Direct naar artikelinhoud

Syrische burgers beloond met nieuwe bombardementen

De Syrische burger is de grote verliezer van het Russisch-Amerikaanse akkoord over chemische wapens. President Assad mag geen sarin meer inzetten, maar tegen moorden, folteringen en bombardementen op de eigen bevolking zal de internationale gemeenschap niet optreden.

Gisterochtend werd Jobar, een voorstad van Damascus, onophoudelijk gebombardeerd, zo meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, en daarmee kwam een einde aan de periode van relatieve rust die aanving met de chemische wapenaanval van 21 augustus. Tweeënhalf jaar na het begin van het conflict is het war as usual, en dezer dagen betekent dat een gemiddeld wekelijks dodental van zo'n duizend, in hoofdzaak burgers. "We begrijpen niet hoe de internationale gemeenschap de 23 miljoen Syriërs zo in de steek kan laten", aldus een woordvoerder van de rebellengroep Vrij Syrisch Leger. "Honderdduizend doden, waarvan slechts een fractie door chemische wapens. Vijf miljoen ontheemden, zo'n anderhalf miljoen mensen die de landsgrenzen overvluchtten. En nog heeft Assad legitimiteit en is hij een gerespecteerde speler."

De Syrische Nationale Coalitie van haar kant vroeg in een verklaring om het verbod op chemische wapens uit te breiden met het gebruik van ballistische raketten en luchtbombardementen op burgerdoelwitten. Maar dat zit er niet meteen in.

Damascus had het gisteren over 'een overwinning', en dat kan onderzoeker Shadi Hamid van de in Doha gevestigde afdeling van het Amerikaanse Brookings Institute best begrijpen. "President Assad is beloond voor zijn gebruik van chemische wapens", zo schrijft hij. "Hij kon de Amerikaanse militaire dreiging afwenden zonder veel toegevingen."

Dat de hele zaak een dermate tragisch verloop kende, heeft volgens Hamid te maken met de premisse van de Amerikaanse actie: de zogenaamde 'rode lijn' van president Obama waren chemische wapens. En dus niet: de standrechtelijke executies, de foltercentra die tijden geleden door Human Rights Watch werden gedocumenteerd als gruwelplekken waar duizenden burgers vermangeld werden, de bombardementen op burgerwijken of andere grootschalige schendingen van de mensenrechten.

Verschillende mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, roepen dan ook op om niet louter te focussen op de kwestie van de chemische wapens. Zo moet het Internationaal Strafhof in Den Haag de mensenrechtenschendingen in Syrië onder de loep nemen en onderzoek starten naar eventuele misdaden tegen de mensheid. Tevens moet de door de VN gemandateerde onderzoekscommissie ter plaatse haar werk kunnen doen, wat tot op heden niet is gelukt. En daarnaast moeten hulporganisaties vrije toegang krijgen om de burgers van dringende, vitale bijstand te voorzien. Maar de machtige Russische vrienden van Assad zullen er alles aan doen om dat te verhinderen.

De vrede van Poetin

Terwijl een Russische tv-presentator zaterdagavond opperde dat Poetin een nominatie verdient voor de Nobelprijs voor de Vrede wegens zijn 'onbaatzuchtige inspanningen in Syrië', vlooiden tal van waarnemers de activiteiten uit van de vredesduif in het Kremlin. Uit onderzoek van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) blijkt dat "tussen 2008 en 2012 niet minder dan 71 procent van de Syrische wapens uit Rusland werd ingevoerd". De Amerikaanse organisatie Human Rights First voegt daaraan toe dat "Rusland in januari 2012 een bijkomende wapendeal sloot ten belope van 550 miljoen dollar, waarbij onder meer gevechtsvliegtuigen werden geleverd, die vervolgens werden ingezet tegen burgerdoelwitten. In juni van dit jaar stelde Human Rights Watch dat "Rusland wapens blijft leveren aan Damascus. In tegenstelling tot de beweringen van Moskou betreft het niet alleen defensief wapentuig."

Waar het dan wel om gaat, bracht de Washington Post onlangs uit: "20.000 kalashnikovs en 20 miljoen kogels. Een Russische wapenproducent beweert bovendien dat een nieuw contract werd getekend voor de levering van 10 gevechtsjets." En in juli meldde de VN-Onderzoekscommissie voor Syrië de levering "van S-300-raketbatterijen".

Die wapenleveringen, zo menen de Russische fabrikanten, "zullen doorgaan zolang ze niet worden verboden door de VN-Veilheidsraad". "En dat is natuurlijk de hele catch 22", zo schrijft William Saletan in Slate Magazine. Sinds 2011 heeft Rusland - samen met China - al drie keer gebruikgemaakt van zijn vetorecht om resoluties van de VN-Veiligheidsraad tegen te houden waarin het Syrische regime wordt veroordeeld. In 2013 alleen al blokkeerde Moskou drie verklaringen waarin ongerustheid werd uitgedrukt over de situatie en waarin een oproep werd gelanceerd om hulpverleners toegang te geven tot het territorium."

Of zoals het Finse Instituut voor Internationale Zaken het in een recent rapport stelde: "In de voorbije tweeënhalf jaar van oorlog heeft Moskou alle pogingen om het bloedvergieten te beëindigen en een politieke oplossing te zoeken systematisch gedwarboomd." En ondertussen betaalden Syrische mannen, vrouwen en kinderen het gelag.