Direct naar artikelinhoud

Laat mijn grootouders hierbuiten!

Een beetje tegenwind en een poging tot intimidatie door 'Joods Actueel'

Deze e-mail kreeg ik op zaterdag 2 augustus van de heer Guido Joris, redacteur van het tijdschrift (en de website) Joods Actueel.

Dag dokter Vanranst,

In verband met uw anti-Israëlische petitie zou ik voor mijn artikel graag weten hoe uw ouders/grootouders Joden in ons land behoed hebben voor het naziregime: hebben zij Joden verborgen? Helpen ontsnappen? Hebben zij geprotesteerd tegen de nazi's in een Vlaamse krant met een petitie zoals u nu? Uw antwoord is belangrijk voor mijn artikel aangezien u Israël tot nu een historisch krediet toeschreef en ik wil vaststellen welk aandeel uw familie daarin had. Ik tref hen niet aan onder de 'Rechtvaardigen onder de Volkeren' maar de eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat sommige mensen toch moed aan de dag legden en dat bijvoorbeeld de pro-Joodse petitie van uw familie tijdens WOII aan de aandacht ontsnapte. Is dat in uw familie inderdaad het geval en heeft u nog een kopij van de moedige petitie of de namen van de geholpen Joden, dan wil ik dat graag van u vernemen. Bij het ontbreken van een antwoord neem ik aan dat uw familie geen enkele bijdrage heeft geleverd om de moord op zes miljoen Joden in Europa te verhinderen.

Met passende groet,

Guido Joris

Geachte heer Joris,

Ik zal op uw vraag antwoorden: mijn ouders waren kleutertjes tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn grootouders waren allen heel gewone doodbrave mensen die op het platteland woonden in Klein-Brabant, en daar geen enkel contact hadden met Joodse medeburgers. Zij probeerden, net als zovelen, de oorlog te overleven. Mijn grootvader was oud-strijder tegen Duitsland. Mijn grootouders hebben niet de gelegenheid gehad om te studeren en zijn gaan werken na de lagere school. Zij konden geen brieven schrijven naar kranten. Zij hebben in hun hele leven geen vlieg kwaad gedaan, en zij hebben hun kinderen en kleinkinderen opgevoed in een open en verdraagzame atmosfeer, en ons geleerd dat ieder mens evenveel waard is.

De vraag is waarom u zo nodig moet weten wat mijn grootouders deden meer dan 70 jaar geleden? Ik zie niet in hoe dat in Gods naam relevant kan zijn in verband met de opiniestukken die ik in 2014 schrijf, en waarin ik de wandaden van de Israëlische troepen in Gaza, die de Verenigde Naties nu ook als mogelijke oorlogsmisdaden wil onderzoeken, en van de Israëlische regering onder de aandacht breng. Ik vind uw vraag naar wat mijn overleden grootouders 70 jaar geleden zouden hebben gedaan om de moord op 6 miljoen Joden te verhinderen eigenlijk volledig schaamteloos.

Mogen volgens u enkel afstammelingen van diegenen die op uw lijst van de 'Rechtvaardigen onder de Volkeren' staan, kritische bemerkingen maken over de Israëlische regering in 2014? Ik denk het niet, en ik denk dat u dat ook wel uiterst goed beseft. U schiet nu welbewust op de boodschapper, U trekt de holocaustkaart en de antisemitismekaart, en denkt op die manier de aandacht te kunnen afleiden van de kern van het probleem, en dat zijn de huidige schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten door Israël in Gaza. Wanneer meer dan 80 procent van de Palestijnse slachtoffers onschuldige burgers zijn, wanneer men ambulances en ziekenhuizen beschiet, wanneer slapende kindjes in een schooltje worden vermoord door Israëlische raketten, dan zijn dit zulke enorm flagrante schendingen van het oorlogsrecht dat de aandacht afleiden deze keer niet mogelijk zal zijn. Het oordeel van de wereld zal terecht hard zijn voor de Israëlische leiders.

Wanneer een redacteur van Palestijns Actueel binnen 71 jaar aan mijn kleindochter, ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de vrede tussen Palestina en Israël, toevallig zou vragen wat haar grootvader heeft gedaan voor de Palestijnen tijdens de gitzwarte periode van de Gazacaust in 2014, dan zal zij kunnen vertellen dat haar grootvader toen in een paar opiniestukken in Vlaamse kranten actief probeerde om de bevolking ervan bewust te maken dat de staat Israël iets heel erg fout, onethisch en niet erg koosjer aan het doen was in Gaza, en ook dat haar grootvader van enkelingen zoals u de wind van voren kreeg, maar dat niet zo erg vond.

Marc Van Ranst