Direct naar artikelinhoud

Goud zonder glorie

Hoewel kansloos om morgen Sportman van het Jaar te worden, was taekwondoïn Jaouad Achab de best presterende Belgische sporter van 2014. Vooralsnog in stilte timmert ook deze nieuwe Belg aan zijn weg naar olympische glorie. 'Nooit heb ik gedacht dat ik via mijn sport zou kunnen opklimmen in dit land.'

Je vis un rêve". Hij zal het een paar keer herhalen dat hij een droom beleeft sinds de dag dat hij zijn vader volgde en in ons land belandde. Maar dromen liggen voor migranten - zelfs met een Belgische identiteitskaart - altijd dicht bij nachtmerries. "Op een dag stapte ik in Brussel Noord van de trein uit Antwerpen en werd tegengehouden door twee mannen van de spoorwegpolitie. Ze waren duidelijk op zoek naar mij want ze volgden het treinstel waar ik klaar stond om uit te stappen. Het gonsde door mijn hoofd: wat heb ik in godsnaam fout gedaan? Ze spraken mij aan.

'Ben jij Jaouad?'

'Ja, dat ben ik.'

'Jaouad Achab?'

'Euh ja, is er iets?'

'Neen, we willen je alleen zeggen dat we jouw prestaties volgen en willen je veel succes wensen.'

En weg waren ze. Ze spraken Frans, maar het waren Nederlandstaligen."

Dat onderscheid loopt als een rode draad in het hele verhaal van Achab, de Marokkaanse stadsjongen die behalve 'bonjour' en 'merci' alleen Arabisch sprak toen hij in 2009 vanuit Tanger naar België kwam. Hij leerde snel-snel Frans, maar de grootste cultuurschok moest nog komen. Voormalig kampioene Laurence Rase, tegenwoordig sporttechnisch coördinator bij de Vlaamse Taekwondobond, stelde hem voor om in de groep van topsporters te komen trainen, en op de topsportschool in Wilrijk zijn intrek te nemen. Bij de Nederlandstaligen.

"Toen ik hier arriveerde, wist ik niet eens dat er ook mensen in België waren die geen Frans spraken. Ik zei tegen Laurence: 'Dat meen je niet. Ik heb net Frans geleerd en nu moet ik opnieuw een taal leren? Ik wil sporten, ik wil beter worden.' 'Dan moet je bij ons komen', zei Laurence."

Jaouad Achab, topsporter in hart en nieren, gíng naar Wilrijk en léérde Nederlands. "Ik zit daar samen met voetballers, judoka's en zwemmers. Allemaal helpen ze mij met mijn Nederlands en de leraars doen alles om mij speciaal te begeleiden." Even later komt hij aanzetten met zijn van de school geleende iPad met daarop een roman die hij moet lezen.

De hele omkadering is een voorbeeld van micro-management. Laurence Rase, een fenomeen in het taekwondo en de Belgische topsport tout court is trekker van het project. Een vrouw met ballen als geen ander, almaar vechtend voor erkenning. Eerst voor zichzelf toen ze nog atlete was, en nu voor haar sport en haar topatleten. Tijdens de olympische stage op Lanzarote gaf ze de equipe van Sporza nog eigenhandig onder hun voeten omdat ze overal waren gaan filmen, behalve bij haar atleten, en dat terwijl Jaouad Achab de enige Belgische gouden medaille behaalde in 2014 in een olympische discipline.

"Ik zag Jaouad voor het eerst op de Belgian Open in 2011 waar hij won en ik wist meteen: een toptalent. Hij was nog geen Belg, maar ik stelde hem voor om met ons mee te trainen in Antwerpen. Twee keer per week en hij zou beter worden. Na een tijdje belde ik naar de trainer om te vragen hoe het met hem ging en of hij wel vaak genoeg kwam. 'Hij komt drie keer per week', zei de trainer, 'en sinds kort zelfs vier keer'. Een keer hij zijn Belgische nationaliteit had, hebben we hem op de topsportschool in een apart statuut gekregen."

Mijnheer Frans

De twijfel om als 22-jarige tussen topsportertjes van zeventien en achttien in de schoolbanken te gaan zitten, verdween heel snel, met dank aan de voorbeeldige opvang. "Mijnheer Frans Van den Wyngaert, de directeur, doet alles voor mij. Ik ben hem heel dankbaar."

Op de topsportschool is het de ex-scheidsrechter zelf die de telefoon opneemt. "Jaouad werd mij voorgesteld door Laurence als een groot talent, een potentiële medaille voor Rio. Dan aarzel ik niet. Hij kende geen woord Nederlands en het was kiezen voor hem tussen het vijfde of zesde jaar BSO, maar na enkele tests kwamen de leraars bij mij terug met de melding: 'Slimme gast, zet die maar in het zesde'."

"Wat we speciaal doen voor hem? Tijdens de Franse les en de uren godsdienst krijgt hij Nederlands. Er wordt voor hem een kamertje gehuurd tegenover de school en eten krijgt hij bij ons. Vlees wordt halal gekocht en elke middag vraagt hij mij 'Mijnheer Frans, mag ik het vlees eten?' Als ik ja antwoord, gelooft hij mij. Af en toe zie ik hem mankend rondlopen en als ik dan zeg 'Oei, ben je out?', zegt hij 'Neen, ik heb alleen een beetje pijn'. Het weekend daarna staat hij weer te vechten. Als ik dat vergelijk met onze voetballers..."

Jaouad Achab straalt dankbaarheid uit, vooral voor het herwonnen respect. Met afschuw denkt hij terug aan zijn eerste jaar in België op een Brusselse school. "In Tanger was ik een goeie leerling. Ik kon ook goed voetballen en zat zelfs in de jeugdselectie van Tanger. Ik wilde sportleraar worden en ik zat in het zesde middelbaar, ASO zeg maar. Toen mijn vader besloot om ons een voor een naar Brussel te halen - mijn oudere broer en zus waren hier al - zijn we in Brussel alle scholen langs gegaan. Geen enkele wilde mij, tot er een school was waar ze beroepsopleidingen gaven. Ze schreven mij in, maar zetten mij terug in het tweede middelbaar."

Het beloofde land

"De belediging alleen al: opnieuw naar het tweede middelbaar en ik kon niet eens vragen waarom. Automechanica nog wel, wat mij geen zier interesseerde. Toen ik toch slaagde, naar het derde mocht en ook Frans had geleerd, ben ik de directie uitleg gaan vragen. 'Je had geen getuigschrift van Marokko, daarom.' Niemand die ons ooit had gezegd dat we dat nodig hadden."

De nijd staat nog op zijn gezicht te lezen, maar hij kan er nu ook om lachen en iedereen in het gezin Achab lacht met hem mee. We zitten in de woonkamer aan de Jetselaan, twee hoog, en naar Marokkaanse gebruiken wordt thee en eten aangerukt voor een heel appartementsgebouw.

Mama pakt haar zoon vast en zegt: "Mon champion." Een seconde later pakte ze ook zijn kleine broer Badr (13 en ook een taekwondotalent) vast, zoals een moeder die geen onderscheid wil maken tussen haar kinderen. "Hij is ook mijn kampioen en zijn oudste broer en zus ook. Ze zijn allemaal kampioenen."

Ze deden ook allemaal aan taekwondo, een Koreaanse vechtsport die lenigheid, snelheid en lange ledematen vereist en die morfologisch, genetisch en inmiddels ook sociaal bij de pezige Noord-Afrikaan past.

Als Jaouad ooit zijn droom waarmaakt en op de Olympische Spelen geraakt, zal in alle portretten zijn harde jeugd worden beschreven. De familie had het niet breed. Vader reed drie dagen op en drie dag af met bussen op het traject Tanger-Brussel-Tanger. Europa als ontsnappingsroute was een optie, maar niet zoals ze zoveel Marokkanen en andere Afrikanen hebben zien proberen.

"We woonden aan de haven en ik heb ontelbare keren een vrachtauto zien stoppen aan een rood licht, waarna mensen zich tussen de wielen gooiden en zich aan het chassis optrokken, in de hoop zo als verstekeling op een boot te geraken en in Europa terecht te komen. Neen, nooit overwogen. Ik denk niet dat er veel zijn die het hebben gehaald."

De ontsnappingsroute voor Jaouad Achab liep ook niet langs de sport, maar via gezinshereniging. Zijn vader had in België een verblijfsvergunning gekregen en de Belgische nationaliteit aangevraagd. Een voor een liet hij de kinderen overkomen. Toen Jaouad wegging en zijn moeder nog alleen met de jongste overbleef, werd het haar even te zwaar en ging het gezin door een storm, maar nu zijn ze herenigd in Brussel, in het beloofde land België.

"Nooit heb ik gedacht dat ik via mijn sport zou kunnen opklimmen in dit land", geeft Achab toe. "Ik doe taekwondo vanaf mijn derde, dus ik wist wat die sport inhield.

En bij het bekijken van de video's op internet dacht ik wel: dit kan ik ook en die en die kan ik aan. Ik zat eerst bij een trainer die 500 euro vroeg om mij te trainen. Dat geld had ik niet. Later deed ik een competitie voor het Brussels Taekwondo Team en die wilden mij gratis trainen."

Op de Belgian Open in 2011 klopte hij nog de Marokkaan die later voor Marokko naar de Spelen in Londen mocht. Daarna kwam de Vlaamse bond in beeld en ook dat avontuur ging hij aan, omdat hij er kennis maakte met Karim Dighou, inmiddels zijn trainer, coach en toeverlaat.

"Hij kon mij veel beter maken, dat voelde ik meteen. Hij weet perfect hoe hij mij moet aanpakken." Hij vertrok naar school in alle vroegte, nam na de school de trein om 17u naar Antwerpen, ging twee, drie uur trainen om net voor middernacht terug te keren, waarna hij nog zijn schoolwerk moest maken. En dat alle dagen van de week.

In maart 2013 kreeg hij zijn Belgische nationaliteit. "De mooiste dag van mijn leven", geeft hij zonder schroom toe. "Van dan af wist ik dat ik het zou maken in mijn sport."

Even later stond hij op het WK. "Dat was echt een droom die ik beleefde. Ik vocht tegen de jongens die ik tevoren had bewonderd op internet. Op de Grand Prix in China dit jaar moest ik tegen Rohullah Nikpai. Toen ze rood en blauw op de mat riepen, dacht ik nog: is dit echt?" Nikpai, dubbel olympisch medaillewinnaar en een halve mythe binnen en buiten Afghanistan, verloor van Jaouad Achab uit Koekelberg.

"Jaouad stond nergens op de ranking bij het begin van 2014", legt Laurence Rase uit. "En na een jaar staat hij zesde. Daar moet hij ook staan om naar Rio te mogen." Na zijn Europese titel begin mei leerde ook de internationale taekwondoscène hem kennen. Een snelle, technisch vaardige en verbeten vechter die nooit opgeeft.

In Manchester op de Grand Prix dit jaar toonde hij hoe dicht hij bij de absolute wereldtop staat. Hij haalde daar in de olympische klasse van minder dan 68 kilogram (terwijl hij maar 63 kilogram weegt) de finale tegen de Koreaan Dae-Hoon Lee, de dubbele wereldkampioen en nummer één, dit jaar verkozen tot atleet van het jaar door zijn internationale bond.

Achab: "Zijn bijnaam is de zuurstoffles omdat hij blijft doorgaan. Iedereen start voorzichtig tegen hem, maar ik vloog er van in het begin in. Ik denk dat hij is geschrokken. Sindsdien bekijken ze al mijn kampen op video, maar ik ben niet zo'n sporter die maar één trucje heeft." Al snel stond het 7-1 en even later 11-4. Pas enkele seconden voor het einde van de kamp kon Lee met een trap tegen het hoofd zijn twee punten achterstand omzetten in een 14-15 overwinning.

Maar alle prestaties ten spijt, wordt Jaouad Achab morgen niet de sportman van het jaar in zijn adoptieland en geen haar op zijn hoofd dat daar ook aan dacht. "Ik denk dat het een voetballer wordt van de nationale ploeg. Eden Hazard? "Neen, ik denk eerder aan Thibaut Courtois."

De kamp van Achab op de Grand Prix van Manchester tegen Dae-Hoon Lee, de nummer één van de wereld, kunt u makkelijk terugvinden op YouTube.