Direct naar artikelinhoud

Iran beleeft hevigste volksprotest in jaren

Duizenden Iraniërs gaan al vijf dagen de straat op om te demonstreren tegen het regime en de economische ongelijkheid in het land. Het zijn de grootste protesten in jaren. De regering lijkt er volledig door te zijn overvallen.

"Dit keer zijn het niet de studenten en de middenklasse die de straat op gaan, maar de armeren bij wie het water aan de lippen staat", zegt de Iran-deskundige Peyman Jafari, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam. "De opgekropte woede komt bij hen naar buiten."

Bij de protesten zijn de afgelopen dagen zeker twaalf betogers gedood en honderden gearresteerd; gisteren zou een politieagent door een demonstrant zijn neergeschoten. Volgens de staatstelevisie kwamen veiligheidstroepen zondag in actie toen 'gewapende betogers' politiebureaus en militaire bases probeerden over te nemen.

President Hassan Rohani zei gisteren dat hij de onvrede over de economische situatie begrijpt en dat het Iraniërs vrij staat om kritiek te hebben, maar hij waarschuwde dat Iran zal afrekenen met 'relschoppers' die de demonstraties misbruiken.

Werkloosheid

De protesten begonnen vorige week donderdag in Mashhad, de tweede stad van het land. In eerste instantie waren het conservatieve hardliners die de straat op gingen om het economische beleid van de gematigde Rohani aan te vallen. "Ze wilden laten zien dat de president geen oog heeft voor de armen, die de constant stijgende prijzen niet meer kunnen opbrengen", zegt Jafari. "Maar ze verloren de controle toen steeds meer mensen zich bij het protest aansloten en de demonstraties zich over steden in het hele land verspreidden. De hardliners lijken zich in eigen voet te hebben geschoten, want nu roepen demonstranten ook op tot het vertrek van de geestelijken en noemen ze zelfs de naam van de hoogste geestelijk leider, Ali Khamenei."

De woede bij de bevolking is volgens Jafari aangewakkerd door de begroting die de president kort geleden aan het parlement presenteerde. Daarin werden een aantal prijsverhogingen aangekondigd, zoals een verdrievoudiging van de prijs van benzine, maar Rohani gaf ook openheid van zaken over het geld dat naar instellingen gaat die in handen zijn van de geestelijken. "Dat zette kwaad bloed", aldus Jafari. "Wij krijgen het steeds slechter, voelt de bevolking, en het geld gaat naar de religieuze leiders."

Terwijl het volk juist zo had gerekend op een verbetering van de situatie. Toen in 2015 een akkoord over het Iraanse kernprogramma werd gesloten met de Verenigde Staten en vijf andere landen, bezwoer Rohani dat de economie zou aantrekken. Dat is niet gebeurd: de werkloosheid is gigantisch (onder jongeren in de steden naar schatting 40 procent) en het leven wordt almaar duurder. Sommige levensmiddelen zijn de afgelopen maanden tientallen procenten duurder geworden. De sancties, die door de VS nog niet zijn opgeheven, zijn daar deels de oorzaak van, maar zeker ook de corruptie in het land, die Rohani beloofd had aan te pakken.

"De president heeft zijn beloften niet waargemaakt", zegt Fariborz Raisdana, een prominente Iraniër die bekendstaat als een criticus van het regime.

Dood aan Khamenei

Sinds 2009 zijn er geen grote demonstraties meer geweest in het land, maar Raisdana ziet (nog) geen parallel met deze massaprotesten. "Toen ging het om democratie, nu draait het vooral om economie", zegt de econoom en activist zondag telefonisch vanuit de Iraanse hoofdstad. Iraniërs gingen destijds de straat op na de herverkiezing van de ultraconservatieve Mahmoud Ahmedinejad tot president en de arrestatie van diens politieke rivalen. "Nu gaat de werkende klasse de straat op, in 2009 was het vooral de intelligentsia die het initiatief nam."

Raisdana vreest voor bloedvergieten als de protesten aanhouden, zoals ze ook in 2009 keihard werden neergeslagen. "Ik ben bang voor een escalatie van het geweld", zegt hij. Ordetroepen staan volgens hem "overal klaar om bij het minste of geringste op te treden, zelfs op betogers te schieten".

De protesten zijn veel feller dan in 2009 en de leuzen zijn ongekend radicaal. Sommige demonstranten roepen "dood aan Rohani", "dood aan Khamenei" en "dood aan de dictator", maar Jafari ziet dat toch eerder als een uitlaatklep voor de opgekropte woede, dan als een signaal dat het grootste deel van de bevolking het regime omver wil werpen.

"Wat deze protesten wel duidelijk maken, is dat dit voorbij de strijd gaat tussen de conservatieven en de hervormers. Mensen willen echte veranderingen, ook op politiek vlak."