Direct naar artikelinhoud

MARNIX PEETERS

Auteur en freelancejournalist Marnix Peeters (°1965) schrijft vanop zijn berg in de Oostkantons. Zijn laatste roman Niemand hield van Billie Vuist verscheen in 2015.

Ik had laatst bij bol.com een Kärcher Window Vac besteld. Daar was heel wat getwijfel aan voorafgegaan. Een mens heeft in zijn leven al iets te vaak een apparaat gekocht waarvan werd beloofd dat het het uien snipperen, het eieren snijden of het onkruid wieden revolutionair zou vergemakkelijken, en meestal staan die wondertuigen relatief snel achter in de bovenste keukenkast. In kringloopwinkels weten ze geen blijf met de Egg-o-mats, de Nice Dicers, de Ab Carvers en de Wondermaxen.

Mijn vrouw was verrast toen de doos arriveerde, maar wij hebben een Wintergarten met grote hoge ramen en wij zijn geen van beiden gedreven ramenlappers; zie hoe smerig, zeggen wij tegen elkaar als de ochtendzon erop staat, maar vaak gaat er een seizoen voorbij vooraleer wij zeggen: kom, nu gedaan.

Ik zei: als het niet werkt, zijn we gewoon een illusie armer.

Goed, zei zij met een bedachtzame blik, op de bestelbon naar de prijs speurend.

En óf dat ding werkte. De batterij, de door mij de meest gevreesde zwakke plek, hield het behoorlijk lang uit. Snel schitterden onze vensterramen streeploos in de Oostkantonse zon.

Wel jammer, zei ik, dat je er éigenlijk van uitgaat dat je bedrogen zult worden. Je hebt er een vreemd soort van vrede mee: je bent echt verrast als je Multi Cutter of je Snap N Grip het wél doet zoals beloofd. Dus ga je ervan uit dat de wereld vol met charlatans loopt die je maar wat wijsmaken.

Die zijn er zeker, zei mijn vrouw.

Ik vond zelf die verbazing over de sjoemelsoftware van Volkswagen verbazingwekkend, zei ik. Je gaat er toch van uit dat een fabrikant er wat bij lapt of er wat van afdoet, al naargelang? Geen mens gelooft dat je al die borden kunt afwassen met één bus Dreft. Of dat de Oral B 3D White Lux Healthy Shine je tanden écht wit en gezond maakt. Het is een spel: zij proberen, en wij zien wel of we het geloven.

Het blijft wel liegen, zei mijn vrouw.

Daar dachten wij een tijdlang over na.

Wellicht draait iedereen alles op z'n mooiste kant, dacht ik. Een tijd geleden hadden wij zitten lachen toen in de krant foto's uit een reisbrochure naast foto's van de échte plek werden gelegd - op de linkse zat een paartje romantisch in de avondschemering in een gondel op een Venetiaanse gracht, en op de rechtse zag je vijftig gondels vol met dikke toeristen in de file staan om onder de brug door te kunnen.

Feitelijk beliegen we gewoon onszelf, zei ik. Wij ook. Je moet onze foto's van Angkor Wat eens terugzoeken: er stonden duizend tuktuks en taxi's voor de ingang en de tempel liep vol met agressieve Chinezen, maar op onze foto's lijkt het alsof wij er alleen waren. We zochten tot we een plekje vonden waar het er ontzettend authentiek uitzag. Zie ons.

Het rare is dat we die foto's achteraf aan haast niemand laten zien, zei mijn vrouw. We vervalsen onze eigen herinnering waar we bij staan, voor onszelf.

Schunnig, zei ik.