad. Zo ook nog op 27 december vanop de drukke Enghelab-laan van Teheran. Daar beklom een ongesluierde jonge vrouw een sokkel om met een witte vlag naar de voorbijgangers en wagens te zwaaien.

Het beeld wordt nu door Alinejad en vele anderen op sociale media in één adem vernoemd met de huidige protesten, wat voor kritiek zorgt omdat de foto een of meerdere dagen voordien is genomen, maar volgens haar verdient de actie erkenning als icoon van een en dezelfde vrijheidsstrijd. "De symbolische actie van deze jonge vrouw stoelt op dezelfde burgerlijke ongehoorzaamheid die mensen doet demonstreren tegen socio-economische problemen."

Het beeld kreeg ook succesvol navolging. Ondanks de arrestatie van de jonge vrouw worden anderen niet afgeschrikt. Op haar Facebook-pagina @MyStealthyFreedom toonde Alinejad deze week filmpjes van andere vrouwen die zonder hoofddoek een witte vlag tonen.

Vrouwen staan ook prominent op beelden van neutrale persagentschappen vooraan in de demonstraties - soms met hoofddoek, soms met hidjab naar de mond gebracht om het traangas te trotseren. Alinejad: "Hun motivatie ligt voor de hand: slechter wordende levensomstandigheden, een gebrek aan individuele vrijheden en hun behoefte aan gelijkheid."

Safai noemt het "natuurlijk" dat vrouwen posities innemen vooraan op de barricades. "Iraanse vrouwen behoren inzake academische opleidingen tot de intelligentste vrouwen ter wereld, maar kunnen zich niet emanciperen omdat ze geen werk vinden. Dat is een van de vele redenen waarom ze daar zo dapper staan."

De vrouwenrechtenactivisten hechten weinig geloof aan de beloftes van president Rouhani dat hij meer vrijheid van meningsuiting wil toestaan. Alinejad: "Zijn daden staan dwars op zijn woorden. Ik heb zelf onlangs een vrouwenrechtenactiviste (Narges M., MR) geïnterviewd die in de cel zit omdat ze vredelievend demonstreerde bij het Iraanse parlement."

Safai: "Rouhani is gewoon geen hervormer. Velen in het Westen zien het verkeerd."

Een bewijs zijn de drastische censuurmaatregelen die zijn regering oplegt om het gebruik van sociale media te beknotten, al zullen zij volgens Safai de protesten niet kunnen stoppen. "Iraniërs hebben altijd geleerd de censuur te omzeilen. Velen hebben een filterbreker om de blokkering van apps te omzeilen. We zijn daar altijd creatief in geweest. Ook wij slaagden er vroeger in om te luisteren naar Madonna en Michael Jackson op cassette, terwijl dat verboden was."

Schoten hervormers zich in de voet?

Rouhani en zijn medestanders maakten een mogelijke fatale denkfout door de inzet van geweld tegen demonstranten toe te staan. "Het was voor mij ronduit vreselijk om 'hervormingsgezinde' figuren als (vicepresidente voor Vrouwen- en Familiezaken) Massoumeh Ebtekar de betogers te horen omschrijven als trawanten van de Saudi's", vertelt Alinejad. "Ik denk daarom dat deze protesten de vermeende tegenstelling tussen hervormers en conservatieven overstijgt. Beiden hebben deze week ernstige schade geleden."

Al betekent dat niet dat de machtsstrijd tussen beide krachten uitgevlakt wordt, wel integendeel. Een hevige confrontatie is mogelijk. "Er zou na deze protesten een forse terugslag kunnen komen voor president Rouhani, die fel verzwakt is", vreest Ghaemi. "Het risico bestaat dat Khamenei en de Revolutionaire Garde de protesten nu misbruiken om gematigder figuren als president Rouhani opzij te schuiven via een zachte staatsgreep. De komende dagen en weken worden cruciaal voor zijn toekomst."

Dreigt bij uitbreiding van het protest ook een burgeroorlog? Safai ziet er geen voedingsbodem voor. "Zelfs de paramilitairen van het regime hebben door de armoede soms geen brood meer. Ook zij zijn slachtoffers van een corrupt systeem. Ze kennen de pijn van de mensen. Voor een regime dat ideologisch leeg is, zullen niet veel mensen hun eigen volk willen doden." Een Syrisch drama vreest ze evenmin. "Daar waren bij de eerste opstanden (tegen Assad, in maart 2011, MR) meteen veel gewelddadige islamisten betrokken. In Iran knagen hoofdzakelijk vreedzame seculiere krachten aan de pijlers van de theocratie."

Een seculier Iran is volgens haar op termijn de enige oplossing, "wat een positieve invloed zou hebben op de regio".

De uitkomst van de krachtmeting tussen het Iraanse volk en zijn leiders aan de ene kant, en de vermeende hervormers en religieuze zeloten van het bewind aan de andere, wordt in 2018 ook bepalend voor de richting van het Midden-Oosten.

Hoe Iran deze week zijn grote regionale rivaal Saudi-Arabië beschuldigde van betrokkenheid bij de protesten, kan een teken zijn dat ze bereid zijn om, als binnenlandse bliksemafleider, het regionale conflict tussen hun sjiitische bewind en het wahabitische koninkrijk tot een climax te laten komen. Beide bestrijden elkaar nu al onrechtstreeks, via steun aan rebellen, in onder meer Jemen en Syrië. Een rechtstreekse confrontatie valt niet langer uit te sluiten. Daartegenover staat dat sommige hervormingsgezinden mogelijk een snelle regionale vrede zullen bepleiten om het protest tegen de oorlogskosten de wind uit de zeilen te nemen.

Ghaemi is realist. Hij verwacht dat de Revolutionaire Garde nog wel een tijdje de hakken in het zand van buurlanden zet. "Iran heeft zich in een Great Game gewerkt waarin het niet uit eigen beweging kan vertrekken, en waar zijn houding nu ook door de stappen van zijn buitenlandse tegenstanders bepaald zal worden."

Te soft, te confronterend

Het brengt ons bij de vraag welke houding de internationale gemeenschap nu moet aannemen tegen de binnenlandse onrust in Iran? Afzijdig blijven, zoals oud-VS-president Obama nog bij de laatste protesten in 2009 bepleitte, of zich openlijk moeien, zoals huidig VS-president Trump nu doet met zijn openlijke steun voor het protest.

"Beiden waren fout, Obama was te soft, Trump is te confronterend", zegt Ghaemi. "Van Trump wist iedereen vooraf dat hij wil confronteren, dus dat zal weinig impact hebben - behalve misschien voor het nucleair akkoord met het Westen, waar hij van af wil.

"De belangrijkste rol zie ik weggelegd voor de Europese Unie en de Verenigde Naties, die bij binnenlandse onrust in Iran te lang de andere kant opkeken. Beide moeten duidelijk maken dat Iran enkel maar deel kan uitmaken van de internationale gemeenschap als het de mensenrechten respecteert, waaronder het recht op protest, het vrijlaten van politieke gevangenen en het einde van de internetcensuur. Westerse politici, die beweren dat ze dit niet mogen zeggen omdat het hervormers zou verzwakken, helpen politici als Rouhani net om zijn eigen graf te delven. Ze zouden voluit moeten helpen om het Iraanse volk een stem te geven."

Safai ziet in dat geval snel nieuwe, democratische kandidaat-leiders op het toneel verschijnen. "Een jaar voor Khomeini aan de macht kwam, kende niemand hem. Waarom zou dat ook nu niet kunnen gebeuren, maar met een seculiere figuur of groep? Of waarom niet, een vrouw?"

Ook Alinejad is hoopvol. "We zijn een natie die de wereld én onszelf altijd verrast wanneer dit het minst wordt verwacht. De veerkracht van mijn landgenoten brengt verandering. Indien niet morgen, dan zeker een andere dag."