Direct naar artikelinhoud

West-Duitsland gaf atleten op grote schaal doping

Dat topsporters in het voormalige Oost-Duitsland georganiseerd doping toegediend kregen, is geweten. Maar nu blijkt dat West-Duitsland zich eveneens schuldig maakte aan dat soort praktijken.

Het beschuldigende vingertje wees altijd naar de DDR, de 'Deutsche Doping Republik', maar ook in West-Duitsland gebruikten sporters sinds de jaren vijftig systematisch verboden stimulerende middelen. Ze werden daarbij ondersteund door de staat, blijkt uit een recent onderzoek van de Berlijnse Humboldt-Universiteit waarop de Süddeutschen Zeitung de hand wist te leggen.

De onderzoekers, die drie jaar aan Doping in Deutschland von 1950 bis Heute werkten, schrijven dat Duitse sporters massaal anabolica, testosteron en groeihormoon gebruikten. Aan het eind van de jaren tachtig werd ook het later in de wielerwereld beruchte medicijn epo op de boodschappenlijstjes gezet.

Het Bundesinstitut für Sportwissenschaft (BISp) ondersteunde tientallen jaren sportmedisch onderzoek naar al dan niet prestatiebevorderende effecten van bepaalde stoffen. Bleken die preparaten betere prestaties tot gevolg te hebben, dan werden ze in de topsportwereld geïntroduceerd. De sportwetenschappers verrichtten hun werkzaamheden in nationale sportinstituten in Saarbrücken, Freiburg en Keulen. Ze werden gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Olympische Spelen

De onderzoekers van de Humboldt-Universiteit spraken met tientallen medici, politici, journalisten, sporters, trainers en sportfunctionarissen. Rond 1970, luidt de conclusie, werd er voor het eerst systematisch gebruik gemaakt van doping in de West-Duitse sport. De aanleiding vormden de resultaten van de Spelen van Mexico, in 1968, waar de sporters van de DDR in de medaillespiegel boven die van het superieur geachte West-Duitsland eindigden. In 1972 zouden de Spelen in München worden georganiseerd.

Uit het rapport blijkt dat een West-Duitse minister eiste dat "onze atleten over dezelfde middelen als de Oostblok-atleten kunnen beschikken". Een ander lid van de regering zou kort voor de Spelen van 1972 tegen een functionaris van de BISp hebben gezegd dat hij slechts één ding verlangde: meer medailles in München. Hoe dat dan moest? "Das is mir egal."

Opvallend is dat ook het voetbalteam van Sepp Maier, Franz Beckenbauer en Gerd Müller volgens een Franse sportarts tijdens het WK van 1974 gebruik gemaakt zou hebben van infusen. De doelman van FC Köln, Toni Schumacher, schreef destijds al een boek over dopinggebruik in de Duitse voetbalwereld. Hem werd als 'nestbevuiler' het spelen in Duitsland onmogelijk gemaakt, hij sleet zijn sportieve nadagen in Turkije.

Artsen, trainers en politici hielpen de sporters aan de middelen, schrijven de onderzoekers. Duitse sportfunctionarissen zoals Willi Daume, vooraanstaand lid van het IOC, knepen een oogje toe.

Tijdens de Olympische Spelen van Montreal in 1976 kregen West-Duitse sporters 1.200 maal een zogeheten Kolbe-injectie toegediend. Die was genoemd naar de Duitse roeier Peter-Michael Kolbe, die in Canada een zilveren medaille won.

Het rapport is al maanden klaar maar werd nog niet gepubliceerd. Omdat er veel namen in worden genoemd, vrezen de samenstellers processen.