Direct naar artikelinhoud

Dringt salafisme binnen in katholieke scholen?

Etienne Vermeersch is professor emeritus filosofie aan de UGent.

Sinds geruime tijd volgen leerlingen met een moslimachtergrond les in katholieke scholen. Voor zover ik dat na kan gaan, leidt dat zelden tot problemen. Heeft de loutere aanwezigheid van moslims of moslima's in onze scholen, zowel katholieke als gemeenschapsscholen, ooit aanleiding gegeven tot 'angst voor de islam'? Dat is mij ontgaan.

Wel heeft sinds eind de jaren 70 wereldwijd de beweging van fundamentalistische moslims aan invloed gewonnen, hetzij als moslimbroeders, hetzij als salafisten. Ook bij ons is het salafisme bij leraars en imams doorgedrongen en naast het 'halal' en 'haram' gedoe, ook de opvatting dat men zo nodig het 'moslima zijn' via de hoofddoek moet uitdragen. Dat heeft niets, maar dan ook niets, met de oorspronkelijke kledingvoorschriften van de Koran te maken. Wel schijnt men de discriminatie man-vrouw nog altijd normaal te vinden: alleen vrouwen worden geacht, via de hidjab, publiek van hun godsdienst getuigenis af te leggen. Sindsdien wordt er geregeld gesproken over 'het hoofddoekenverbod', hoewel dat bij ons niet bestaat; we hebben alleen een boerka- en nikabverbod.

Hier interesseert ons de vraag over de zin van de hoofddoek in een school voor minderjarigen.

Lieven Boeve, directeur-generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, had het volgens de pers, maar ook volgens bisschop Johan Bonny, over de hoofddoek in katholieke scholen, over 'stille ruimtes' en over islamlessen. Die ruimtes zijn evident bedoeld voor de salat, een gebedsvorm die ritueel vastligt en niets met 'bezinning' te maken heeft. Dat draagt dus niet bij tot de dialoog, en de godsdienstlessen - van salafistische leraars? - al evenmin.

Blijft de hoofddoek. Boeve gaat er blijkbaar van uit dat kinderen uit een moslimgezin een aparte 'identiteit' hebben. Ik dacht dat alle kinderen geboren werden met de identiteit 'mens' en 'man' of 'vrouw'. Die kinderen zijn wel geroepen om via hun opvoeding, een identiteit tot stand te brengen, als lid van een gezin, als burger van een maatschappij en, na hun vorming, als volwassene met een eigen visie op het leven.

De ouders kunnen aanvankelijk hun waarden doorgeven op basis van hun wereldbeschouwing of godsdienst, maar uiteindelijk moet ieder mens autonoom een eigen levensvisie, al dan niet godsdienstig, kunnen opbouwen. Het is me niet duidelijk hoe men dit groeien naar zelfstandigheid bevordert door kinderen reeds vroeg het uniform van een bepaalde godsdienst op te dringen. Dat uniform moet dan tevens de 'diversiteit' uitdrukken; ik dacht dat zoiets, bij definitie, eerder 'uniformiteit' tot gevolg had.

Laten we een hedendaagse klas bekijken. Aan de ene kant heb je leerlingen die van thuis uit heel uiteenlopende denkbeelden over wereldbeschouwing meegekregen hebben - katholiek of vrijzinnig in allerlei maten en gewichten - en die door studie en dialoog hun eigen visie ontwikkelen. Echte diversiteit en autonomie dus, door geen keurslijf gehinderd.

Daarnaast heb je een groep die door hun kledij de indruk geven dat zij definitief een wereldbeschouwing gemeen hebben: 'de' islam. De opvatting van een onder hen, bijvoorbeeld over de evolutietheorie, zal dan spontaan als die van allen worden beschouwd. En als een van hen een andere mening heeft, zal die die vaak niet durven te uiten. Vormt dat de basis van een authentieke dialoog en van het autonoom ontwikkelen van een levensvisie?

Het is evident dat het vastpinnen van kinderen en jongeren op een vooraf bepaalde 'identiteit' een hypotheek legt op hun kansen om later werkelijk zelfstandig te worden. Schooluniformen kunnen de dialoog bevorderen als allen, van welke afkomst ook, hetzelfde uniform dragen. Iedere andere opdeling op basis van kledij heeft alleen kliekjesvorming en hokjesdenken tot gevolg en onderdrukking van de individuele ontwikkeling. Van een volwaardige dialoog is dan geen sprake meer. Godsdienstige kledij bij minderjarigen is pedagogisch een onding, althans in een verlichte, pluralistische maatschappij.

En waarover zou die dialoog volgens Boeve moeten gaan? Of jonge moslims de islam kennen weet ik niet, maar wie het leerplan godsdienst van het katholiek onderwijs gevolgd heeft, heeft niet geleerd wat christendom is, laat staan katholicisme. Kerngeloofspunten zoals de Drieëenheid (Drievuldigheid), God de Vader, God de Zoon, de Menswording en de Verlossing komen daar volgens de index niet in voor, en ook niet dat de maagd Maria de moeder van Jezus en dus 'Moeder Gods' is. De moslims zullen zich daar heel vlug thuis voelen, want dat God geen zoon heeft is eveneens een basisdogma van de islam.

Het project van onder anderen moraalfilosoof Patrick Loobuyck, die pleit voor het vak LEF (levensbeschouwing, ethiek en filosofie), zou op dat vlak heel wat tot de kennis van het echte christendom, zoals van de andere wereldbeschouwingen kunnen bijdragen.

Uiteindelijk evolueren we dan misschien toch naar de 'gemeenschapsschool' van Wilfried Martens en van het 'wonderbureau' van de CVP-jongeren (1969).