Direct naar artikelinhoud

'Regime-Assad moordt systematisch mensen uit'

Meer dan ooit is er bewijsmateriaal dat het Syrische regime systematisch oorlogsmisdaden pleegt, zo stellen advocaten van het VN-oorlogstribunaal. Het nieuws komt een dag voor de start van nieuwe vredesgesprekken.

De advocaten, voormalige aanklagers van het Joegoslavië- en Sierra Leone-tribunaal, doen de uitspraken in de krant The Guardian. Die kon een nieuw rapport inkijken op basis van uit Syrië gesmokkelde bewijzen van het 'systematische uitmoorden' van 11.000 Syriërs.

Het gaat om duizenden foto's en documenten van het Syrische regime van tussen maart 2011 en augustus 2013. Volgens experten is het bewijs het meest uitgebreide en gedetailleerde sinds het uitbreken van de oorlog tweeënhalf jaar geleden.

Het nieuws komt diplomatiek ongelegen. Morgen begint met Genève II een nieuwe ronde vredesbesprekingen voor Syrië. Nog voor die goed en wel begonnen is, is er heel wat getouwtrek over wie rond de onderhandelingstafel mag plaatsnemen. Zo kant de Syrische oppositie zich, net als de VS, tegen een deelname van Iran. Een eis waaraan de VN gisteravond ter elfder ure gehoor gaf door de uitnodiging van Iran in te trekken.

Assad geeft niet op

President Bashar al-Assad stelde op zijn beurt in een interview met AFP dat het streefdoel van de Syrische Nationale Coalitie (SNC) om een ministerportefeuille te krijgen in een overgangsregering 'totaal onrealistisch' is. Ook maakte hij er geen geheim van dat hij best zin heeft in een derde ambtstermijn.

Assad een rol geven in het toekomstige Syrische bestuur is voor de oppositie geen optie. "Dan zouden 120.000 mensen voor niets zijn gestorven", aldus een SNC-woordvoerder gisteren. Toen de revolte in maart 2011 begon, was het immers vooral de bedoeling het regime te onttronen en een einde te maken aan repressie en overheidsterreur.

De SNC, die slechts een deel vertegenwoordigt van het gefragmenteerde rebellenlandschap, wilde aanvankelijk niet naar Genève komen als garanties over uitsluiting van Assad uitblijven. Onder grote internationale druk stemden ze zaterdag in met participatie, maar gisteren kwam er andermaal een kink in de kabel: de uitnodiging van VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon aan Iran, was voor de SNC onaanvaardbaar.

Schijnbaar was ook Washington niet op de hoogte van Bans plannen. De VS eisten dat Iran niet deelnam. Een eis die bij de VN dus niet in dovemansoren viel.

Ondertussen onderstrepen onderzoekers en mensenrechtenorganisaties dat de focus van de onderhandelingen op het lijden van het Syrische volk moet liggen. Centraal, meent Claire Spencer van het Britse Chatham House, staat "het behoud van de Syrische territoriale integriteit", alsook een einde aan het bloedvergieten en hulp voor de 9 miljoen (op een bevolking van 23 miljoen) ontheemde of naar het buitenland gevluchte burgers.

Tot dusver blijft de verstrekking van humanitaire hulp in alle landsdelen een heikel punt. Toen Rusland en de VS het initiatief namen voor deze vredesronde, bedong Moskou dat dit geen prioriteit kon zijn. Of zoals de Franse Midden-Oostendeskundige Jean-Pierre Filiu het gisteren in de Financial Times samenvatte: "Van de Syrische burgers wordt verwacht dat ze stilletjes sterven, voor het heil van de diplomatieke vooruitgang tijdens de conferentie, waar Washington zo graag mee wil uitpakken."

Filiu argumenteert dat er bovenal een bestand moet komen, bijvoorbeeld eerst in Aleppo, en vervolgens in andere regio's. Immers, het 2 miljoen zielen tellende Aleppo is al twee jaar verdeeld, de frontlinie schoof in die periode nauwelijks op en onlangs werd de belangrijkste aan Al Qaida gelieerde groep er verdrongen.

Overgave

Het Westen heeft niet militair willen interveniëren in Syrië, maar het toezicht op de naleving van een bestand zou alvast buitenlandse troepen vergen. Dat blijkt ook uit de verhalen van Syrische burgers, die na maanden van bombardementen een aanbod van staakt-het-vuren kregen van de overheid.

Rusland haalde dat voorstel prompt aan als teken van Damascus' goede wil, maar in werkelijkheid komt het hierop neer: "eerst moeten we voor de Syrische tv de nationale vlag laten wapperen in onze wijk. Er komt enig voedsel, maar meteen volgen nieuwe eisen: gezochte mannen moeten worden uitgeleverd, alle wapens moeten worden overgedragen en er zal een militaire gouverneur komen. Dat neigt toch meer naar overgave", zo vertelde een lokale rebellenleider tegen de New York Times.