Direct naar artikelinhoud

De man die zijn volk leerde wonen

Alle Finnen zijn het er, bijna 40 jaar na zijn dood, nog altijd roerend over eens: Alvar Aalto is een god. Wij traden in de voetsporen van de beroemde architect en industrieel ontwerper en kwamen ogen te kort.

Het valt amper met elkaar te rijmen: de ondoorgrondelijke Finse taal en het heldere Finse design. De prehistorische Fins-Oegrische volkeren kunnen we verantwoordelijk houden voor de taal, Alvar Aalto voor het design. De uitgepuurde esthetiek die de architect-designer lanceerde in de jaren 20, domineert tot op vandaag de Finse huizen.

"Alvar Aalto was zoveel meer dan een designer", zegt Marianne Goebl, sinds vorig jaar algemeen directeur van Artek, het meubelmerk opgericht door Alvar Aalto in 1935. "Noem hem een woonfilosoof. Hij bracht de Finnen een nieuwe manier om te leven door het Europese modernisme te importeren. Finland had zich in 1917 losgewrikt van Rusland en had als jonge natie nieuwe helden nodig. Alvar Aalto was zo'n man die hielp het land mee op te bouwen."

Grote woorden van Goebl. Maar zij is niet alleen. Álle Finnen zijn zot van Aalto. In de jaren 50 was hij zelfs zo beroemd dat Finnair wachtte met opstijgen tot Aalto ingescheept was, als hij te laat arriveerde. Een voorrecht waar hij naar het schijnt regelmatig gebruik van maakte. Het vliegtuig vond hij voor een moderne man zoals hij de enige beschaafde manier van reizen.

Niet toevallig was Finnair - letterlijk - een vliegende ambassadeur voor Fins design. Textielontwerpster Dora Jung maakte de tafelkleden, Tapio Wirkkala het bestek, het porseleinen servies en de glazen. Het bestek was te mooi. Finnair moest aan de lopende band bijbestellen en het werd dan maar vervangen door een eenvoudigere set. Maar het servies en de glazen van Wirkkala worden nog altijd gebruikt in businessclass. Wie economy vliegt, krijgt een servet en drinkbeker van Marimekko.

Tweedehandsje

In Finland is Aalto een ware volksheld. Design maakt hier dan ook deel uit van het dagelijks leven. Het wordt niet opgespaard voor zondagen. Schoonheid vinden ze hier alledaags en voor iedereen. Heel anders dus dan bij ons, waar design beschouwd wordt als bijzonder, iets voor speciale gelegenheden, voor een kapitaalkrachtige niche.

Dat elk Fins huis vol design staat, is niet omdat ze er schatrijk zijn. Het land is zelfs een stuk minder welvarend dan hun mede-Scandinaviërs. Het is een kwestie van mentaliteit. Finnen zijn uit traditioneel hout gesneden en volharden in een sobere levensstijl. Ze hebben mateloos respect voor de natuur en kopen niet meer dan ze nodig hebben.

Zelfs Aalto woonde tot zijn dood in het huis dat hij aan het begin van zijn carrière bouwde. Nooit in die veertig jaar had hij de drang om een nieuwer, beter en groter huis neer te poten. Kortom: Finnen zijn de vleesgeworden langetermijnaanpak. De wegwerpmentaliteit is amper aanwezig.

Dat bewijst ook Artek 2nd Cycle: een gigantische winkel in Helsinki vol tweedehandsjes van Artek en andere designmerken. "In scholen en openbare gebouwen staat het vol designmeubilair", vertelt de designverzamelaar die samen met twee collega's de 2nd Cycle uitbaat. "Als die panden gesloopt worden, dreigt de container voor die fantastische meubels. Zonde, want ze kunnen nog jaren mee. Dus verkoop ik ze hier in de winkel. Maar naast betaalbare stukken voor alledaags gebruik hebben we hier ook unieke collector's items."

Opvallend: plastic of andere kunststoffen zie je amper. Ook felle kleuren zijn in de minderheid. Hout en wit domineren. Ook dat is dankzij de heer Aalto.

Arrogante Henry

Aalto, die opgroeide in het binnenland en studeerde in Helsinki, vond dat een huis vooral gezellig moest zijn. Bewoners moeten zich er goed in voelen. Daarom valt er in zijn gebouwen altijd veel licht binnen, een hele prestatie in een land waar het de helft van het jaar maar een paar uur per dag licht is. Aan de straatkant gebruikt Aalto vaak een blinde gevel voor extra privacy en aan de achterkant vooral veel glas.

Een ander speerpunt was dat hij het beste stukje van het perceel niet bebouwde, maar juist vrij liet. Verder bande hij hoeken van 90 graden en gebruikte hij veel afgeronde vormen. Allemaal om een aangename leefplek te maken.

Inspiratie vond Aalto onder meer bij de Internationale Stijl: eenvoudige, functionele ontwerpen zonder te veel poespas en met industriële materialen zoals staal, glas en beton. Aalto bewonderde Bauhaus, Le Corbusier en 'onze' Henry van de Velde. Maar toen Aalto zijn 35 jaar oudere idool eindelijk ontmoette, op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1937, was Van de Velde ontzettend arrogant en Aalto teleurgesteld.

Aalto hekelde wel het te ver doorgedreven functionalisme van de Europese modernisten wegens te kil en onmenselijk. Dus goot hij er een Fins sausje over, denk: veel hout. Aalto's Paimio-stoel in gebogen hout en multiplex wordt vaak gezien als het Finse antwoord op Breuers metalen buisstoel.

Architectenwalhalla

Wie nieuwsgierig is geworden, moet zeker eens een bezoekje brengen aan het land van de duizend meren. Want 280 van Aalto's 300 uitgevoerde ontwerpen staan in Finland. Vele daarvan zijn ook te bezoeken, waaronder zijn eigen woonhuis. Alvar Aalto bouwde dit huis met studio halverwege de jaren 30 samen met zijn vrouw Aino, ook een architecte. Ze runden toen al tien jaar hun architectenbureau. Eerst in Jyväskylä, dan in Turku en vanaf 1933 in Helsinki.

"Alvar en Aino waren een onafscheidelijk, supergetalenteerd en heel productief duo. In de ontwerpen die ze samen maakten, zie je niet wie wat deed", aldus de voorzitter van het Aalto-museum die ons rondleidt.

Het huis heeft de typische Aalto-kenmerken: blinde gevel aan de straatkant, grote ramen achteraan en intieme ruimtes binnenin. De originele inrichting is nog intact. Op de piano staat een prototype van een lamp van Poul Henningsen die Aalto van hem cadeau kreeg. Aan de woonkamer paalt de studio, afgesloten met een schuifdeur. Met een groot, noordgericht raam is dit een echt architectenwalhalla.

Maar in 1955 bouwde Aalto een grotere studio even verderop in de wijk waar wel plaats was voor de dertig architecten die voor hem werkten. Bijzonder: toen Alvar Aalto in 1976 stierf, zette zijn tweede vrouw Elissa (zijn eerste vrouw Aino stierf in 1949 aan kanker) het bureau voort. Zij was ook architecte en runde de studio tot haar dood in 1994. Daarna trok de Aalto-stichting in het pand en sindsdien is het toegankelijk voor publiek.

Breng zeker ook een bezoek aan het sanatorium in Paimio, gebouwd in 1932 voor tuberculosepatiënten. Een prachtig gebouw in de bossen waar Aalto experimenteerde met kleur. De zachtgroene plafonds moesten de patiënten rustig maken. De gele trappen en wandelgangen brachten extra zonlicht binnen.

Volledig geworteld in de Finse traditie ontwierp Alvar Aalto ook een reeks zomer- en weekendhuisjes. Nagenoeg elke Fin heeft een huisje ergens in de bossen. Anno 2015 nog altijd zonder stromend water en vaak ook zonder elektriciteit. Maar mét sauna.

Je terugtrekken in de natuur is voor Finnen de ultieme vrijetijdsbesteding. Aalto bouwde verschillende zomerhuizen in opdracht, maar ontwikkelde ook een reeks standaardconstructies: AA-houses. De bouwplannen voor deze houten prefabhuisjes werden een tijdje zelfs verdeeld via een populair Finse tijdschrift zodat iedereen er zelf eentje kon zetten. Een beetje zoals een naaipatroon in de Burda. Naar schatting staan er zo'n 2.000, verspreid over Finland.

Maar als architect tekende Aalto meer dan de muren alleen. Architectuur was voor hem een gesamtkunstwerk inclusief tafels, stoelen en lampen. Met de jaren ontwikkelde hij een aantal losse onderdelen waarmee hij steeds nieuwe meubels kon maken.

De L-poot is het belangrijkste item uit zijn stijlbibliotheek. Aalto inspireerde zich op de bekende Thonet-stoel van gebogen in beukenhout. Maar de lokale houtsoort berk vroeg om een andere plooitechniek dan stoom. Aalto ontwikkelde die in 1932. Hij kerfde het hout in en vulde dat op met lijm en fineer. Door de lijm te smelten, de poot te buigen en direct de lijm te laten stollen, wordt de poot super stevig. Je kent de L-poot zeker uit de bekende krukje, Stool 60, van het merk Artek.

Alvar en Aino Aalto richtten dat merk op in 1935 samen met twee andere partners. Artek - een samentrekking van Art en Technology - bestaat dus precies 80 jaar. Al sinds het begin worden alle meubels gemaakt in één houtfabriek even buiten Turku. En dat is nog altijd zo. Van daaruit vertrekken de meubels naar alle hoeken van de wereld. Vooral in Japan is Artek enorm populair.

Toen Artek werd opgericht, opende het meteen een eigen winkel in het centrum van Helsinki. Geen standaard meubelshowroom, maar een conceptstore avant-la-lettre met een ideologische insteek. Naast hun eigen meubels kocht je hier ook Marokkaanse tapijten en andere ambachtelijk gemaakte spullen. Denk aan serviezen, gehamerde tinnen schalen, Afrikaanse krukjes en ga zo maar door.

De winkel deed ook dienst als galerie voor hedendaagse kunst. De twee medeoprichters van Artek, Maire Gullichsen en Nils-Gustav Hahl, waren grote kunstkenners en verzamelaars. De winkel had vooral een educatief doel. Hier konden mensen zien hoe de nieuwe manier van leven, zoals Aalto die promootte, eruitzag. Kunst, ambacht en natuurlijke materialen waren de bouwstenen van zijn woonideologie.

Aalto zag zichzelf en zijn merk echt als propagandaplatform voor het nieuwe leven. Nu, vele jaren later, slaat Aalto's woonreligie nog altijd aan. Zijn sobere Scandi-style zal vast ook de komende jaren nog vele gelovigen op Finse bedevaart lokken. Halleluja Helsinki!