Direct naar artikelinhoud

Misschien zijn millennials toch niet allemaal lui & narcistisch

De jongste millennials worden in 2018 pas 18, maar hun lot lijkt nu al beschoren. Want millennials, die zullen volgens de populaire statements verwend en avocadolievend zijn, of ze zullen niet zijn. Misschien wordt het toch tijd voor dat laatste. 'Er is namelijk geen bewijs dat millennials bestaan.'

"Dat zal dan een gen-ding zijn." Kerstavond, nu iets meer dan een jaar geleden. Een aangetrouwd familielid dat niet eens zo veel ouder is, stopt nog een nat bord in een handdoek en reageert aan de afwasbak op de nieuwe toekomstplannen van ondergetekende. Een vaste baan werd eerder al geruild voor een andere vaste baan, die combineerbaar was met nog ander werk in bijberoep. Het leverde toen het etiket van slashie op, omdat er plots officieel tijd ging naar slash het ene slash het andere. Nu volgde de stap naar een voltijds bestaan als zelfstandige en werd dat ineens een gen-ding.

"Dat zeggen ze toch over de millennials zoals jij?", klinkt het verder aan het aanrecht. "Dat ze niet meer kunnen kiezen? Dat ze om de zoveel tijd iets nieuw willen?" De opmerking over hoe ambtenaren er ooit in zullen moeten slagen het pensioen uit te rekenen op basis van al die verschillende statuten, zal pas enkele weken later volgen. Nu is het dus nog een gen-ding. Klopt helemaal, trouwens. Als in: genetisch bepaald. Als het gaat over je aandacht willen spreiden over de gekste combinaties van jobs en de constante aantrekkingskracht van elke nieuwe prikkel, valt de appel hier niet ver van de boom.

Maar het moet gezegd, het doet inderdaad denken aan de analyses die worden gemaakt van meisjes en jongens geboren tussen 1980 en 2000. Ofte millennials. Die meisjes en jongens zouden door hun ouders zijn opgevoed met het idee dat ze kunnen worden wat ze maar willen. Om dan op de arbeidsmarkt te merken dat niemand op hen zit te wachten. Ze zouden daarom sneller op zoek gaan naar dat groenere gras aan de overkant. En zo zouden ze nog wel veel meer.

Thuis in het weekend

Afgaande op de statements van alleen nog maar het afgelopen jaar zouden millennials de wereld willen verbeteren zolang het geen pijn doet, blind zijn voor hun eigen tekortkomingen en steeds meer een relatie hebben met meerdere mensen tegelijkertijd. Ze zouden koffie drinken belangrijker vinden dan sparen en steeds vaker thuisblijven op weekendavonden, maar tegelijkertijd wel massaal buiten de deur eten. Als ze dat doen, zouden ze een toast met avocado bestellen en liefst op het brunch-uur.

"Ik herken mezelf of mijn vrienden daar helemaal niet in", reageert de 28-jarige social media manager Dries Vermeulen (zie bijgedachte op de rechterpagina). "De meeste van mijn leeftijdsgenoten beschouwen zichzelf niet als millennials. Wat zegt zo'n noemer over ons als individu? Misschien leggen we andere klemtonen omdat de omstandigheden vandaag anders zijn, maar ik geloof niet dat mensen zo veel veranderen. Wij zijn dus allicht niet zo anders dan onze ouders." Dat Vermeulen het zo aanvoelt, is volgens cultuursocioloog Walter Weyns (UAntwerpen) perfect begrijpelijk. "Mensen worden nu aan zo veel prikkels blootgesteld en er is sprake van superdiversiteit, om het met een modeterm te zeggen. Daardoor leven de millennials allemaal in aparte bubbels, terwijl ze eigenlijk tot dezelfde generatie behoren", legt hij uit. Een paradox, noemt Weyns het. "Dat zorgt ervoor dat millennials zich niet herkennen in de brede noemer, maar het is ook wel net dat wat hen verbindt."

Generaties zijn dus niet meer wat ze geweest zijn. Het generatiedenken komt nochtans niet uit het niets. Hadden westerlingen in de achttiende eeuw nog het gevoel dat ze ongeveer in dezelfde tijd en culturele omgeving als hun grootouders leefden, dan werd dat al anders voor de Eerste Wereldoorlog. Onder andere door de komst van de jeugdvereniging Der Wandervogel viel in Duitsland stilaan op dat jongeren zich anders gingen gedragen dan hun voorgangers. "We weten dus al meer dan een eeuw dat er echt zoiets als een generatie bestaat. Het was niet zomaar een uitvinding van de boekskes", verzekert Weyns, een late babyboomer. "Als je opgroeit terwijl er grote wijzigingen plaatsvinden, heeft dat onvermijdelijk een impact op hoe je in het leven staat. De invloeden tijdens je vormingsjaren zijn namelijk heel belangrijk voor je wereldbeeld."

Vandaar dat er de voorbije decennia steeds nieuwe etiketten voor generaties opdoken: de stille generatie zag het levenslicht kort voor of tijdens de Tweede Wereldoorlog, de vroege babyboomers het decennium erna en ondertussen groeit generatie Z richting volwassenheid. "De babyboomers waren nog een eenduidige groep, ze werden blootgesteld aan culturele invloeden die hen bonden", weet Weyns. "Denk maar aan de manier waarop ze tv keken. Zagen ze de val van de Berlijnse muur, dan konden ze redelijk zeker zijn dat de rest van West-Europa hetzelfde had gezien."

Finlandisering

Dat is vandaag wel even anders en wordt volgens Weyns de Finlandisering genoemd. "Finland is het land van de duizend meren, die naast elkaar liggen en elkaar dus niet beïnvloeden. Het geeft aan hoe er tegenwoordig veel meer verschillen zijn binnen generaties. Kijk maar naar de VS. Daar heb je mensen die leven in wat ik een Fox-wereld noem en geloven dat al de rest fake news is. En je hebt er mensen die precies het omgekeerde concluderen." Waarom dan toch blijven proberen om generaties in het leven te roepen? Weyns: "Marketeers hebben natuurlijk ook geroken hoe het werkt. Ze weten heel goed dat collectieve verwachtingen kunnen bepalen hoe iemand zijn leven leidt en hoe ze die verwachtingen kunnen beïnvloeden door iets in de markt te zetten."

Vorige week kwam nog in het nieuws hoe H&M momenteel het nieuwe label /Nyden ontwikkelt, een betaalbaar luxemerk dat zich met kernwoorden als geloofwaardigheid, authenticiteit en persoonlijkheid zou richten op millennials. Ook voor andere merken lijken millennials alles en iedereen die nog niet voldoende begrepen en bediend worden. Waarop er vaak snel een consultant wordt bij gesleurd om die millennialbug te verhelpen.

"Verwachten ze dan echt dat een hele generatie van millennials die kleren mooi gaat vinden?", vraagt Dries Vermeulen zich af. "Dat is wel een heel simplistische kijk op de mensheid, maar het pakt. Als je vaak genoeg zegt dat iets populair is bij millennials, gaan mensen dat geloven." Vermeulen vreest trouwens dat ook andere vooroordelen over millennials stilaan worden geloofd. "Ik denk bijvoorbeeld dat heel wat werkgevers ondertussen bang zijn om jonge mensen aan te werven, want er wordt zo vaak gezegd dat ze een nachtmerrie zijn op de werkvloer."

Vooroordelen

Die vooroordelen hadden toch alvast voor één iemand positieve gevolgen. Ze leverden Wouter Vandenabeele, universitair hoofddocent Human Resources Management bij de Universiteit Utrecht, namelijk een traktatie op. "Een studente wilde haar thesis maken over het effect van leeftijd op het krijgen van een burn-out. Ik wilde haar gerust begeleiden, maar alleen op voorwaarde dat ze me zou trakteren als er geen leeftijdseffect te vinden was. Ik heb gewonnen", vertelt Vandenabeele. Aan het bericht dat millennials sneller opgebrand zouden zijn op de werkvloer, hecht hij dus ook niet veel waarheid.

Vandenabeele is trouwens al langer een koele minnaar van het begrip millennials en de invulling ervan. "Voor elke studie die zegt dat wie geboren is tussen 1980 en 2000 vaker narcistisch is, is er een tegenstudie die de methodologie in vraag stelt. En de bewijzen dat millennials niet bestaan, zijn misschien nog niet heel duidelijk, maar bewijzen dat millennials wel bestaan, zijn er zeker niet."

Zelf is Vandenabeele 39 en hij vindt het een vreemde gedachte dat zijn broer, die enkele jaren jonger is, plots tot een andere generatie zou behoren. Niet dat hij niet gelooft in generatie-effecten. "In Zuid-Afrika zal er zeker een verschil zijn tussen wie voor en wie na Nelson Mandela opgroeide, maar vandaag zien wij hier op de arbeidsmarkt zeker niet dat soort grote verschillen."

Wie er zijn beleid op de werkvloer toch aan aanpast, is er volgens Vandenabeele aan voor de moeite. "Dom en geldverspilling", noemt hij het. "Voor je het weet, zitten de zogeheten millennials in een andere levensfase en zijn al je investeringen voor niets geweest. Want uiteindelijk herhaalt de geschiedenis zich gewoon telkens. Ik heb nu zes jaar kinderen, maar ik herinner me nog heel goed wat ik daarvoor deed en hoe alles toen anders was. Dat gaat voor volgende generaties niet anders zijn. Alleen blijven veel mensen veel geld verdienen door te stellen hoe millennials in elkaar zitten."

Wie een millennial wil slaan, vindt dus nog altijd licht een stok. Alleen slaan die onbestaande millennials wel stilaan terug. "Millennials zijn misschien sterk gekarakteriseerd, maar dat zijn de babyboomers ook. Allebei krijgen ze verwijten naar het hoofd geslingerd. Ik vraag me dus soms af of de babyboomers niet net de schuld krijgen van alles", zegt Dirk Schyvinck, auteur van Wat als we straks 100 worden?.

Hoewel de millennials dan geen hechte generatie vormen, ziet Schyvinck toch voldoende broeihaarden voor een generatieconflict. "In Groot-Brittannië zie je sinds de brexit de frictie tussen jongeren en de voorgaande generaties bijvoorbeeld al scherper. Hier is dat conflict nog niet aan de orde, maar dat kan snel veranderen."

Niet zo vreemd, vindt Vermeulen. "Millennials kregen constant te horen dat ze alles mis doen en dat ze lui zijn. Nu is het hun beurt om erop te wijzen dat de babyboomers de bankencrisis hebben veroorzaakt en de economie om zeep hebben geholpen en dus zo ook hebben gezorgd dat wij niet aan een job geraakten. Om ons daarna lui te noemen." Een mens zou verwachten dat het de zogeheten millennials mild stemt ten opzichte van de generatie Z die het binnenkort van hen mag of moet overnemen. "Ik geloof niet dat zij zo verschillend zijn, maar ik merk dat sommige leeftijdsgenoten nu toch ook al kritiek op hen hebben. Dat heet dan oud worden, denk ik." (lacht)